Raadsvergadering VERVOER, TELECOMMUNICATIE EN ENERGIE
datum | 28 juni 2005 |
---|---|
organisatie | Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie (TTE) i |
2671e zitting van de Raad van de Europese Unie (VERVOER, TELECOMMUNICATIE en ENERGIE), gehouden te Luxemburg op 27 en 28 juni 2005
Inhoudsopgave van deze pagina:
- A-punt i 1. Goedkeuring van de agenda ......................................................................................................... 4 i
- A-punt i 2. Goedkeuring van de lijst van A-punten ........................................................................................ 4 TELECOMMUNICATIE i
- A-punt i 3. Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Europees Economisch en Sociaal Comité en het Comité van de Regio's "i2010 - een Europese informatiemaatschappij voor groei en werkgelegenheid" ............................................................ 5 i
- A-punt i 4. Wereldtop over de informatiemaatschappij (WSIS). ................................................................... 6 VERVOER LANDVERVOER i
- A-punt i 5. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende het rijbewijs (herschikking)…….. ..................................................................................................................... 6 i
- A-punt i 6. Voorstel voor een verordening van het Europees Parlement en de Raad betreffende de rechten en verplichtingen van reizigers in het internationale treinverkeer (derde spoorwegpakket)) ......................................................................................................................... 6 i
- A-punt i 7. Europees actieprogramma voor de verkeersveiligheid: "Het aantal verkeersslachtoffers in de Europese Unie halveren vóór 2010: een verantwoordelijkheid voor iedereen" ........................... 7 LUCHTVAART i
- A-punt i 8. Externe betrekkingen in de luchtvaartsector (a) Mededeling van de Commissie: Ontwikkeling van de agenda voor het externe luchtvaartbeleid van de Gemeenschap. ............................................................................... 7 (b) Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de ondertekening en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Chili inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten Voorstel voor een besluit van de Raad inzake de sluiting van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en de Republiek Chili inzake bepaalde aspecten van luchtdiensten ....................................................................................................................... 8 (c) Onderhandelingen VS-EU inzake een overeenkomst betreffende het luchtvervoer........... 8 9. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad inzake een communautaire vergunning voor luchtverkeersleiders........................................................................................... 9 10566/05 pau/YEN/ls 3 CAB NL ENERGIE 10. Voorstel voor een beschikking van het Europees Parlement en de Raad tot opstelling van richtsnoeren voor trans-Europese netwerken in de energiesector en houdende intrekking van de Beschikkingen nr. 96/391/EG en nr. 1229/2003/EG ............................................................... 9 i
- A-punt i 11. Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad betreffende energie- efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten ........................................................................ 10 i
- A-punt i 12. Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (Groenboek) over energie-efficiëntie …............................................................................................................ 10 i
- A-punt i 13. Internationale betrekkingen op energiegebied.............................................................................. 10 (a) dialoog EU-OPEC (b) dialoog EU-Rusland (c) Samenwerkingsverband op het gebied van energie in het Oostzeegebied (BASREC) (d) Verdrag tot oprichting van een Energiegemeenschap (tussen de Europese Gemeenschap en Zuidoost-Europa) i
