Dr. A. (Anne) Vondeling
PvdA-voorman, minister en Kamervoorzitter. Markante politicus uit de tweede helft van de twintigste eeuw. Werd in 1946 als vrijzinnig-democraat op jonge leeftijd Tweede Kamerlid voor de PvdA en in 1958 minister van Landbouw. Volgde in 1962 Burger i op als partijleider en werd een populair politicus. Verspeelde die populariteit echter grotendeels weer door zijn optreden als minister van Financiën in het kabinet-Cals i. Keerde na zijn ministerschap terug in de Tweede Kamer en werd in 1972 Kamervoorzitter. Was een krachtig pleitbezorger voor een Tweede Kamer die volgens hem als 'leeuw' in plaats van als 'lam' moest optreden. Rechtlijnig, onafhankelijk en gerespecteerd Kamervoorzitter. Behendig politicus en scherpzinnig opmerker. Verongelukte - hij was inmiddels Europarlementariër - in 1979 in België.
PvdA
functie(s) in de periode 1946-1979: lid Tweede Kamer, voorzitter Tweede Kamer, fractievoorzitter TK, minister, viceminister-president, partijvoorzitter, lid Europees Parlement, politiek leider
Inhoudsopgave van deze pagina:
Anne (Anne)
wijziging in naam en/of titulatuur
-
-Ir. A. Vondeling, van 30 september 1940 tot 14 april 1948 (tot zijn promotie)
-
-Dr. A. Vondeling, vanaf 14 april 1948
geboorteplaats en -datum
Appelscha (gem. Ooststellingwerf), 2 maart 1916
overlijdensplaats en -datum
Mechelen (België), 22 november 1979partij(en)
-
-VDB (Vrijzinnig-Democratische Bond), tot 9 februari 1946
-
-PvdA (Partij van de Arbeid), vanaf 9 februari 1946
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 25 juli 1946 tot 12 januari 1958
-
-minister van Landbouw, Visserij en Voedselvoorziening, van 13 januari 1958 tot 22 december 1958 (benoemd bij K.B. van 11 januari 1958)
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 20 maart 1959 tot 14 april 1965
-
-buitengewoon hoogleraar kennis van de internationale organisaties, in het bijzonder in verband met de landbouw en voedselpolitiek, Rijksuniversiteit Groningen, van 28 februari 1961 tot 1 oktober 1963 (benoemd in november 1960)
-
-lid Provinciale Staten van Friesland, van 6 juni 1962 tot 25 september 1962
-
-fractievoorzitter PvdA Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 25 september 1962 tot 14 april 1965
-
-minister van Financiën en viceminister-president, van 14 april 1965 tot 22 november 1966
-
-lid Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 23 februari 1967 tot 17 juli 1979
-
-voorzitter PvdA, van 7 maart 1969 tot 1 mei 1971
-
-voorzitter Tweede Kamer der Staten-Generaal, van 7 december 1972 tot 17 juli 1979
-
-lid Europees Parlement, van 17 juli 1979 tot 22 november 1979
U ziet een selectie van de loopbaan. In de uitgebreide versie is de gehele loopbaan in te zien.
In de uitgebreide versie is een overzicht van partijpolitieke functies opgenomen.
-
-voorzitter ABAL (Stichting Afzetbevordering van Artikelen uit Ontwikkelingslanden)
-
-lid Raad van Commissarissen Coöperatieve Zuivelbank te Leeuwarden
afgeleide functies, presidia etc. (2/28)
-
-voorzitter bijzondere commissie voor de zaak-Aantjes (Tweede Kamer der Staten-Generaal), van 7 november 1978 tot 17 juli 1979
-
-lid Presidium (Europees Parlement), van 17 juli 1979 tot 22 november 1979
comités van aanbeveling, erefuncties etc.
-
-erevoorzitter Vereniging van Landbouwboekhoudbureaus in Nederland
-
-erelid Club van Actieve Niet-Rokers
U ziet een selectie van de nevenfuncties. In de uitgebreide versie is een overzicht van nevenfuncties in te zien.
