Artikel 51: Omvang Vertegenwoordigend Lichaam is bevolkingsafhankelijk

50
Artikel 51
52

Het geheel Vertegenwoordigend Lichaam i bestaat uit zooveele Leden, als er twintig duizend tallen Zielen in de Bataafsche Republiek gevonden worden.

1.

Ontwikkeling artikel

1798

Het geheel Vertegenwoordigend Lichaam i bestaat uit zooveele Leden, als er twintig duizend tallen Zielen in de Bataafsche Republiek gevonden worden.

1801

Het Wetgevend Lichaam bestaat uit vijf en dertig Personen, welke voor de eerste maal dadelyk worden benoemd door het Staats-Bewind, geduurende de eerste agt dagen na deszelfs installatie.

1805

De Vergadering van Wetten van Hun Hoog Mogenden bestaat uit negentien Leden, voor den tijd van drie Jaren verkozen, en benoemd door de Leden van de Departementale Besturen in de volgende evenredigheid, te weten

  • Door het Departement Holland, zeven Leden;
  • Door het Departement Zeeland, Een Lid;
  • Door het Departement Utrecht, Een Lid;
  • en door ieder der overige Departementen, Twee Leden.
1806

Het Wetgevend Ligchaam zal bestaan uit Negen-en-dertig Leden, gekozen voor vijf jaren, en benoemd in de volgende evenredigheid:

Van het Departement Holland 17 Leden,

Van het Departement Gelderland 4 Leden,

Van het Departement Braband 4 Leden,

Van het Departement Vriesland 3 Leden,

Van het Departement Overijssel 3 Leden,

Van het Departement Groningen 3 Leden,

Van het Departement Zeeland 2 Leden,

Van het Departement Utrecht 2 Leden,

Van het Landschap Drenthe 1 Leden,

Het getal der Leden van de Vergadering van Hun Hoog Mogenden zal door worden vermeerderd, in geval van vergrooting van Grondgebied.

1814

De vergadering der Staten Generaal bestaat uit vijf en vijftig leden.

Deze worden benoemd door de Staten der bovengemelde Provinciën of Landschappen in de volgende evenredigheid:

Uit Gelderland 6.

Uit Holland 22.

Uit Zeeland 3.

Uit Utrecht 3.

Uit Vriesland 5.

Uit Overijssel 4.

Uit Groningen 4.

Uit Braband 7.

Uit Drenthe 1.

1815

Eene dier kamers bestaat uit 110 leden, benoemd door de Staten der Provinciën, te weten: voor

Noord-Braband 7.

Zuid-Braband 8.

Limburg 4.

Gelderland 6.

Luik 6.

Oost-Vlaanderen 10.

West-Vlaanderen 8.

Henegouwen 8.

Holland 22.

Zeeland 3.

Namen 2.

Antwerpen 5.

Utrecht 3.

Vriesland 5.

Overijssel 4.

Groningen 4.

Drenthe 1.

Luxemburg 4.

Leden: 110

1840

Eene dier kamers bestaat uit 58 leden, benoemd door de Staten der Provinciën, te weten: voor

Noord-Braband 7.

Gelderland 6.

Zuid-Holland 12.

Noord-Holland 10.

Zeeland 3.

Utrecht 3.

Vriesland 5.

Overijssel 4.

Groningen 4.

Drenthe 1.

Hertogdom Limburg 3.

58 leden.

1848

Het getal van de leden der Tweede Kamer wordt bepaald naar de bevolking, voor ieder 45.000 één.

De verdere regels ten aanzien van het kiesregt stelt de kieswet.

1887

De Tweede Kamer bestaat uit honderd leden, die gekozen worden in kiesdistricten.

De verdeeling van het Rijk in kiesdistricten en alles wat verder het kiesregt en de wijze van verkiezing betreft wordt door de wet geregeld.

1917

De Tweede Kamer bestaat uit honderd leden, gekozen op den grondslag van evenredige vertegenwoordiging.

Alles wat verder het kiesrecht en de wijze van verkiezing betreft, wordt door de wet geregeld.

1922: art 82
1938

De Tweede Kamer bestaat uit honderd leden, gekozen op den grondslag van evenredige vertegenwoordiging binnen door de wet te stellen grenzen.

Alles wat verder het kiesrecht en de wijze van verkiezing betreft, wordt door de wet geregeld.

1948: art 84, 1953: art 91
1956

De Tweede Kamer bestaat uit honderd en vijftig leden, gekozen op de grondslag van evenredige vertegenwoordiging binnen door de wet te stellen grenzen.

Alles wat verder het kiesrecht en de wijze van verkiezing betreft, wordt door de wet geregeld.

1963: art 91, 1972: art 91
1983
  • 1. 
    De leden van beide kamers worden gekozen op de grondslag van evenredige vertegenwoordiging binnen door de wet te stellen grenzen.
  • 2. 
    De verkiezingen worden gehouden bij geheime stemming.
1987: art 53, 1995: art 53, 1999: art 53, 2000: art 53, 2002: art 53, 2005: art 53, 2006: art 53, 2008: art 53, 2017: art 53, 2018: art 53, 2022: art 53