Besluitpunt "HERHAALT DAT HIJ ZICH INZET: a) om ervoor te zorgen dat de beginselen van de verklaring en het actieplan volledig worden nageleefd en niet opnieuw ter discussie worden gesteld. Men moet zich blijven toeleggen op de uitvoering van de Geneefse toezeggingen, en zich daarbij vooral wijden aan een beperkt aantal prioriteiten op reeds in de conclusies van december 2004 omschreven gebieden, namelijk een bevorderlijk klimaat, een beperkt aantal prioritaire toepassingen, met name e-inclusie, e-overheid, e-leren, e-gezondheid en e-business, een ruim gebruik van de resultaten van Onderzoek en Ontwikkeling, met inbegrip van innovatie voor ontwikkeling en de uitbreiding van communicatie- en onderzoeks- infrastructuren naar partners in de gehele wereld. b) om de sinds de eerste WSIS-fase gemaakte vooruitgang te gebruiken en verdere acties te stimuleren op gebieden zoals: • de verbetering van de toegang op basis van de vooruitgang die in de in opkomst zijnde economieën is waargenomen en die het gevolg is van het creëren van het juiste, bevorderlijke klimaat; • de ontwikkeling van creatieve inhoud en toepassingen middels alomvattende strategieën voor de ontwikkeling van de informatiemaatschappij, met nadruk op inclusie, een beter leven voor de burgers, ICT in dienst van de democratie, en een krachtiger crisisbeheersing en rampenpreventie. c) voor de beginselen in de conclusies van de Raad over de financiële mechanismen, die op 17 februari 2005 zijn aangenomen en waarin nogmaals wordt gesteld dat bestaande mechanismen voor ontwikkelingssamenwerking of doeltreffende wijze dienen te worden gebruikt. Voorts zijn de lidstaten en de Europese Gemeenschap het op 24 mei 2005 eens geworden over een nieuw collectief EU-streefgetal van 0,56% officiële ontwikkelings- hulp (ODA)/Bruto nationaal inkomen(BNI) vóór 2010, wat dan moet leiden tot 20 miljard euro extra per jaar aan ODA . d) voor het standpunt over internetbeheer, vervat in de op 13 oktober 2004 aangenomen richtsnoeren inzake internetbeheer die in december 2004 door de Raad zijn onderschreven. Binnen deze richtsnoeren heeft de Raad zijn ideeën over de internationalisering van het internetbeheer verder uitgewerkt. De internationalisering van het beheer van de kernbestanddelen van het internet, namelijk het systeem van de domeinnamen, de IP-adressen, alsmede het "root server system", is het belangrijkste onderwerp van dit debat. De Raad bepleit een nieuw samenwerkingsmodel dat concreet gestalte moet geven aan de bepalingen in de beginselverklaring van de WSIS over de cruciale rol van allen die met internetbeheer te maken hebben, met inbegrip van de regeringen, de particuliere sector, de civiele samenleving en de internationale organisaties. De bestaande mechanismen voor internetbeheer moeten worden geschraagd op een solidere, democratische, doorzichtige en mulitalerale basis, met meer nadruk op het belang dat alle regeringen hebben bij de openbare orde. De rol van de internationale en intergouvernementele organisaties op het gebied van het internetbeheer moet worden verduidelijkt. 10566/05 pau/YEN/ls 15 BIJLAGE I CAB NL De Raad erkent in dit verband de bijdrage van internationale en intergouvernementele organisaties en moedigt samenwerking op dit gebied aan. Het nieuwe samenwerkings- model moet gebaseerd zijn op het huidige publiek-private partnerschap van onderop; tevens moet het een platform bieden voor een beleidsdialoog ten behoeve van alle regeringen, met een lichte, flexibele aanpak die een snelle respons garandeert. Het nieuwe model moet worden gedragen door onderstaande beginselen: • het komt niet in de plaats van bestaande mechanismen of instellingen, maar bouwt voort op de bestaande structuren voor internetbeheer, met bijzondere nadruk op de complementariteit van allen die in dit proces een rol spelen, met inbegrip van de regeringen, de particuliere sector, de civiele samenleving en internationale organisaties; • het nieuwe publieke-private samenwerkingsmodel draagt bij aan de duurzame stabiliteit en degelijkheid van het internet door op passende wijze in te gaan op vraagstukken betreffende openbare orde die te maken hebben met essentiële aspecten van het internetbeheer."