In de uitgebreide versie is een overzicht van de opleiding(en) opgenomen.
als parlementariër (3/14)-
-Behoorde in 1971 tot de dertien leden van zijn fractie die vóór het wetsvoorstel Verlenging (en beëindiging) Wet premiekerkenbouw stemden
-
-Bewerkstelligde in 1976 als Kamervoorzitter dat er jaarlijks een lijst met nevenfuncties van Kamerleden zou worden gepubliceerd
-
-Stelde in 1978 schriftelijke vragen aan staatssecretaris Smit-Kroes over het mogelijk vervangen van de naam Schiphol door een 'uitheemse' naam
opvallend stemgedrag (0/7)
In de uitgebreide versie is een overzicht van opvallend stemgedrag opgenomen.
als bewindspersoon (beleidsmatig) (3/5)
-
-In het kabinet-Cals was hij als minister van Financiën verantwoordelijk voor een expansief overheidsbeleid, waarbij onder meer extra middelen werden voorzien voor cultuur, welzijn, onderwijs, landbouw, woningbouw en wegen. Vanwege financiële tegenvallers en een lichte recessie was in 1966 beperking daarvan noodzakelijk. Desondanks werd voor 1967 een extra stijging van de uitgaven met f 2 miljard voorzien. Ter dekking werden onder meer verhoging van de vermogens- en vennootschapsbelasting en van accijnzen op minder noodzakelijke goederen (tabak, alcoholische dranken) voorgesteld. Zijn plannen tot afschaffing van de tijdelijke vrijstelling van omzetbelasting op schoenreparaties en textiel stuitten in 1966 op veel verzet en moesten worden teruggenomen.
-
-Diende in 1966 samen met de ministers Cals en Smallenbroek een wetsvoorstel in tot verhoging van de grondwettelijke bedragen voor het koningshuis. Dit wetsvoorstel werd door het kabinet-De Jong ingetrokken. (8.683)
-
-Benoemde in september 1966 prof.dr. J. Zijlstra tot president van De Nederlandsche Bank. Het besluit hiertoe werd in november 1966 ingetrokken, vanwege de benoeming van Zijlstra tot minister.
als bewindspersoon (wetgeving) (3/4)
-
-Bracht in 1958 samen met minister Samkalden een wijziging van de Wet vervreemding van de landbouwgronden in het Staatsblad (Stb. 599). Deze wijziging beoogde het per 1 januari 1959 vervallen van deze wet, die versnippering van landbouwgronden moest tegengaan, te vervangen door een onbepaalde werkingsduur. Door aanvaarding van een amendement-Biewenga werd echter bepaald dat de wet maar tot 1 januari 1964 van kracht zou blijven. Sprak niet het onaanvaardbaar uit over dit amendement, hoewel het tegen de afspraken in het regeerakkoord inging. Na aanvaarding van het amendement verklaarde Burger dat de PvdA-fractie zich niet meer aan het akkoord gebonden achtte. (4.973)
-
-Bracht in 1966 samen met minister Den Uyl een wet (Stb. 271) tot stand waarbij de staatsmijnen werden omgezet in een N.V.
-
-Bracht in 1966 samen met de ministers Smallenbroek en Suurhoff de Wet Uitkeringen Wegen (Stb. 367) tot stand. Hiermee werd de financiering geregeld van de aanleg en het onderhoud van secundaire en tertiaire wegen en van niet-planwegwegen door provincies en gemeenten. Er kwam een verdeelsleutel op grond waarvan de provincies een bedrag uitgekeerd kregen. Het wetsvoorstel was in 1961 ingediend door de ministers Korthals, Toxopeus en Zijlstra. (6.294)
U ziet een selectie van activiteiten. In de uitgebreide versie is het gehele overzicht van activiteiten in te zien.
algemeen (3/12)-
-Stond als Kamervoorzitter bekend als de "schoolmeester", hetgeen echter niet als een louter negatieve bijnaam moet worden beschouwd. Kwam op voor de rechten van de Tweede Kamer, onder andere ten aanzien van het in acht nemen van termijnen bij beantwoording van kamervragen. Voorstander van betere bewerktuiging en ondersteuning van Tweede Kamerleden.
