Artikel I-2: De waarden van de Unie
De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Dit artikel geeft een korte opsomming van de fundamentele waarden van Europa. Deze waarden zijn in belangrijke mate overgenomen uit artikel 6, eerste lid, van het EU-Verdrag i. In de slotfase van de IGC i zijn op uitdrukkelijk verzoek van enkele lidstaten ook de rechten van minderheden opgenomen. Deze waren niet opgenomen in de het EG-Verdrag en het EU-Verdrag.
De waarden van de Unie zijn gekoppeld aan de bepalingen van artikel I-59 i, waarin een (tijdelijke) schorsingsmogelijkheid van lidstaten is vervat. Een duidelijk gevaar van ernstige schending van één van de waarden uit artikel I-2 door een lidstaat kan de procedure van waarschuwing en sanctie tegen deze lidstaat in gang zetten.
Algemene toelichting
Elke democratische samenleving is gebaseerd op gemeenschappelijke waarden en op de eerbiediging van de grondrechten. Deze waarden en rechten worden ten volle in aanmerking genomen in de Europese Grondwet.
De Grondwet herinnert aan de waarden van de Unie : eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en de eerbiediging van de mensenrechten. Een Europese staat die wil toetreden tot de Unie moet deze waarden eerbiedigen.
Zoals ook België had voorgesteld maakt het Handvest van de Grondrechten integrerend deel uit van de Europese Grondwet. Het Handvest was door de Unie als een politieke verklaring afgekondigd. Het Handvest maakte echter geen deel uit van de Verdragen van de Unie, en was dus juridisch niet rechtstreeks bindend. Dankzij de opname in de Grondwet krijgt het Handvest een grondwettelijke waarde.
De Grondwet maakt ook de weg vrij voor de toetreding van de Unie tot het Europees Verdrag ter bescherming van de rechten van de mens. België is voorstander van deze toetreding, die door voorgaande IGC's werd afgewezen.
Bij dit artikel
Vanaf het begin van de grondwet (artikel 2) wordt herinnerd aan de fundamentele waarden van de Unie : eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren.
Deze bepaling is niet zomaar een verklaring. Ze moet in samenhang worden gezien met artikel I-59 i, dat voorziet in een procedure waarbij de rechten van een lidstaat die de waarden van de Unie niet respecteert, kunnen worden geschorst. Het respect voor de waarden is volgens artikel I-1 ook een vereiste voor toetreding tot de Unie.
De waarde « gelijkheid » omvat de gelijkheid van mannen en vrouwen.
In de tweede zin van artikel 2, die de kenmerken van de Europese samenleving formuleert, wordt ook meer expliciet verwezen naar de gelijkheid van vrouwen en mannen.
De andere kenmerken van de Unie die in deze bepaling worden aangehaald zijn pluralisme, nondiscriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid en solidariteit.
De waarden waarop de Unie berust, en die alle lidstaten met elkaar gemeen hebben, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten. De Unie wil een vreedzame samenleving zijn waar tolerantie, rechtvaardigheid en solidariteit heersen.
Dit artikel is gericht op de essentie, namelijk een korte opsomming van de fundamentele waarden van Europa. Deze aanpak is des te meer gerechtvaardigd daar een duidelijk gevaar van ernstige schending van één van deze waarden door een lidstaat zou volstaan om de procedure van waarschuwing en sanctie tegen deze lidstaat in te leiden (zie artikel 45 i van het voorontwerp van verdrag, waarin het mechanisme van artikel 7 VEU zal worden overgenomen), zelfs ingeval een schending zich zou voordoen op een gebied waar de betrokken lidstaat autonoom optreedt (en er dus geen verband met het recht van de Unie is).
Dit artikel kan derhalve niet anders dan een kern van waarden bevatten die terzelfder tijd aan twee criteria voldoen:
-
-enerzijds moeten deze waarden zo fundamenteel zijn dat zij behoren tot het wezen zelf van een vreedzame samenleving die tolerantie, rechtvaardigheid en solidariteit toepast;
-
-anderzijds moeten zij een duidelijke en niet-betwiste juridische grondslag hebben, zodat de lidstaten kunnen weten welke de daaruit voortvloeiende afdwingbare verplichtingen zijn.
Dat neemt uiteraard niet weg dat in de Grondwet nog andere elementen die deel uitmaken van de "ethiek" van de Unie kunnen worden opgenomen of nader uitgewerkt, en wel op verschillende andere plaatsen zoals bijvoorbeeld in de Preambule, in artikel 3 i betreffende de algemene doelstellingen van de Unie, in het Handvest van de grondrechten (dat evenwel niet van toepassing is op het autonome optreden van de lidstaten, in tegenstelling tot dit artikel), in titel VI i over het "democratisch leven", alsmede in de bepalingen waarin de specifieke doelstellingen van de diverse beleidsterreinen worden verankerd.
De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, gelijkheid, solidariteit en verbod van discriminatie.
De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en verbod van discriminatie.
De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen.
De waarden waarop de Unie berust, zijn eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Deze waarden hebben de lidstaten gemeen in een samenleving die gekenmerkt wordt door pluralisme, non-discriminatie, verdraagzaamheid, rechtvaardigheid, solidariteit en gelijkheid van vrouwen en mannen.