- A-punt i 14. Diversen (a) EU-OPS............................................................................................................................... 11 (b) Digitale tachograaf (verzoek van de Commissie)............................................................................................... 11 (c) Verlaging van het alcoholgehalte bij jonge automobilisten tot nul..................................... 12 (verzoek van de Duitse delegatie) (d) IMO en ICAO: deelneming van de Gemeenschap aan de werkzaamheden van deze organisaties.......................................................................................................................... 12 (verzoek van de Commissie) (e) Sloop van schepen............................................................................................................... 12 BIJLAGE I ............................................................................................................................................. 13 BIJLAGE II............................................................................................................................................ 17 o o o 10566/05 pau/YEN/ls 4 CAB NL 1. Goedkeuring van de agenda 10331/05 OJ CONS 39 TRANS 128 TELECOM 57 ENER 108 De Raad keurde de bovengenoemde agenda goed. i
- A-punt i 2. Goedkeuring van de lijst van A-punten 10449/05 PTS A 34 De Raad keurde de lijst van A-punten in document 10449/05 goed. In addendum 1 bij deze notulen staat informatie over de punten 3, 7, 17, 18 en 19 van die lijst. De documentnummers bij de punten 3, 6 en 15 dienen als volgt te worden gelezen: Punt 3: i
- A-punt i 6. Rechten en verplichtingen van reizigers in het internationale treinverkeer i
- A-punt i 7. Europees actieprogramma voor de verkeersveiligheid: "Het aantal verkeersslachtoffers in de Europese Unie halveren vóór 2010: een verantwoordelijkheid voor iedereen" − Gedachtewisseling i
- A-punt i 9. Gemeenschappelijke vergunning voor luchtverkeersleiders i
- A-punt i 11. Energie-efficiëntie bij het eindgebruik en energiediensten i
- A-punt i 12. Mededeling van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (Groenboek) over energie-efficiëntie − Presentatie De Raad nam nota van de presentatie van het Groenboek door het Commissielid en van het feit dat het Britse voorzitterschap aan dit onderwerp prioriteit zal verlenen. i
- A-punt i 13. Internationale betrekkingen op energiegebied (a) Dialoog EU-OPEC − Informatie van het voorzitterschap en van de Commissie − Conclusies van de Raad i
- A-punt i 14. Diversen (a) EU-OPS − Informatie van het voorzitterschap De Raad nam nota van de door het voorzitterschap verstrekte informatie over de voortgang van de besprekingen betreffende het voorstel voor een verordening tot harmonisering van de technische voorschriften en administratieve procedures op het gebied van de burgerluchtvaart. (b) Digitale tachograaf − Verzoek van de Commissie = Voortgangsverslag over de voorbereiding van de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 3821/85 De Raad nam nota van de door de Commissie verstrekte informatie en de opmerkingen van verscheidene delegaties over de vorderingen bij de voorbereiding van de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 3821/85. 10566/05 pau/YEN/ls 12 CAB NL (c) Verlaging van het alcoholgehalte bij jonge automobilisten tot nul (verzoek van de Duitse delegatie) i
- A-punt i 1. MEMOREERT: - de resolutie van de Raad van 3 oktober 2000 betreffende de organisatie en het beheer van internet 1 en de daaruit voortvloeiende richtsnoeren voor de besprekingen van 23 oktober 2002 over het internationaal beheer van het internet en ICANN- hervormingen, gevolgd door de op 13 oktober 2004 aangenomen richtsnoeren voor de besprekingen in het kader van de WSIS; - de resolutie van de Raad van 6 december 2002 betreffende een Europese aanpak ten behoeve van een cultuur van netwerk- en informatiebeveiliging; - de conclusies van de Raad van 8 maart 2004 betreffende de follow-up van de Geneefse fase van de WSIS; - de conclusies van de Raad van 8 maart 2004 over ongevraagde communicatie voor directmarketingdoeleinden of "spam"; - de conclusies van de Raad van 26/27 april 2004 over de Wereldtop over de informatiemaatschappij (WSIS); - de richtsnoeren voor de besprekingen over het internetbeheer in het kader van de WSIS van 13 oktober 2004; - de