Artikel 1: Provinciën
Het Koningrijk der Nederlanden (zoo als hetzelve omschreven is bij het tractaat tusschen de Mogendheden van Europa, op het congres van Weenen vergaderd, gesloten en geteekend op den 9den Junij 1815), bestaat uit de volgende Provinciën :
Braband, (Noord-)
Braband, (Zuid-),
Limburg, Gelderland,
Luik, Vlaanderen, (Oost-),
Vlaanderen, (West-),
Henegouwen,
Holland,
Zeeland,
Namen,
Antwerpen,
Utrecht,
Vriesland,
Overijssel,
Groningen en Drenthe.
Het Groot-Hertogdom van Luxemburg, in de grenzen bij het gemelde tractaat bepaald, onder dezelfde Souvereiniteit als het Koningrijk der Nederlanden geplaatst zijnde, zal dezelfde grondwet hebben, behoudens deszelfs betrekkingen tot het duitsch verbond.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Bij de verdeeling van het Rijk hebben wij voor de noordelijke provinciën die der eerste grondwet behouden, en alzoo aan elke provincie hare oude grenzen met weinige veranderingen, die haar belang zelve kenschetst. Gelijk belang heeft ons bewogen voor de zuidelijke provinciën eenen tegengestelden grond aan te nemen en de uitgestrektheid der tegenwoordige departementen te behouden, met verandering alleenlijk van de benamingen (art. 2). Een tijdverloop van meer dan 20 jaren heeft tusschen de ingezetenen der departementen betrekkingen daargesteld, welke men niet kan losscheuren, zonder ontallijke belangen te kwetsen en eene verwarring te weeg te brengen, even moeijlijk voor de regering, als onnut ja schadelijk voor de ingezetenen zelve.
Wij hebben den rang der provinciën bepaald, zoo als die vóór hare scheiding bestond ten tijde van Karel den Vijfden.
De provincie Luxemburg, welke den titel van Groot-Hertogdom voert en die voor Uwe Majesteit en deszelfs Huis de plaats der vorige Duitsche Staten bekleedt is voor het Rijk eene zeer belangrijke aanwinst. Wij weten, Sire! dat verdragen tusschen de leden van Uw vorstelijk geslacht gesloten, aan den tweeden Uwer Zonen bepaalde regten op de Nassausche Staten gewaarborgd hebben; maar wij geloven, Sire! dat aan de Staten-Generaal moet worden overgelaten, om hetzij bij eener overgift van domeinen, of op eenige andere wijze daaromtrent de vergoeding voor te stellen welke het meest geschikt zijn zal om te voldoen aan hetgeen de billijkkheid en de erkentenis der natie voorschrijft.
_ Wij verstouten ons nog, Sire! den wensch te uiten, dat, met overeenstemming Uwer Bondgenooten zoodanige schikkingen gemaakt worden, door welke het Groot-Hertogdom Luxemburg nimmer en in geen geval kan ophouden een gedeelte van het Koninkrijk uit te maken; deze wensch is gegrond op het belang van den Staat, maar niet minder op dat van Europa zelve.
Het tegenwoordig Grondgebied der Bataafsche Republiek is verdeeld in Agt Departementen, met naame:
Het Eerste Departement: van den Eems.
Tweede Departement: van den Ouden Yssel.
Derde Departement: van den Rhijn.
Vierde Departement: van den Amstel.
Vijfde Departement: van Texel.
Zesde Departement: van de Delf.
Zevende Departement: van de Dommel.
Agtste Departement: van de Schelde en Maas.
Deszelfs grondgebied in Europa blyft verdeeld in agt Departementen, welker grensscheidingen zullen zyn, die der voormalige Gewesten,
zullende het Landschap Drenthe vereenigd blyven met het voormalig Gewest Overyssel,
en Bataafsch Braband het afzonderlyk agste Departement uitmaken:
terwyl Ameland wordt verklaard te behooren onder het Departement Friesland,
Wedde en Westwoldingerland onder Groningen,
Ysselstein onder Holland,
Vianen onder Utrecht, en
Kuilenburg en Buren onder Gelderland.
