Artikel 34: Verkiezing leden per toerbeurt
Alle Jaren zal één lid van het Staats-Bewind aftreden, het welk voor de eerstemaal plaats zal hebben op den eersten November 1802, voor welken tyd by loting de rang zal worden bepaald, volgens welken de jaarlyksche aftreding der Leden zal geschieden. Tot vervulling der openvallende plaatsen, zullen de Departementale Bestuuren volgens derzelver na te melden rang en tourbeurten, eene nominatie van vier personen aan het Staats-Bewind inzenden, uit welke hetzelve 'er twee aan het Wetgevend Lichaam zal voordragen, om uit dezelven de aanstelling van een nieuw Lid te doen,
Ter, einde de keuze der Leden van het Staats-Bewind, zo veel mogelyk, op eenen geëvenredigden voet uit de geheele Natie te doen geschieden, worden de tourbeurten der Departementale Bestuuren tot het inzenden der bovengemelde Nominatie in cas van vacature, bepaald op de volgende wyze : als
-
1)het Departement van Holland,
-
2)van Zeeland,
-
3)van Friesland,
-
4)van Braband,
-
5)van Holland,
-
6)van Groningen,
-
7)van Utrecht,
-
8)van Overyssel,
-
9)van Gelderland,
-
10)van Holland,
-
11)van Zeeland en
-
12)van Gelderland ;
met dien verstande, echter, dat de elfde en twaalfde beurten telkens uit nominatiën van twee andere Departementen zullen worden vervuld als:
-
1)van Zeeland en Gelderland,
-
2)van Friesland en Overyssel,
-
3)van Braband en Utrecht, en
-
4)van Groningen en Holland en zoo vervolgens.
Alle tusschentyds openvallende Plaatsen, welke reeds eenmaal achtervolgens de bovenstaande tourbeurten vervuld zyn geworden, zullen opnieuw vervuld worden uit nominatiën van dezelfde Departementen, welke de uitvallende Leden hebben voorgedragen: doch de tusschentyds openvallende Plaatsen van de eerste Leden zullen vervuld worden door het Wetgevend Lichaam uit eene nominatie van het Staats-Bewind van drie personen; en zullen de nieuw benoemde in beide gevallen zitting hebben voor den tyd, geduurende welken de uitgevallene Leden nog zouden hebben moeten zitten.
Jaarlijks treed één Lid van het Uitvoerend Bewind af. De wijze word bepaald bij het Reglement, LETT. C.
Alle Jaren zal één lid van het Staats-Bewind aftreden, het welk voor de eerstemaal plaats zal hebben op den eersten November 1802, voor welken tyd by loting de rang zal worden bepaald, volgens welken de jaarlyksche aftreding der Leden zal geschieden. Tot vervulling der openvallende plaatsen, zullen de Departementale Bestuuren volgens derzelver na te melden rang en tourbeurten, eene nominatie van vier personen aan het Staats-Bewind inzenden, uit welke hetzelve 'er twee aan het Wetgevend Lichaam zal voordragen, om uit dezelven de aanstelling van een nieuw Lid te doen,
Ter, einde de keuze der Leden van het Staats-Bewind, zo veel mogelyk, op eenen geëvenredigden voet uit de geheele Natie te doen geschieden, worden de tourbeurten der Departementale Bestuuren tot het inzenden der bovengemelde Nominatie in cas van vacature, bepaald op de volgende wyze : als
-
1)het Departement van Holland,
-
2)van Zeeland,
-
3)van Friesland,
-
4)van Braband,
-
5)van Holland,
-
6)van Groningen,
-
7)van Utrecht,
-
8)van Overyssel,
-
9)van Gelderland,
-
10)van Holland,
-
11)van Zeeland en
-
12)van Gelderland ;
met dien verstande, echter, dat de elfde en twaalfde beurten telkens uit nominatiën van twee andere Departementen zullen worden vervuld als:
-
1)van Zeeland en Gelderland,
-
2)van Friesland en Overyssel,
-
3)van Braband en Utrecht, en
-
4)van Groningen en Holland en zoo vervolgens.
Alle tusschentyds openvallende Plaatsen, welke reeds eenmaal achtervolgens de bovenstaande tourbeurten vervuld zyn geworden, zullen opnieuw vervuld worden uit nominatiën van dezelfde Departementen, welke de uitvallende Leden hebben voorgedragen: doch de tusschentyds openvallende Plaatsen van de eerste Leden zullen vervuld worden door het Wetgevend Lichaam uit eene nominatie van het Staats-Bewind van drie personen; en zullen de nieuw benoemde in beide gevallen zitting hebben voor den tyd, geduurende welken de uitgevallene Leden nog zouden hebben moeten zitten.
De Raadpensionaris wordt verkozen door de Vergadering van Hun Hoog Mogenden, bij volstrekte meerderheid van Stemmen der Negentien Leden. Hij wordt benoemd voor den tijd van vijf jaren, en is altijd weder verkiesbaar.