Omvangrijke studie verschenen over de Vrijzinnig-Democratische Bond
Jongstleden woensdag is aan de Universiteit van Amsterdam Meine-Henk Klijnsma gepromoveerd op een studie over de Vrijzinnig-Democratische Bond. Deze links-liberale politieke partij kwam voort uit de Liberale Unie i en ging in 1946 op in de Partij van de Arbeid. Toch meent Klijnsma dat de VDB (en het sociaal-liberalisme) als aparte stroming in de Nederlandse politiek moet worden beschouwd. D66 kan als haar opvolger worden gezien.
Klijnsma beschrijft uitvoerig geschiedenis, standpunten en electoraat van de VDB. Hij laat de partijgeschiedenis in 1870 beginnen toen er een duidelijke sociaal-liberale stroming ontstond, die onder meer streefde naar sociale wetgeving, uitbreiding van het kiesrecht en leerplicht. De partij droeg daarna sterk bij aan versterking verdere democratisering, onder meer door voorop te gaan in de strijd voor vrouwenkiesrecht. De titel van het werk luidt dan ook: "Om de democratie".
De VDB was zowel door vooraanstaande politici als Drucker i, Treub i, Bos i, Marchant i en Oud i, als door haar bereidheid tot samenwerking, een politieke factor van belang. Enkele keren nam de VDB deel aan kabinetten. Aanvankelijk was dat in bondgenootschap met de liberalen, in de jaren dertig in een breed samengesteld crisiskabinet onder Colijn.
Ook aan de vrijzinnig-democratische stroming na 1946 besteedt Klijnsma aandacht. Die stroming was aanvankelijk vooral vertegenwoordigd in de PvdA, waar vrijzinnig-democraten als Joekes i en Vondeling i een belangrijke rol speelden. De VVD telde eveneens lange tijd diverse oud-VDB'ers, van wie Oud de bekendste is.
bron: PDC