HERHAALT DAT HIJ ZICH INZET: a) om ervoor te zorgen dat de beginselen van de verklaring en het actieplan volledig worden nageleefd en niet opnieuw ter discussie worden gesteld. Men moet zich blijven toeleggen op de uitvoering van de Geneefse toezeggingen, en zich daarbij vooral wijden aan een beperkt aantal prioriteiten op reeds in de conclusies van december 2004 omschreven gebieden, namelijk een bevorderlijk klimaat, een beperkt aantal prioritaire toepassingen, met name e-inclusie, e-overheid, e-leren, e-gezondheid en e-business, een ruim gebruik van de resultaten van Onderzoek en Ontwikkeling, met inbegrip van innovatie voor ontwikkeling en de uitbreiding van communicatie- en onderzoeks- infrastructuren naar partners in de gehele wereld. b) om de sinds de eerste WSIS-fase gemaakte vooruitgang te gebruiken en verdere acties te stimuleren op gebieden zoals: • de verbetering van de toegang op basis van de vooruitgang die in de in opkomst zijnde economieën is waargenomen en die het gevolg is van het creëren van het juiste, bevorderlijke klimaat; • de ontwikkeling van creatieve inhoud en toepassingen middels alomvattende strategieën voor de ontwikkeling van de informatiemaatschappij, met nadruk op inclusie, een beter leven voor de burgers, ICT in dienst van de democratie, en een krachtiger crisisbeheersing en rampenpreventie. c) voor de beginselen in de conclusies van de Raad over de financiële mechanismen, die op 17 februari 2005 zijn aangenomen en waarin nogmaals wordt gesteld dat bestaande mechanismen voor ontwikkelingssamenwerking of doeltreffende wijze dienen te worden gebruikt. Voorts zijn de lidstaten en de Europese Gemeenschap het op 24 mei 2005 eens geworden over een nieuw collectief EU-streefgetal van 0,56% officiële ontwikkelings- hulp (ODA)/Bruto nationaal inkomen(BNI) vóór 2010, wat dan moet leiden tot 20 miljard euro extra per jaar aan ODA . d) voor het standpunt over internetbeheer, vervat in de op 13 oktober 2004 aangenomen richtsnoeren inzake internetbeheer die in december 2004 door de Raad zijn onderschreven. Binnen deze richtsnoeren heeft de Raad zijn ideeën over de internationalisering van het internetbeheer verder uitgewerkt. De internationalisering van het beheer van de kernbestanddelen van het internet, namelijk het systeem van de domeinnamen, de IP-adressen, alsmede het "root server system", is het belangrijkste onderwerp van dit debat. De Raad bepleit een nieuw samenwerkingsmodel dat concreet gestalte moet geven aan de bepalingen in de beginselverklaring van de WSIS over de cruciale rol van allen die met internetbeheer te maken hebben, met inbegrip van de regeringen, de particuliere sector, de civiele samenleving en de internationale organisaties. De bestaande mechanismen voor internetbeheer moeten worden geschraagd op een solidere, democratische, doorzichtige en mulitalerale basis, met meer nadruk op het belang dat alle regeringen hebben bij de openbare orde. De rol van de internationale en intergouvernementele organisaties op het gebied van het internetbeheer moet worden verduidelijkt. 10566/05 pau/YEN/ls 15 BIJLAGE I CAB NL De Raad erkent in dit verband de bijdrage van internationale en intergouvernementele organisaties en moedigt samenwerking op dit gebied aan. Het nieuwe samenwerkings- model moet gebaseerd zijn op het huidige publiek-private partnerschap van onderop; tevens moet het een platform bieden voor een beleidsdialoog ten behoeve van alle regeringen, met een lichte, flexibele aanpak die een snelle respons garandeert. Het nieuwe model moet worden gedragen door onderstaande beginselen: • het komt niet in de plaats van bestaande mechanismen of instellingen, maar bouwt voort op de bestaande structuren voor internetbeheer, met bijzondere nadruk op de complementariteit van allen die in dit proces een rol spelen, met inbegrip van de regeringen, de particuliere sector, de civiele samenleving en internationale organisaties; • het nieuwe publieke-private samenwerkingsmodel draagt bij aan de duurzame stabiliteit en degelijkheid van het internet door op passende wijze in te gaan op vraagstukken betreffende openbare orde die te maken hebben met essentiële aspecten van het internetbeheer.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Dit zijn agendapunten die de Raad van de Europese Unie i niet hoeft te bespreken tijdens een Raadsvergadering i. A-punten worden als hamerstuk (zonder discussie) afgehandeld en goedgekeurd omdat binnen het Comité van Permanente Vertegenwoordigers (Coreper) i, raadswerkgroepen i of een andere Raadsformatie i al overeenstemming is bereikt. Dit in tegenstelling tot B-punten i, waarover wel discussie plaatsvindt.