-
-Hield een pleidooi voor duidelijker taalgebruik in de troonrede en voor regels ten aanzien van nevenfuncties en gedragingen van politici
-
-In december 1976 werd verondersteld dat hij onder het pseudoniem Ed Reveil de auteur was van een artikel in NRC Handelsblad, waarin minister Van Agt werd gemaand af te treden vanwege de Menten-affaire. Hijzelf ontkende het auteurschap en na enige tijd meldde NRC Handelsblad dat achter het pseudoniem de schrijfster 'Riet Dieckman' schuilging, een vriendin van hem. Vondeling had het artikel wel bij NRC bezorgd. Kort daarop meldde hij echter dat hij weliswaar naast Miep Diekmann woonde, maar haar betrokkenheid werd ontkend.
uit de privésfeer (3/8)
-
-Zijn echtgenote was raadslid in Leeuwarden
-
-In het Biografisch Woordenboek van Nederland staat ten onrechte vermeld dat hij lange tijd deel uit maakte van de Provinciale Staten van Friesland. Hij is verwisseld met zijn vader.
-
-Zijn vader was wethouder van Ooststellingwerf en lid van Provinciale Staten van Friesland
anekdotes en citaten
-
-Zijn opvolger als fractievoorzitter, Nederhorst, trof in Vondelings bureauladen alleen het postpapier van de voetbalclub Cambuur aan.
U ziet een selectie van wetenswaardigheden. In de uitgebreide versie is een overzicht van wetenswaardigheden opgenomen.
literatuur/documentatie-
-F. van der Molen, "Wie is Wie in de Tweede Kamer?" (1970)
-
-M. Berkel, "Vondeling: 'Ja, ik vind mijzelf de beste'", in: Haagse Post, 17 februari 1979
-
-Leeuwarder Courant, 22 en 27 november 1979
-
-A.A. van der Louw, "Every inch a good loser. In Memoriam Anne Vondeling.", in: Haagse Post, 1 december 1979
-
-J. Bosmans, "Vondeling, Anne (1916-1979)", in: Biografisch Woordenboek van Nederland, deel II, 588
Biografisch Woordenboek(en)
biografie opgenomen in het Biografisch Woordenboek van Nederland
In de uitgebreide versie zijn, indien bekend, de familierelaties opgenomen.
Speciaal voor de verkiezingen voor de Tweede Kamer zijn de biografieën van alle kansrijke (volgens de peilingen) kandidaten in uitgebreide vorm raadpleegbaar op parlement.com.
Voor de overige ruim 5000 biografieën geldt het volgende:
In het digitale biografisch archief van de Stichting PDC, partner van het Montesquieu Instituut, is een uitgebreide versie aanwezig met bijvoorbeeld partijpolitieke functies, maatschappelijke nevenfuncties, parlementaire activiteiten, opleiding en wetenswaardigheden. Voorlopig is het beschikbaar stellen van uitgebreide biografieën, en/of daarop gebaseerde statistische gegevens, opgeschort. Wilt u een uitgebreide biografie inzien? Laat het ons weten als u daar belangstelling voor heeft.
Op bovenstaande tekst en gegevens zijn auteursrechten van PDC van toepassing; overname, in welke vorm dan ook, is zonder expliciete goedkeuring niet toegestaan. Ook de afbeeldingen zijn niet rechtenvrij.
De biografieën betreffen vooral de periode waarin iemand politiek en bestuurlijk actief is of was. PDC ontvangt graag gemotiveerde aanvullingen of correcties.