conclusies van de Raad van 9 december 2004 over ongevraagde communicatie voor directmarketingdoeleinden of "spam"; - de conclusies van de Raad van 9 december 2004 over de Wereldtop over de informatie- maatschappij (WSIS); - de conclusies van de Raad van 17 februari 2005 over de financiële mechanismen; - de conclusies van de Raad van 24 mei 2005 over sneller vooruitgang boeken in de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling. 2. NEEMT NOTA VAN: - de mededeling van de Commissie: "Naar een wereldwijd partnerschap in de informatie- maatschappij; de bijdrage van de EU aan de tweede fase van de Wereldtop over de informatiemaatschappij" 2 , die een vervolg is op de eerdere mededeling over de inhoudelijke uitvoering van de beginselen van Genève; - het in Genève opgerichte niet-gouvernementele digitale solidariteitsfonds, met nadruk op het vrijwillige en aanvullende karakter ervan. 1 PB C 293 van 14.10.2000, blz. 3. 2 Doc. 9848/05. 10566/05 pau/YEN/ls 14 BIJLAGE I CAB NL i
- A-punt i 3. HERHAALT DAT HIJ ZICH INZET: a) om ervoor te zorgen dat de beginselen van de verklaring en het actieplan volledig worden nageleefd en niet opnieuw ter discussie worden gesteld. Men moet zich blijven toeleggen op de uitvoering van de Geneefse toezeggingen, en zich daarbij vooral wijden aan een beperkt aantal prioriteiten op reeds in de conclusies van december 2004 omschreven gebieden, namelijk een bevorderlijk klimaat, een beperkt aantal prioritaire toepassingen, met name e-inclusie, e-overheid, e-leren, e-gezondheid en e-business, een ruim gebruik van de resultaten van Onderzoek en Ontwikkeling, met inbegrip van innovatie voor ontwikkeling en de uitbreiding van communicatie- en onderzoeks- infrastructuren naar partners in de gehele wereld. b) om de sinds de eerste WSIS-fase gemaakte vooruitgang te gebruiken en verdere acties te stimuleren op gebieden zoals: • de verbetering van de toegang op basis van de vooruitgang die in de in opkomst zijnde economieën is waargenomen en die het gevolg is van het creëren van het juiste, bevorderlijke klimaat; • de ontwikkeling van creatieve inhoud en toepassingen middels alomvattende strategieën voor de ontwikkeling van de informatiemaatschappij, met nadruk op inclusie, een beter leven voor de burgers, ICT in dienst van de democratie, en een krachtiger crisisbeheersing en rampenpreventie. c) voor de beginselen in de conclusies van de Raad over de financiële mechanismen, die op 17 februari 2005 zijn aangenomen en waarin nogmaals wordt gesteld dat bestaande mechanismen voor ontwikkelingssamenwerking of doeltreffende wijze dienen te worden gebruikt. Voorts zijn de lidstaten en de Europese Gemeenschap het op 24 mei 2005 eens geworden over een nieuw collectief EU-streefgetal van 0,56% officiële ontwikkelings- hulp (ODA)/Bruto nationaal inkomen(BNI) vóór 2010, wat dan moet leiden tot 20 miljard euro extra per jaar aan ODA . d) voor het standpunt over internetbeheer, vervat in de op 13 oktober 2004 aangenomen richtsnoeren inzake internetbeheer die in december 2004 door de Raad zijn onderschreven. Binnen deze richtsnoeren heeft de Raad zijn ideeën over de internationalisering van het internetbeheer verder uitgewerkt. De internationalisering van het beheer van de kernbestanddelen van het internet, namelijk het systeem van de domeinnamen, de IP-adressen, alsmede het "root server system", is het belangrijkste onderwerp van dit debat. De Raad bepleit een nieuw samenwerkingsmodel dat concreet gestalte moet geven aan de bepalingen in de beginselverklaring van de WSIS over de cruciale rol van allen die met internetbeheer te maken hebben, met inbegrip van de regeringen, de particuliere sector, de civiele samenleving en de internationale organisaties. De bestaande mechanismen voor internetbeheer moeten worden geschraagd op een solidere, democratische, doorzichtige en mulitalerale basis, met meer nadruk op het belang dat alle regeringen hebben bij de openbare orde. De rol van de internationale en intergouvernementele organisaties op het gebied van het internetbeheer moet worden verduidelijkt. 