Artikel 99a: Civiele verdediging

99
Artikel 99a
100

Volgens bij de wet te stellen regels kunnen plichten worden opgelegd ten behoeve van de civiele verdediging.


In andere talen:

English

Duties may be assigned for the purpose of civil defence in accordance with rules laid down by Act of Parliament.

Français

Des obligations peuvent être imposées pour la protection civile selon des règles à fixer par la loi.

Deutsch

Nach durch Gesetz festzustellenden Regeln können Pflichten für die Zivilverteidigung auferlegt werden.

Español

Según las normas que se establezcan por la ley, podrán imponerse obligaciones relativas a la defensa civil.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting

Alleen met een wet i kunnen aan niet-militairen verplichtingen worden opgelegd in het kader van de verdediging van het Koninkrijk.

2.

Formele toelichting

De bestaande artikelen inzake de verdediging zijn in 2000 vervangen door gemoderniseerde bepalingen. Behalve in redactioneel opzicht zijn de verdedigingsbepalingen ook inhoudelijk aangepast. Zo is een bepaling opgenomen over het opleggen van plichten ten behoeve van de civiele verdediging (artikel 99a).

3.

In eenvoudig Nederlands

In de wet staat dat de regering tegen burgers kan zeggen dat ze moeten helpen bij het beschermen van ons land.

Uitleg

Deze afspraak staat vanaf 2000 in de Grondwet. In andere wetten stond al langer dat burgers soms moeten helpen bij het beschermen van onze bevolking. Maar het staat bijvoorbeeld ook in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Daarom wilde de Tweede Kamer in 2000 dat deze plicht van burgers ook in de Grondwet zou staan.

Het is niet duidelijk waarmee burgers moeten helpen. De regering en de Eerste en Tweede Kamer mogen beslissen wat de Grondwet bedoelt met het beschermen van ons land en onze bevolking.

4.

Ontwikkeling artikel

1798

Het Bataafsche Volk vat nimmer de waapenen op, dan ter handhavinge zijner vrijheid, ter bewaaringe van zijn grondgebied, en ter verdediging zijner Bondgenooten. Het beveelt, tot dat einde, eene zorgvuldige inrigting zijner Krijgsmagt, bovenal ter Zee, als het bolwerk van den nationaalen voorspoed.

Het gelast de stipste onzijdigheid van het Bestuur ten aanzien der mogendheden. Het bewaart, zooveel mooglijk, den vrede met alle Volken, en koomt zijne verbindtenissen met denzelven heiliglijk na. Het eerbiedigt derzelver regten, en wil, dat, in tijd van Oorlog, de rampen der menschheid, bij wederzijdsch verdrag, zoo veel doenlijk, verzagt worden.

1814

Dienvolgens is het ook ten allen tijde eene der eerste zorgen van den Souvereinen Vorst, dat er eene toereikende Zee- en Landmagt onderhouden worde, aangeworven uit vrijwilligers, het zij inboorlingen of vreemden, ten einde te dienen in of buiten Europa naar de omstandigheden.

1815: art 204, 1840: art 202, 1848: art 178
1887

Tot bescherming der belangen van den Staat is er eene zee- en eene landmacht, bestaande uit vrijwillig dienenden en uit dienstplichtigen.

De wet regelt den verpligten krijgsdienst. Zij regelt ook de verpligtingen, die aan hen, die niet tot de zee- of landmagt behooren, ten aanzien van 's Lands verdediging opgelegd kunnen worden.

1917: art 181, 1922: art 182, 1938: art 188, 1948: art 188, 1953: art 195
1956

Tot bescherming der belangen van de Staat is er een krijgsmacht, bestaande uit vrijwillig dienenden en uit dienstplichtigen.

De wet regelt de verplichte krijgsdienst. Zij regelt ook de verplichtingen, die aan hen, die niet tot de krijgsmacht behoren, ten aanzien van 's Lands verdediging opgelegd kunnen worden.

1963: art 195, 1972: art 195
1983
  • 1. 
    Tot bescherming der belangen van de staat is er een krijgsmacht, bestaande uit vrijwillig dienenden en uit dienstplichtigen.
  • 2. 
    De regering heeft het oppergezag over de krijgsmacht.
  • 3. 
    De wet regelt de verplichte krijgsdienst. Zij regelt ook de verplichtingen die aan hen, die niet tot de krijgsmacht behoren, ten aanzien van 's lands verdediging opgelegd kunnen worden.
1987: art 98
1995
  • 1. 
    Tot bescherming van de belangen van de staat is er een krijgsmacht die bestaat uit vrijwillig dienenden en mede kan bestaan uit dienstplichtigen.
  • 2. 
    De regering heeft het oppergezag over de krijgsmacht.
  • 3. 
    De wet regelt de verplichte krijgsdienst en de bevoegdheid tot opschorting van de oproeping in werkelijke dienst. Zij regelt ook de verplichtingen die aan hen, die niet tot de krijgsmacht behoren, ten aanzien van 's lands verdediging opgelegd kunnen worden.
1999: art 98
2000

Volgens bij de wet te stellen regels kunnen plichten worden opgelegd ten behoeve van de civiele verdediging.

2002: art 99a, 2005: art 99a, 2006: art 99a, 2008: art 99a, 2017: art 99a, 2018: art 99a, 2022: art 99a