Artikel 36: Tijdelijke neerlegging uitoefening koninklijk gezag
De Koning kan de uitoefening van het koninklijk gezag tijdelijk neerleggen en die uitoefening hervatten krachtens een wet, waarvan het voorstel door of vanwege hem wordt ingediend. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering.
In andere talen:
Inhoudsopgave van deze pagina:
Als de koning i zelf van oordeel is dat hij het koninklijk gezag tijdelijk niet kan uitoefenen, wordt het neerleggen en weer oppakken van het koninklijk gezag geregeld in een wet i. Het wetsvoorstel kan alleen door de regering worden ingediend, dus het recht van initiatief i is niet van toepassing. De Staten-Generaal i behandelen deze wet in verenigde vergadering i.
Een koning kan niet slechts gedeeltelijk zijn taken neerleggen.
Een regent i zal het koninklijk gezag waarnemen. Dat is in artikel 37 i geregeld.
In een tweetal artikelen is neergelegd dat de ministerraad aan de Staten-Generaal het oordeel kan voorleggen dat de Koning buiten staat is het koninklijk gezag uit te oefenen (artikel 35), terwijl ook de Koning uit eigen beweging het koninklijk gezag tijdelijk kan neerleggen (artikel 36).
De Koning kan tijdelijk stoppen met werken. Als de Koning dit wil, dan maakt de regering een wet waarin dit staat. De Eerste en Tweede Kamer vergaderen samen over deze wet. Ze nemen daar samen een beslissing over.
Uitleg
In dit artikel staat wat er moet gebeuren als de Koning een tijdje wil stoppen met werken. Als de Koning dit wil, dan moet de regering een wet maken waarin dit staat.
De Eerste en Tweede Kamer vergaderen hierover samen. En samen nemen ze hier een beslissing over.
Als de Koning tijdelijk wil stoppen, moet hij in die tijd helemaal stoppen. De Koning mag bijvoorbeeld niet in deeltijd gaan werken en sommige dingen wel doen, en andere niet.
Op 8 en 10 oktober 1947 behandelde de Verenigde Vergadering i een wetsvoorstel waardoor het voor koningin Wilhelmina i mogelijk werd zich in verband met haar gezondheid tijdelijk te laten vervangen door prinses Juliana i.
Wetenschappelijk
-
-Handboek van het Nederlandse staatsrecht, Van der Pot (bewerkt door D.J. Elzinga, R. de Lange), 15e druk, De Regering, het koningschap, blz 479 t/m 495.
Het Koninklijk gezag wordt mede waargenomen door een Regent, ingeval de Koning krachtens eene wet, waarvan het ontwerp door hem is voorgedragen, tijdelijk de uitoefening van het Koninklijk gezag heeft neergelegd. Over het ontwerp dier wet, welke tevens in de benoeming van den Regent voorziet, beraadslagen en besluiten de Staten-Generaal in vereenigde vergadering.
De Koning kan de uitoefening van het koninklijk gezag tijdelijk neerleggen en die uitoefening hervatten krachtens een wet, waarvan het voorstel door of vanwege hem wordt ingediend. De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering.