Artikel 101: Zittingsduur; Eisen leden; Eed of verklaring; vergoeding reis- en verblijfskosten; Roulatie leden

100
Artikel 101
102

De leden der Eerste Kamer worden gekozen voor zes jaren. Artikel 96 i is op hen van toepassing.

Zij leggen bij het aanvaarden hunner betrekking gelijke eden (beloften en verklaring) af, als voor de leden der Tweede Kamer zijn bepaald, hetzij in handen van de Koning, hetzij in de vergadering der Eerste Kamer in handen van de Voorzitter, daartoe door de Koning gemachtigd.

Zij genieten reis- en verblijfkosten volgens de wet.

De helft treedt om de drie jaren af. De uitvallende leden zijn dadelijk herkiesbaar.

1.

Ontwikkeling artikel

1798

Ter daarstellinge dezer verdeeling in twee Kamers, houden alle de Leden van dit Lichaam, jaarlijks, op den laatsten Dingsdag der maand Julij, eene algemeene Vergadering, kiezen alsdan, uit het volle getal van alle de verkozenen i tot het Vertegenwoordigend Lichaam, dertig Leden, welke de Tweede Kamer uitmaken, vormende de overige Leden te zamen de Eerste Kamer.

1814

Aan de Staten der Provinciën of Landschappen wordt opgedragen het verkiezen der leden van de vergadering der Staten-Generaal, in of buiten hun midden, en zoo veel doenlijk, uit alle de oorden van hunne Provincie of Landschap.

1815

De andere kamer, welke den naam van eerste draagt, is zamengesteld uit niet minder dan veertig en niet meerder dan zestig leden, den vollen ouderdom van veertig jaren bereikt hebbende, welke door den Koning voor hun leven benoemd worden, en gekozen uit hen die door diensten aan den Staat bewezen, door hunne geboorte of gegoedheid onder de aanzienlijksten van den lande behooren.

1840

De andere kamer, welke den naam van Eerste draagt, is zamengesteld uit niet minder dan twintig en niet meerder dan dertig leden, den vollen ouderdom van veertig jaren bereikt hebbende, welke door den Koning voor hun leven benoemd worden, en gekozen uit hen, die door diensten aan den Staat bewezen, door hunne geboorte of gegoedheid onder de aanzienlijksten van den Lande behooren.

1848

De leden der Eerste Kamer hebben zitting gedurende negen jaren.

Een derde gedeelte treedt om de drie jaren af, volgens een daarvan te maken rooster. De uitvallende leden zijn dadelijk weder verkiesbaar. Art. 82 i is op hen van toepassing.

Zij leggen, bij het aanvaarden hunner betrekking, in handen van den Koning gelijke eeden (beloften en verklaring) af, als voor de leden der Tweede Kamer i zijn bepaald.

Zij genieten reis- en verblijfkosten volgens de wet.

1887

De leden der Eerste Kamer worden gekozen voor negen jaren. Artikel 86 i is op hen van toepassing.

Zij leggen bij het aanvaarden hunner betrekking gelijke eeden (beloften en verklaring) af, als voor de leden der Tweede Kamer zijn bepaald, hetzij in handen van den Koning, hetzij in de vergadering der Eerste Kamer in handen van den Voorzitter, daartoe door den Koning gemagtigd.

Zij genieten reis- en verblijfkosten volgens de wet.

Een derde gedeelte treedt om de drie jaren af volgens een daarvan te maken rooster. De uitvallende leden zijn dadelijk herkiesbaar.

1917: art 91
1922

De leden der Eerste Kamer worden gekozen voor zes jaren. Artikel 87 i is op hen van toepassing.

Zij leggen bij het aanvaarden hunner betrekking gelijke eeden (beloften en verklaring) af, als voor de leden der Tweede Kamer zijn bepaald, hetzij in handen van den Koning, hetzij in de vergadering der Eerste Kamer in handen van den Voorzitter, daartoe door den Koning gemachtigd.

Zij genieten reis- en verblijfkosten volgens de wet.

De helft treedt om de drie jaren af. De uitvallende leden zijn dadelijk herkiesbaar.

1938: art 94, 1948: art 94, 1953: art 101
1956

De leden der Eerste Kamer worden gekozen voor zes jaren. Artikel 96 i is op hen van toepassing.

Zij leggen bij het aanvaarden hunner betrekking gelijke eden (beloften en verklaring) af, als voor de leden der Tweede Kamer zijn bepaald, hetzij in handen van de Koning, hetzij in de vergadering der Eerste Kamer in handen van de Voorzitter, daartoe door de Koning gemachtigd.

Om de drie jaren treden beurtelings acht en dertig leden en zeven en dertig leden af. De uitvallende leden zijn dadelijk herkiesbaar.

De leden genieten volgens regels door de wet te stellen vergoeding van kosten, welke uit de vervulling van de betrekking voortvloeien. De Voorzitter geniet bovendien een jaarlijkse toelage, waarvan het bedrag bij de wet wordt bepaald. Op de wet betreffende de toelage is het bepaalde bij het laatste lid van artikel 30 i van toepassing.

1963: art 101
1972

De leden der Eerste Kamer worden gekozen voor zes jaren. Artikel 96 i is op hen van toepassing.

Zij leggen bij het aanvaarden hunner betrekking gelijke eden (beloften en verklaring) af, als voor de leden der Tweede Kamer zijn bepaald, hetzij in handen van de Koning, hetzij in de vergadering der Eerste Kamer in handen van de Voorzitter, daartoe door de Koning gemachtigd.

Om de drie jaren treden beurtelings acht en dertig leden en zeven en dertig leden af. De uitvallende leden zijn dadelijk herkiesbaar.

De wet regelt de geldelijke voorzieningen ten behoeve van de leden. De Kamers der Staten-Generaal kunnen het ontwerp van deze wet alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.