En zal nader door de Wet worden bepaald, aan welk Departement of Departementen de Landen zullen worden toegevoegd met welke de Republiek reeds is of verder mogt worden vergroot.
Het Grondgebied van het Bataafsch Gemeenebest in Europa blijft in acht Departementen, welker Grensscheidingen zullen zijn die der voormalige Gewesten.
Het Landschap Drenthe blijft, provisioneel vereenigd met het voormalig Gewest Overijssel, zullende door de Wet daaromtrent nadere bepalingen kunne worden gemaakt; en Bataafsch Braband en afzonderlijk Achtste Departement.
Ameland behoort onder het Departement Vriesland.
Wedde en West-Woldingerlan, onder Groningen.
IJsselstein, mitsgaders de Schout-ambten van Benschop, en Noord-Polsbroek, alsmede Leerdam en Sommelsdijk, onder Holland.
Kuilenburg en Buren, onder Gelderland.
De Wet bepaalt, aan welk Departement of Departementen de Landen zullen worden toegevoegd, met welke het Gemeenebest reeds is, of verder als eene, aan hetzelve verschuldigde Schadevergoeding, mogt worden vergroot, mitsgaders zoodanige voormalige Heerlijkheden of Districten, welke tot geen der vorige Gewesten of Departementen behoord hebben; zullende de Wet mede bepalingen kunnen maken omtrent zulke Districten, welke door de Wet worden bepaald.
Het Rijk is één, en blijft verdeeld in Departementen, Ringen en Gemeenten.
De Wet bepaalt de inrigting van de Departementale- en Gemeente-Besturen.
Het Nederlandsche Volk bestaat uit de Ingezetenen der volgende negen Provinciën of Landschappen, welke te zamen het tegenwoordige grondgebied der Vereenigde Nederlanden in Europa uitmaken, als:
Gelderland,
Holland,
Zeeland,
Utrecht,
Vriesland,
Overijssel,
Groningen,
Braband en
Drenthe.
Het Koningrijk der Nederlanden (zoo als hetzelve omschreven is bij het tractaat tusschen de Mogendheden van Europa, op het congres van Weenen vergaderd, gesloten en geteekend op den 9den Junij 1815), bestaat uit de volgende Provinciën :
Braband, (Noord-)
Braband, (Zuid-),
Limburg, Gelderland,
Luik, Vlaanderen, (Oost-),
Vlaanderen, (West-),
Henegouwen,
Holland,
Zeeland,
Namen,
Antwerpen,
Utrecht,
Vriesland,
Overijssel,
Groningen en Drenthe.
Het Groot-Hertogdom van Luxemburg, in de grenzen bij het gemelde tractaat bepaald, onder dezelfde Souvereiniteit als het Koningrijk der Nederlanden geplaatst zijnde, zal dezelfde grondwet hebben, behoudens deszelfs betrekkingen tot het duitsch verbond.
Het Koningrijk der Nederlanden bestaat uit de volgende Provinciën :
Noord-Braband,
Gelderland,
Zuid-Holland,
Noord-Holland,
Zeeland,
Utrecht,
Vriesland,
Overijssel,
Groningen en Drenthe,
mitsgaders het Hertogdom Limburg; behoudens de betrekkingen van dat Hertogdom, met uitzondering der vestingen Maastricht en Venlo en van derzelver kringen, tot het Duitsche Verbond.
Het Koningrijk der Nederlanden omvat het grondgebied in Europa, benevens de koloniën en bezittingen in andere werelddeelen.
Het Koninkrijk der Nederlanden omvat het grondgebied van Nederland, Nederlandsch-Indië, Suriname en Curaçao.
Het Koninkrijk der Nederlanden omvat het grondgebied van Nederland, Indonesië, Suriname en de Nederlandse Antillen.
Het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden omvat Nederland, Suriname, de Nederlandse Antillen en Nederlands Nieuw-Guinea.
Het grondgebied van het Koninkrijk der Nederlanden omvat Nederland, Suriname en de Nederlandse Antillen.