vergadering | Raadsvergadering VERVOER, TELECOMMUNICATIE EN ENERGIE |
---|---|
datum | 2005-06-28 |
puntnummer | 3. |
soort behandeling | A-punt |
oorspronkelijke titel | HERHAALT DAT HIJ ZICH INZET: a) om ervoor te zorgen dat de beginselen van de verklaring en het actieplan volledig worden nageleefd en niet opnieuw ter discussie worden gesteld. Men moet zich blijven toeleggen op de uitvoering van de Geneefse toezeggingen, en zich daarbij vooral wijden aan een beperkt aantal prioriteiten op reeds in de conclusies van december 2004 omschreven gebieden, namelijk een bevorderlijk klimaat, een beperkt aantal prioritaire toepassingen, met name e-inclusie, e-overheid, e-leren, e-gezondheid en e-business, een ruim gebruik van de resultaten van Onderzoek en Ontwikkeling, met inbegrip van innovatie voor ontwikkeling en de uitbreiding van communicatie- en onderzoeks- infrastructuren naar partners in de gehele wereld. b) om de sinds de eerste WSIS-fase gemaakte vooruitgang te gebruiken en verdere acties te stimuleren op gebieden zoals: • de verbetering van de toegang op basis van de vooruitgang die in de in opkomst zijnde economieën is waargenomen en die het gevolg is van het creëren van het juiste, bevorderlijke klimaat; • de ontwikkeling van creatieve inhoud en toepassingen middels alomvattende strategieën voor de ontwikkeling van de informatiemaatschappij, met nadruk op inclusie, een beter leven voor de burgers, ICT in dienst van de democratie, en een krachtiger crisisbeheersing en rampenpreventie. c) voor de beginselen in de conclusies van de Raad over de financiële mechanismen, die op 17 februari 2005 zijn aangenomen en waarin nogmaals wordt gesteld dat bestaande mechanismen voor ontwikkelingssamenwerking of doeltreffende wijze dienen te worden gebruikt. Voorts zijn de lidstaten en de Europese Gemeenschap het op 24 mei 2005 eens geworden over een nieuw collectief EU-streefgetal van 0,56% officiële ontwikkelings- hulp (ODA)/Bruto nationaal inkomen(BNI) vóór 2010, wat dan moet leiden tot 20 miljard euro extra per jaar aan ODA . d) voor het standpunt over internetbeheer, vervat in de op 13 oktober 2004 aangenomen richtsnoeren inzake internetbeheer die in december 2004 door de Raad zijn onderschreven. Binnen deze richtsnoeren heeft de Raad zijn ideeën over de internationalisering van het internetbeheer verder uitgewerkt. De internationalisering van het beheer van de kernbestanddelen van het internet, namelijk het systeem van de domeinnamen, de IP-adressen, alsmede het "root server system", is het belangrijkste onderwerp van dit debat. De Raad bepleit een nieuw samenwerkingsmodel dat concreet gestalte moet geven aan de bepalingen in de beginselverklaring van de WSIS over de cruciale rol van allen die met internetbeheer te maken hebben, met inbegrip van de regeringen, de particuliere sector, de civiele samenleving en de internationale organisaties. De bestaande mechanismen voor internetbeheer moeten worden geschraagd op een solidere, democratische, doorzichtige en mulitalerale basis, met meer nadruk op het belang dat alle regeringen hebben bij de openbare orde. De rol van de internationale en intergouvernementele organisaties op het gebied van het internetbeheer moet worden verduidelijkt. 10566/05 pau/YEN/ls 15 BIJLAGE I CAB NL De Raad erkent in dit verband de bijdrage van internationale en intergouvernementele organisaties en moedigt samenwerking op dit gebied aan. Het nieuwe samenwerkings- model moet gebaseerd zijn op het huidige publiek-private partnerschap van onderop; tevens moet het een platform bieden voor een beleidsdialoog ten behoeve van alle regeringen, met een lichte, flexibele aanpak die een snelle respons garandeert. Het nieuwe model moet worden gedragen door onderstaande beginselen: • het komt niet in de plaats van bestaande mechanismen of instellingen, maar bouwt voort op de bestaande structuren voor internetbeheer, met bijzondere nadruk op de complementariteit van allen die in dit proces een rol spelen, met inbegrip van de regeringen, de particuliere sector, de civiele samenleving en internationale organisaties; • het nieuwe publieke-private samenwerkingsmodel draagt bij aan de duurzame stabiliteit en degelijkheid van het internet door op passende wijze in te gaan op vraagstukken betreffende openbare orde die te maken hebben met essentiële aspecten van het internetbeheer. |