10566/05 pau/YEN/ls 15 BIJLAGE I CAB NL De Raad erkent in dit verband de bijdrage van internationale en intergouvernementele organisaties en moedigt samenwerking op dit gebied aan. Het nieuwe samenwerkings- model moet gebaseerd zijn op het huidige publiek-private partnerschap van onderop; tevens moet het een platform bieden voor een beleidsdialoog ten behoeve van alle regeringen, met een lichte, flexibele aanpak die een snelle respons garandeert. Het nieuwe model moet worden gedragen door onderstaande beginselen: • het komt niet in de plaats van bestaande mechanismen of instellingen, maar bouwt voort op de bestaande structuren voor internetbeheer, met bijzondere nadruk op de complementariteit van allen die in dit proces een rol spelen, met inbegrip van de regeringen, de particuliere sector, de civiele samenleving en internationale organisaties; • het nieuwe publieke-private samenwerkingsmodel draagt bij aan de duurzame stabiliteit en degelijkheid van het internet door op passende wijze in te gaan op vraagstukken betreffende openbare orde die te maken hebben met essentiële aspecten van het internetbeheer. i
- A-punt i 4. BENADRUKT: a) Regeringen hebben een specifieke taak en verantwoordelijkheid jegens hun burgers, en hun rol in dit nieuwe samenwerkingsmodel moet worden toegespitst op de kern- vraagstukken inzake openbare orde, zonder dat zij op enigerlei wijze betrokken worden bij de dagelijkse leiding. b) Het belang van de grondslagen waarop internet is gebouwd, zoals interoperabiliteit, openheid en het end-to-end-beginsel. c) Stabiliteit, betrouwbaarheid en degelijkheid van het internet blijven hoog op de prioriteitenlijst staan; beveiliging en spam zijn belangrijke aandachtspunten op dit gebied; Er moet een wereldwijde gemeenschappelijke omschrijving komen van wat er onder beveiliging van het internet wordt verstaan. Dit omvat het gebruik van beveiligingsbeleid in het algemeen op alle relevante niveaus. Ten aanzien van spam moeten er gemeenschappelijke actiebeginselen komen over samenwerking op dit gebied. De inspanningen om spam te bestrijden moeten niet alleen op wetgeving en grensoverschrijdende handhaving worden gebaseerd, maar ook op zelfregulering van de sector, technische oplossingen, partnerschappen tussen regeringen en de internetgemeenschap, evenals op bewustmakingscampagnes. d) ICT is belangrijk voor het concurrentievermogen van de Europese industrie, dus moet de particuliere sector worden aangespoord om actief deel te nemen aan de debatten over internetbeheer tijdens de tweede fase van de WSIS. e) De Europese Gemeenschap zal zich inzetten voor een positief resultaat van de debatten over internetbeheer in het kader van de WSIS. Ook zal zij aansporen tot uitvoering van de resultaten van Tunis op een wijze die de betrokkenheid mogelijk maakt van hen die meerdere belangen hebben. In dit verband zal de Europese Gemeenschap rekening houden met de toekomstige ontwikkeling van het internet, inclusief de technologische aspecten en de gebruiksaspecten ervan. 10566/05 pau/YEN/ls 16 BIJLAGE I CAB NL f) Om ervoor te zorgen dat het resultaat van de WSIS na afloop van de Top van Tunis op duurzame wijze wordt uitgevoerd, moeten de regeringen, de VN-organisaties en andere belanghebbenden om te beginnen de resultaten van de WSIS verwerken in hun beleid en strategieën. Er moet specifieke aandacht worden geschonken aan de bijdrage die ICT levert aan het bereiken van de internationaal overeengekomen ontwikkelings- doelstellingen, waaronder die van de Millenniumverklaring. Verder zou de Raad graag zien dat de secretaris-generaal van de VN via ECOSOC regelmatig verslag uitbracht aan de Algemene Vergadering over de uitvoering van de resultaten van de WSIS. g) Het belang van een follow-up op basis van de vooruitgang in de uitvoering van het resultaat van de WSIS, die aangeeft welke beperkingen en obstakels er zijn in verband met de uitvoering. Voorts moeten in de follow-up nieuwe uitdagingen en zich aandienende vraagstukken worden aangepakt. Een en ander moet gebeuren in het VN- kader voor een geïntegreerde en gecoördineerde uitvoering en follow-up van de resultaten van de belangrijkste VN-conferenties en -toppen op economisch en sociaal gebied, zoals omschreven in Resolutie 57/270B van de VN-Veiligheidsraad. i
