Artikel 89: Commissie stelt beschikking vast bij inbreuken
-
1.Onverminderd het in artikel 88 i bepaalde, waakt de Commissie, zodra zij in functie is getreden, voor de toepassing van de in de artikelen 85 i en 86 i neergelegde beginselen. Op verzoek van een Lid-Staat of ambtshalve, en in samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten, welke haar daarbij behulpzaam zijn, stelt zij een onderzoek in naar de gevallen van vermoedelijke inbreuk op bovengenoemde beginselen. Indien haar blijkt dat inbreuk is gepleegd, stelt zij passende middelen voor om daaraan een eind te maken.
-
2.Wordt aan deze inbreuken geen eind gemaakt, dan stelt de Commissie de inbreuk op de beginselen in een met redenen omklede beschikking vast. Zij kan haar beschikking bekendmaken en de Lid-Staten machtigen de noodzakelijke tegenmaatregelen, waarvan zij de voorwaarden en de wijze van toepassing bepaalt, te treffen om de toestand te verhelpen.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Deze bepaling, die naar het voorkomt ook na de uitvaardiging van de toepassingsvoorschriften van artikel 87 i van kracht blijft, heeft in het bijzonder betekenis in de eerste jaren, als bij gebreke van die voorschriften de nationale autoriteiten nog met de toepassing van de in de artikelen 85 i en 86 i neergelegde bepalingen overeenkomstig hun nationale recht zullen zijn belast.
Het is immers denkbaar, dat in één of meer landen het nationale recht geen bepalingen met betrekking tot deze materie bevat. In zodanig geval is de Europese Commissie het enige orgaan, dat de naleving van de bedoelde bepalingen zal moeten verzekeren.
Ook echter met betrekking tot de kartels en economische machtsposities in de andere landen behoeft zij niet het optreden van de nationale autoriteiten af te wachten, maar heeft zij een zelfstandig beoordelingsrecht. Sancties staan haar niet ter beschikking, maar de publikatie van een voor beroep bij het Hof vatbare, zie artikel 173 i beschikking, waarbij inbreuk op de bepalingen van het Verdrag wordt vastgesteld, kan in vele gevallen reeds een werkzaam dwangmiddel vormen.
In de praktijk kan ook de machtiging aan een nationale Regering tot het treffen van bepaalde maatregelen tegen kartelpraktijken of misbruiken een nuttig wapen blijken. Deze machtiging zal b.v. kunnen strekken tot tijdelijke opschorting van een invoerrecht een maatregel, waardoor een monopoloïde positie op de markt ernstig kan worden ondermijnd. Met name zekere gevaren van het hoge gemeenschappelijke douane-tarief zullen hierdoor doeltreffend kunnen worden bestreden.
-
1.Onverminderd het in artikel 88 i bepaalde, waakt de Commissie, zodra zij in functie is getreden, voor de toepassing van de in de artikelen 85 i en 86 i neergelegde beginselen. Op verzoek van een Lid-Staat of ambtshalve, en in samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de Lid-Staten, welke haar daarbij behulpzaam zijn, stelt zij een onderzoek in naar de gevallen van vermoedelijke inbreuk op bovengenoemde beginselen. Indien haar blijkt dat inbreuk is gepleegd, stelt zij passende middelen voor om daaraan een eind te maken.
-
2.Wordt aan deze inbreuken geen eind gemaakt, dan stelt de Commissie de inbreuk op de beginselen in een met redenen omklede beschikking vast. Zij kan haar beschikking bekendmaken en de Lid-Staten machtigen de noodzakelijke tegenmaatregelen, waarvan zij de voorwaarden en de wijze van toepassing bepaalt, te treffen om de toestand te verhelpen.
-
1.Onverminderd het in artikel 84 i bepaalde, waakt de Commissie voor de toepassing van de in de artikelen 81 i en 82 i neergelegde beginselen. Op verzoek van een lidstaat of ambtshalve, en in samenwerking met de bevoegde autoriteiten van de lidstaten, welke haar daarbij behulpzaam zijn, stelt zij een onderzoek in naar de gevallen van vermoedelijke inbreuk op bovengenoemde beginselen. Indien haar blijkt dat inbreuk is gepleegd, stelt zij passende middelen voor om daaraan een eind te maken.
-
2.Wordt aan deze inbreuken geen eind gemaakt, dan stelt de Commissie de inbreuk op de beginselen in een met redenen omklede beschikking vast. Zij kan haar beschikking bekendmaken en de lidstaten machtigen de noodzakelijke tegenmaatregelen, waarvan zij de voorwaarden en de wijze van toepassing bepaalt, te treffen om de toestand te verhelpen.