Artikel 85: Verbod op kartelvorming

84
Artikel 85
86
  • 1. 
    Onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt en verboden zijn alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke de handel tussen Lid-Staten ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst en met name die welke bestaan in:
    • a) 
      het rechtstreeks of zijdelings bepalen van de aan- of verkoopprijzen of van andere contractuele voorwaarden,
    • b) 
      het beperken of controleren van de produktie, de afzet, de technische ontwikkeling of de investeringen,
    • c) 
      het verdelen van de markten of van de voorzieningsbronnen,
    • d) 
      het ten opzichte van handelspartners toepassen van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmede nadeel berokkenend bij de mededinging,
    • e) 
      het afhankelijk stellen van het sluiten van overeenkomsten van de aanvaarding door de handelspartners van bijkomende prestaties welke naar hun aard of volgens het handelsgebruik geen verband houden met het onderwerp van deze overeenkomsten.
  • 2. 
    De krachtens dit artikel verboden overeenkomsten of besluiten zijn van rechtswege nietig.
  • 3. 
    De bepalingen van lid 1 van dit artikel kunnen echter buiten toepassing worden verklaard
    • voor elke overeenkomst of groep van overeenkomsten tussen ondernemingen,
    • voor elk besluit of groep van besluiten van ondernemersverenigingen,

    en

    • voor elke onderling afgestemde feitelijke gedraging of groep van gedragingen

    die bijdragen tot verbetering van de produktie of van de verdeling der produkten of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt, en zonder nochtans aan de betrokken ondernemingen

    • a) 
      beperkingen op te leggen welke voor het bereiken van deze doelstellingen niet onmisbaar zijn,
    • b) 
      de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken produkten de mededinging uit te schakelen.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting Nederlandse regering

Na hetgeen hierboven reeds is uiteengezet kan ter toelichting op dit artikel met het volgende worden volstaan.

Niet alleen de gebleken ongunstige beinvloeding van de handel tussen de Lid-Staten, maar ook de mogelijkheid van ongunstige beïnvloeding maakt een kartel, dat de mededinging hindert, beperkt of vervalst, onverenigbaar met de Gemeenschappelijke Markt. Het is daarbij onverschillig, of het opgezet met de bedoeling de mededinging op zodanige wijze te beïnvloeden; het is de feitelijke uitwerking, die de doorslag geeft.

Lid 1

In lid 1 zijn na de algemene omschrijving bij wijze van voorbeelden een aantal verboden handelingen opgesomd: prijs en conditiefixaties, beperking van de produktie, de afzet of de investeringen, marktverdelingsregelingen, prijsdiscriminatie en koppelverkoop.

Opvallend is de omschrijving die van de prijsdiscriminatie is gegeven: het ten opzichte van handelspartners toepassen van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmede nadeel berokkenend bij de mededinging. Deze omschrijving wijkt sterk af van de bekende bepaling van artikel 60 van het E.G.K.S.-Verdrag en laat, naar het de ondergetekenden voorkomt, voldoende ruimte voor de normale commerciële praktijk zonder nochtans iedere discriminatoire behandeling als aanvaardbaar te beschouwen.

Lid 3

In lid 3 is aangegeven onder welke voorwaarden mededingingsregelingen, die de handel tussen de Lid-Staten ongunstig kunnen beïnvloeden, niettemin buiten het algemene verbod kunnen vallen.

De voorwaarden zijn zodanig geformuleerd, dat zij de mogelijkheid openlaten voor overeenkomsten en besluiten, die naar de maatstaf van het algemeen belang gemeten onder vermijding van misbruiken een nuttige economische functie kunnen vervullen. Vooral in verband met de betekenis, die een zekere gereglementeerde samenwerking tussen ondernemingen b.v. kan hebben voor het vee zekeren van een geleidelijke overgang van de nationale marktverhoudingen naar de Gemeenschappelijke Markt, alsmede voor rationalisatiekartels, is het van belang, dat in deze bepaling is voorzien.

