Artikel 96: Oorlogsverklaring
-
1.Het Koninkrijk wordt niet in oorlog verklaard dan na voorafgaande toestemming van de Staten-Generaal.
-
2.De toestemming is niet vereist, wanneer het overleg met de Staten-Generaal ten gevolge van een feitelijk bestaande oorlogstoestand niet mogelijk is gebleken.
-
3.De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering.
-
4.Het bepaalde in het eerste en het derde lid is van overeenkomstige toepassing voor een verklaring dat een oorlog beëindigd is.
In andere talen:
Inhoudsopgave van deze pagina:
De regering i mag het Koninkrijk niet in oorlog verklaren zonder voorafgaande toestemming van de Staten-Generaal i. De behandeling in verenigde vergadering i is voorgeschreven om te voorkomen dat de ene Kamer wel en de andere Kamer niet voor de in-oorlogverklaring stemt.
Het gaat om een in-oorlogverklaring omdat een aanvalsoorlog volkenrechtelijk verboden is. Een staat mag volgens het Handvest van de Verenigde Naties alleen wapengeweld gebruiken in geval van individuele of collectieve zelfverdediging.
De toestemming van de Staten-Generaal is niet nodig wanneer overleg met de Staten-Generaal vanwege een reeds aan de gang zijnde oorlog niet mogelijk is. Voor de verklaring dat een oorlog beëindigd is, geldt de eis van voorafgaande toestemming van de verenigde vergadering ook.
Artikel 96 bepaalt dat de regering het Koninkrijk niet in oorlog verklaart dan na voorafgaande toestemming van de Staten-Generaal. Door de voorgeschreven behandeling door de Staten-Generaal in verenigde vergadering i wordt de mogelijkheid van een tegengesteld oordeel van de twee Kamers uitgesloten.
De toestemming is niet vereist wanneer het overleg met de Staten-Generaal als gevolg van een feitelijk bestaande oorlogstoestand niet mogelijk is gebleken. Voor de verklaring dat een oorlog beëindigd is, geldt eveneens de eis van voorafgaande toestemming van de verenigde vergadering.
-
1.De regering mag pas zeggen dat Nederland in oorlog is als de Eerste en Tweede Kamer daar toestemming voor geven.
-
2.Die toestemming is niet nodig als de Eerste en Tweede Kamer niet bij elkaar kunnen komen omdat de oorlog al is begonnen.
-
3.De Eerste en Tweede Kamer moeten samen vergaderen om toestemming te geven.
-
4.De Eerste en Tweede Kamer moeten ook samen vergaderen om te beslissen dat een oorlog is afgelopen.
Uitleg
Tot 1922 mocht de Koning beslissen of Nederland een oorlog zou beginnen tegen een ander land. Wel moest de Koning dat meteen vertellen aan de Eerste en Tweede Kamer. Vanaf 1922 mag de Koning dat niet meer zelf beslissen. Vanaf die tijd moeten de Eerste en Tweede Kamer daarvoor toestemming geven.
Tot 1953 stond in de Grondwet dat Nederland ook zelf een oorlog kon beginnen. Maar eigenlijk mocht dat al niet meer vanaf 1928. Toen besliste de Volkenbond (de voorloper van de Verenigde Naties) dat een land niet zelf een oorlog mag beginnen. Die beslissing was ook geldig voor Nederland omdat Nederland lid was van de Volkenbond.
In 1945 kwamen de Verenigde Naties in de plaats van de Volkenbond. Ook de Verenigde Naties vinden dat een land niet zelf met een oorlog mag beginnen. Daarom mag de regering nu alleen nog maar zeggen dat Nederland in oorlog is als een ander land begint.
In 2008 heeft prof. dr. C.A.J.M. Kortmann een voorstel gedaan voor een "goede grondwet die inzichtelijk en bij de tijd is". Voor dit artikel deed hij de volgende suggestie:
Artikel 10
Een organieke wet regelt de inzet van de krijgsmacht.
Aan dit Lichaam behoort, uitsluitender wijze:
-
a.De Magt van Wetgeving, benevens het verklaren, verbeteren, opschorten en afschaffen der Wetten, alles naar en behoudens het voorschrift der Staatsregeling.
-
b.Het besluiten tot Oorlog.
-
c.Het ratificeeren en bekragtigen van alle Tractaaten en Alliantiën met vreemde Mogendheden.
-
d.Het bepaalen der sterkte, aanwerving, afdanking en bezoldiging der Armeën te Lande, van den aanbouw, het equipeeren der Schepen, en het afdanken der Equipagiën, alsmede het in dienst nemen en licentiëeren van vreemde Troepen.
-
e.Het toestaan van verblijf of doortogt aan vreemde Troepen op of over het grondgebied der Republiek, benevens de toelating van vreemde Zeemagt of gewaapende Scheepen in derzelver Havens, beiden op voordragt van het Uitvoerend Bewind i.
-
f.Het kennis nemen van den Staat van 's Lands Fortificatiën, Magazijnen, Arsenaalen, Werven enz., jaarlijks intezenden door het Uitvoerend Bewind i.
-
g.Het kennis nemen van den staat van 's Lands Financiën; van zes tot zes Maanden, mede door het Uitvoerend Bewind inteleveren.
-
h.Het beëordeelen en vaststellen der jaarlijksche begrootingen van Staatsuitgaven, zoo gewoone als buitengewoone, en het aan zig doen verändwoorden van zoodanige sommen, als het Uitvoerend Bewind, geduurende het afgelopen jaar uit 's Lands Kas ontvangen en uitgegeven heeft.
-
i.Het arresteeren der nodige Reglementen i, betrekkelijk de Algemeene Gewaapende Burgermagt.
-
k.Het bepaalen der Tractementen, Defroijementen, en andere toelagen van alle Ambtenaren, zoo Burgerlijke als Militaire, op voordragt van het Uitvoerend Bewind, voor zoo veel dezelven bij de Staatsregeling niet bepaald zijn.
-
m.Het, des nodig, maaken van nieuwe Ambten, zoo Burgerlijke als Militaire, met bepaaling van derzelver Tractementen en Voordeelen, op voordragt van het Uitvoerend Bewind.
-
n.Het maaken van de nodige wetten en bepaalingen omtrend den Muntslag i en het generaale Muntwezen.
-
o.Het vaststellen van algemeene, zoo gewoone als buitengewoone, belastingen, naar het voorschrift der Staatsregeling, en het maaken van Financiëele Inrigtingen.
-
p.Het vaststellen van eenen algemeenen voet op het werk der Posterijen, door de geheele Republiek, en het bepaalen van algemeene voorzieningen dien aangaande.
-
q.Het verleenen van gratie, na ingenomen consideratiën, en op gunstig bericht van den Regter, aan wien de zaak behoort.
-
r.Het toestaan van remissie van gratie aan Schuldenaaren van den Staat.
-
s.Het toeleggen van belooningen, en verleenen van van Pensioenen, op voordragt van het Uitvoerend Bewind, mids volgende het voorschrift art. 57 i en 58 i der Burgerlijke en Staatkundige Grondregelen.
-
t.Eindelijk, het bepaalen en regelen van alles, waarin door de Staatsregeling, en de voorhanden zijnde Wetten, niet mogt voorzien zijn.
Het Staats-Bewind sluit alle Tractaten, het zy van Vrede, Alliantie, Neutraliteit, Koophandel of andere, doch niet dan onder opvolgende bekrachtiging van het Wetgevend Lichaam, met uitzondering echter van zodanige geheime Articulen, als by dezelve Tractaten gevoegd zouden mogen worden, mits dezelve niet strydig zyn, met de openbare Articulen of plaatshebbende Tractaten, en niet strekken tot afstand van eenig Grondgebied der Republiek. Ten aanzien van het verklaren van Oorlog mag hetzelve geen Besluit nemen, zonder Decreet van het Wetgevend Lichaam.
Er kan geene Oorlogs-verklaring plaats hebben, dan na een voorafgaand Besluit van Hun Hoog Mogenden, op voordragt van den Raadpensionaris genomen.
Er kan geene oorlogsverklaring plaats hebben, dan na een voorafgaand Besluit van Hun Hoog Mogenden, op Voordragt van den Koning genomen.
De Souvereine Vorst verklaart Oorlog en maakt Vrede. Hij geeft daarvan kennis aan de Staten Generaal.
De Koning verklaart oorlog en maakt vrede. Hij geeft daarvan kennis aan de beide Kamers der Staten-Generaal, met bijvoeging van de openingen, welke Hij met het belang en de zekerheid van het Rijk bestaanbaar oordeelt.
De Koning verklaart oorlog. Hij geeft daarvan onmiddellijk kennis aan de beide Kamers der Staten-Generaal, met bijvoeging van zoodanige mededeelingen, als hij met het belang en de zekerheid van het Rijk bestaanbaar acht.
De Koning tracht geschillen met vreemde Mogendheden op te lossen door rechtspraak en andere vreedzame middelen. Hij verklaart geen oorlog dan na voorafgaande toestemming van de Staten-Generaal.
De Koning verklaart het Koninkrijk niet in oorlog met een andere Mogendheid dan na voorafgaande toestemming van de Staten-Generaal. De toestemming is niet vereist, wanneer het overleg met de Staten-Generaal, tengevolge van een feitelijk bestaande oorlogstoestand, niet mogelijk is gebleken.
De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten terzake in verenigde vergadering.
De Koning verklaart een oorlog tussen het Koninkrijk en een andere Mogendheid niet beëindigd dan na voorafgaande toestemming van de Staten-Generaal.
-
1.Het Koninkrijk wordt niet in oorlog verklaard dan na voorafgaande toestemming van de Staten-Generaal.
-
2.De toestemming is niet vereist, wanneer het overleg met de Staten-Generaal ten gevolge van een feitelijk bestaande oorlogstoestand niet mogelijk is gebleken.
-
3.De Staten-Generaal beraadslagen en besluiten ter zake in verenigde vergadering.
-
4.Het bepaalde in het eerste en het derde lid is van overeenkomstige toepassing voor een verklaring dat een oorlog beëindigd is.