- A-punt i 5. VERZOEKT DE LIDSTATEN EN DE COMMISSIE: a) een positieve en dynamische rol te blijven spelen in het voorbereidingsproces dat naar de Top van Tunis voert; b) met het oog op PrepCom-3 en de Top zelf: • ervoor te zorgen dat de Top van Tunis de overeenstemming over het financieel mechanisme, dat tijdens PrepCom-2 in februari 2005 is bereikt, bekrachtigt; • mee te blijven doen aan de debatten over internetbeheer, en • hun standpunt over vraagstukken in verband met uitvoering en follow-up van de WSIS te blijven bijwerken. c) nogmaals uit te spreken dat zij zich inzetten voor de eerbiediging van de mensenrechten en in het bijzonder het recht om een mening te hebben en te uiten; d) de volledige en daadwerkelijke deelneming van de civiele samenleving aan het WSIS- proces te blijven steunen; e) voort te bouwen op de positieve resultaten van hun nauwe samenwerking inzake internet- beheer, en deze samenwerking te intensiveren zodat de weg wordt vrijgemaakt voor een positief resultaat in de WSIS; f) te blijven bijdragen aan het opmaken van de inventaris waarmee het uitvoerend secretariaat van de WSIS is begonnen, zodat de activiteiten van de Europese Gemeenschap op een geconsolideerde wijze in het WSIS-proces worden opgenomen. ___________________ 10566/05 pau/YEN/ls 17 BIJLAGE II CAB NL BIJLAGE II Ad punt 8 a) "DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE, Gezien de mededeling van de Commissie betreffende de "Ontwikkeling van de agenda voor het externe luchtvaartbeleid van de Gemeenschap" (COM(2005) 79 def.), Met betrekking tot zaken van algemeen beleid 1. MEMOREERT het akkoord over een pakket maatregelen met betrekking tot het externe luchtvaartbeleid van de Gemeenschap dat tijdens de zitting van de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie van 5/6 juni 2003 is bereikt; 2. ERKENT: - dat het luchtvervoer een cruciale rol speelt in de Europese economie en van vitaal belang is voor de internationale handel en samenwerking en dat de luchtvaartsector een grote bijdrage kan leveren aan de verbetering van het concurrentievermogen van de Europese economie, als vervat in de agenda van Lissabon; - dat de in de interne luchtvaartmarkt van de Gemeenschap behaalde resultaten zowel aanzienlijke voordelen voor de consumenten als aanzienlijke mogelijkheden voor de exploitanten hebben opgeleverd die kunnen worden geëxploreerd ten behoeve van de luchtvaartbetrekkingen van de Gemeenschap met derde landen en die nuttige referenties voor derde landen kunnen bieden; - dat de onderhandelingen over nieuwe en wijzigingen van bestaande luchtvaartovereenkomsten met derde landen vanuit een streven naar wederzijds gunstige resultaten moeten worden gevoerd; - dat verschillen in de ontwikkelingsstadia van bilaterale luchtvaartovereenkomsten van de lidstaten met derde landen op bepaalde internationale markten in de praktijk tot ongelijke kansen voor vervoerders uit de Gemeenschap kunnen leiden; - dat de belanghebbenden, zowel consumenten als bedrijven en met name de Europese luchtvaartmaatschappijen, een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van het externe luchtvaartbeleid van de Gemeenschap; i
- A-punt i 3. BENADRUKT dat de lidstaten en de Gemeenschap met betrekking tot onderhandelingen met derde landen een belangrijke en elkaar aanvullende rol spelen; i
- A-punt i 4. IS INGENOMEN MET de mededeling van de Commissie, die een duidelijk en samen- hangend beeld schetst van de visie van de Commissie op de toekomstige ontwikkeling van het externe luchtvaartbeleid van de Gemeenschap en de prioriteiten daarvan; Met betrekking tot bilaterale overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen 5. ONDERSTREEPT dat het systeem van bilaterale overeenkomsten tussen lidstaten en derde landen althans voorlopig de belangrijkste basis voor de internationale betrekkingen in de luchtvaartsector blijft. Deze overeenkomsten spelen een cruciale rol bij het waarborgen van de continuïteit van de dienstverlening aan de gebruikers en van een stabiel exploitatieklimaat voor de sector, ten behoeve van de economie in haar geheel; 10566/05 pau/YEN/ls 18 BIJLAGE II CAB NL i