2.

Ontwikkeling artikel

1957
  • 1. 
    Onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt en verboden zijn alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke de handel tussen Lid-Staten ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst en met name die welke bestaan in:
    • a) 
      het rechtstreeks of zijdelings bepalen van de aan- of verkoopprijzen of van andere contractuele voorwaarden,
    • b) 
      het beperken of controleren van de produktie, de afzet, de technische ontwikkeling of de investeringen,
    • c) 
      het verdelen van de markten of van de voorzieningsbronnen,
    • d) 
      het ten opzichte van handelspartners toepassen van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmede nadeel berokkenend bij de mededinging,
    • e) 
      het afhankelijk stellen van het sluiten van overeenkomsten van de aanvaarding door de handelspartners van bijkomende prestaties welke naar hun aard of volgens het handelsgebruik geen verband houden met het onderwerp van deze overeenkomsten.
  • 2. 
    De krachtens dit artikel verboden overeenkomsten of besluiten zijn van rechtswege nietig.
  • 3. 
    De bepalingen van lid 1 van dit artikel kunnen echter buiten toepassing worden verklaard
    • voor elke overeenkomst of groep van overeenkomsten tussen ondernemingen,
    • voor elk besluit of groep van besluiten van ondernemersverenigingen,

    en

    • voor elke onderling afgestemde feitelijke gedraging of groep van gedragingen

    die bijdragen tot verbetering van de produktie of van de verdeling der produkten of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt, en zonder nochtans aan de betrokken ondernemingen

    • a) 
      beperkingen op te leggen welke voor het bereiken van deze doelstellingen niet onmisbaar zijn,
    • b) 
      de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken produkten de mededinging uit te schakelen.
2002
  • 1. 
    Onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt en verboden zijn alle overeenkomsten tussen ondernemingen, alle besluiten van ondernemersverenigingen en alle onderling afgestemde feitelijke gedragingen welke de handel tussen lidstaten ongunstig kunnen beïnvloeden en ertoe strekken of ten gevolge hebben dat de mededinging binnen de gemeenschappelijke markt wordt verhinderd, beperkt of vervalst en met name die welke bestaan in:
    • a) 
      het rechtstreeks of zijdelings bepalen van de aan- of verkoopprijzen of van andere contractuele voorwaarden;
    • b) 
      het beperken of controleren van de productie, de afzet, de technische ontwikkeling of de investeringen;
    • c) 
      het verdelen van de markten of van de voorzieningsbronnen;
    • d) 
      het ten opzichte van handelspartners toepassen van ongelijke voorwaarden bij gelijkwaardige prestaties, hun daarmede nadeel berokkenend bij de mededinging;
    • e) 
      het afhankelijk stellen van het sluiten van overeenkomsten van de aanvaarding door de handelspartners van bijkomende prestaties welke naar hun aard of volgens het handelsgebruik geen verband houden met het onderwerp van deze overeenkomsten.
  • 2. 
    De krachtens dit artikel verboden overeenkomsten of besluiten zijn van rechtswege nietig.
  • 3. 
    De bepalingen van lid 1 van dit artikel kunnen echter buiten toepassing worden verklaard
    • voor elke overeenkomst of groep van overeenkomsten tussen ondernemingen,
    • voor elk besluit of groep van besluiten van ondernemersverenigingen, en
    • voor elke onderling afgestemde feitelijke gedraging of groep van gedragingen

    die bijdragen tot verbetering van de productie of van de verdeling der producten of tot verbetering van de technische of economische vooruitgang, mits een billijk aandeel in de daaruit voortvloeiende voordelen de gebruikers ten goede komt, en zonder nochtans aan de betrokken ondernemingen

    • a) 
      beperkingen op te leggen welke voor het bereiken van deze doelstellingen niet onmisbaar zijn,
    • b) 
      de mogelijkheid te geven, voor een wezenlijk deel van de betrokken producten de mededinging uit te schakelen.