- A-punt i 6. ERKENT dat de zogenoemde "open skies"-arresten van 5 november 2002 van het Europees Hof van Justitie de respectieve bevoegdheden van de lidstaten en de Gemeenschap op het vlak van de externe luchtvaartbetrekkingen hebben verduidelijkt; 7. BEKLEMTOONT BIJGEVOLG dat de lidstaten en de Commissie hun samenwerking en coördinatie verder moeten intensiveren en elkaar ten volle moeten steunen bij het nastreven van het gemeenschappelijk doel om al die bilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten zo spoedig mogelijk in overeenstemming te brengen met het Gemeenschapsrecht, en daarbij de rechtszekerheid voor luchtvervoerders uit de Gemeenschap en uit derde landen op inter- nationale routes te herstellen; 8. ONDERSTREEPT in dit verband dat de Commissie en de lidstaten eensgezind moeten samenwerken, en daarbij van alle beschikbare middelen gebruik moeten maken, om onderbrekingen in de bilaterale overeenkomsten tussen de lidstaten en derde landen te voorkomen; 9. IS VERHEUGD OVER: - de aanzienlijke vooruitgang die door de Commissie met de "horizontale" onderhandelingen is geboekt, waardoor een toenemend aantal "horizontale" overeenkomsten met derde landen kon worden geparafeerd; - de aanzienlijke resultaten die de lidstaten in de context van hun bilaterale betrekkingen hebben behaald om hun bilaterale overeenkomsten in overeenstemming te brengen met het Gemeenschapsrecht; - de overeenstemming die is bereikt over de communautaire standaardbepalingen die in bilaterale overeenkomsten inzake luchtdiensten moeten worden opgenomen als bepaald in Verordening (EG) nr. 847/2004; 10. ERKENT dat er weliswaar veel vooruitgang is geboekt, maar dat de aanpassing van het grote aantal bestaande bilaterale overeenkomsten aan het Gemeenschapsrecht nog enige tijd zal vergen en dat de vervoerders uit de Gemeenschap gedurende die tijd hun internationale bedrijf moeten kunnen exploiteren en ontwikkelen, om hun commerciële positie ten opzichte van concurrenten niet in gevaar te brengen; 11. BENADRUKT DERHALVE dat de lidstaten en de Commissie Verordening (EG) nr. 847/2004, en met name de artikelen 1 en 4, zodanig moeten toepassen dat de continuïteit van de luchtdiensten wordt gevrijwaard en deze verder kunnen worden ontwikkeld; in dit verband dient evenveel aandacht te worden besteed aan de overeenkomsten en afspraken die de lidstaten tussen 5 november 2002 en de datum van vaststelling van Verordening (EG) nr. 847/2004 met derde landen hebben gesloten c.q. gemaakt; Algemene beginselen inzake overeenkomsten/onderhandelingen tussen de Gemeenschap en derde landen 12. IS INGENOMEN met de algemene beginselen die met betrekking tot alomvattende overeenkomsten aan de mededeling van de Commissie ten grondslag liggen, namelijk dat er twee onderling onlosmakelijk verbonden doelstellingen voor alomvattende overeenkomsten inzake een open luchtvaartruimte moeten zijn: enerzijds het opengaan van markten, waardoor nieuwe economische en investeringskansen ontstaan, en anderzijds een proces van convergentie van de regelgeving waardoor een bevredigend gelijk speelveld met eerlijke en billijke concurrentievoorwaarden gegarandeerd wordt; 10566/05 pau/YEN/ls 19 BIJLAGE II CAB NL i
- A-punt i 13. BEKLEMTOONT dat het voor bedrijven en consumenten in de EU van belang is dat het de lidstaten is toegestaan om, parallel met de onderhandelingen op communautair niveau tijdens de overgang naar de sluiting van overeenkomsten inzake een open luchtvaartruimte of andere overeenkomsten, met derde landen te blijven onderhandelen over verkeersrechten en daaraan gerelateerde commerciële aangelegenheden, en benadrukt in dit verband dat de Commissie, overeenkomstig het Gemeenschapsrecht , bij de toepassing van de artikelen 1 en 4 van Verordening (EG) nr. 847/2004 rekening moet houden met de behoefte van de lidstaten over aanvullende verkeersrechten en daaraan gerelateerde commerciële aangelegenheden te onderhandelen; 14. VERZOEKT de Commissie om bij onderhandelingen met derde landen, alle relevante belanghebbenden, waaronder met name de Europese luchtvaartsector, in de loop van de onderhandelingen ten volle te informeren en te raadplegen; Met betrekking tot bestaande mandaten voor alomvattende overeenkomsten/onderhandelingen tussen de Gemeenschap en derde landen 15. DRINGT ER bij de Commissie OP AAN de lopende onderhandelingen met de Verenigde Staten zo spoedig mogelijk tot een succesvol en voor beide partijen bevredigend einde te brengen, rekening houdend met de besprekingen die de Raad Vervoer, Telecommunicatie en Energie in juni 2004, oktober 2004 en april 2005 heeft gehouden; 16. IS VERHEUGD OVER de bemoedigende snelle vooruitgang die wordt geboekt met de ontwikkeling van een bredere Europese gemeenschappelijke luchtvaartruimte (streefdatum: 2010) waarin buurlanden van de EU worden opgenomen en met name: - in de onderhandelingen over overeenkomsten van het ECAA-type met de landen van de Westelijke Balkan en - in de onderhandelingen met het oog op een Europees-mediterrane luchtvaartovereenkomst met Marokko; Met betrekking tot de toekomstige ontwikkeling van het beleid inzake onderhandelingen op communautair niveau met derde landen 17. BEKLEMTOONT dat, voordat er mandaten worden verleend voor onderhandelingen over verdere alomvattende overeenkomsten met derde landen, de meerwaarde van iedere daaruit voortvloeiende overeenkomst op communautair niveau in elk afzonderlijk geval duidelijk dient te worden aangetoond, met name wat betreft de vooruitzichten tot het verkrijgen van aanzienlijke nieuwe mogelijkheden voor exploitanten en consumenten in de EU en het bereiken van een grotere mate van convergentie van de regelgeving met het oog op het waarborgen van een gelijk speelveld met concurrentiemogelijkheden; 18. BENADRUKT als prioriteit dat in het kader van de toetreding van de Russische Federatie tot de Wereldhandelsorganisatie een bevredigende oplossing moet worden gevonden voor de afschaffing van de vergoedingen voor het vliegen over Siberisch grondgebied per 31 december 2013, welke oplossing het volgende dient te omvatten: - de bevestiging dat alle huidige vergoedingen per 31 december 2013 afgeschaft zijn; - de geleidelijke vermindering van de vergoedingen gedurende een overgangsperiode tot 2013 - het beginsel van onbeperkte frequenties voor het overvliegen van het grondgebied; dit is een noodzakelijk voorwaarde om verdere vooruitgang te boeken met de Russische Federatie; 10566/05 pau/YEN/ls 20 BIJLAGE II CAB NL i
- A-punt i 19. VERBINDT ZICH ERTOE om in het licht van het in punt 17 genoemde "meerwaarde"- beginsel alsook van de overwegingen in punt 13, met belangstelling kennis te nemen van de mededelingen en de bijbehorende aanbevelingen van de Commissie betreffende de ontwikkeling van betrekkingen op luchtvaartgebied tussen, respectievelijk, de Gemeenschap en de Russische Federatie en de Gemeenschap en de Volksrepubliek China; wat betreft deze landen en ieder ander derde land waarvoor een nieuw mandaat voor alomvattende onderhandelingen wordt verleend, is de Raad van mening dat de aanvaarding van communautaire bepalingen, via bilaterale onderhandelingen of onderhandelingen op communautair niveau, het noodzakelijke uitgangspunt voor communautaire onderhandelingen moet zijn; i
- A-punt i 20. NEEMT met belangstelling NOTA van de andere belangrijke derde landen die in de Commissiemededeling worden genoemd als mogelijke kandidaten voor toekomstige verzoeken om alomvattende onderhandelingsmandaten, waaronder Australië, Nieuw-Zeeland, India, Chili en Zuid-Afrika, en onderstreept dat deze verzoeken door de Raad zullen worden beoordeeld door voor ieder land de meerwaarde te evalueren die deze communautaire onderhandelingen kunnen opleveren." _________________ i
De raadsformatie i Vervoer, Telecommunicatie en Energie (TTE) bestaat uit de ministers (of staatssecretarissen) van verkeer, energiebeleid, telecommunicatie en/of economische zaken. De ministers van vervoer komen gewoonlijk 4 keer per jaar bijeen, de ministers van energie 3 of 4 keer per jaar en de ministers van telecommunicatie 2 maal per jaar. Ook informele bijeenkomsten zijn mogelijk. Namens Nederland sluit doorgaans minister van Infrastructuur en Waterstaat Barry Madlener i (PVV) of minister van Economische Zaken en Klimaat (momenteel vacant) aan.
Deze Raad werkt aan de uitvoering van de EU-doelstellingen op het gebied van vervoer, telecommunicatie en energie: het creëren van moderne, concurrerende en efficiënte markten en infrastructuren en van trans-Europese vervoer-, communicatie- en energienetten.