De Europese migratieagenda: vragen en antwoorden

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 13 mei 2015.

Welk doel heeft de Europese migratieagenda?

Migratie was van meet af aan een politieke prioriteit voor de huidige Commissie i. De migratieagenda heeft in de eerste plaats tot doel migratie op alomvattende wijze aan te pakken. Het fenomeen wordt steeds complexer en een standaardaanpak zou niet volstaan. De Commissie wil daarom het hokjesdenken doorbreken en migratie integreren in al haar beleid, zowel intern als extern.

In het eerste deel van de agenda worden maatregelen gepresenteerd die met onmiddellijke ingang zullen worden genomen om menselijke tragedies te voorkomen en de noodmechanismen te versterken. Het is de bedoeling om levens te redden door onze aanwezigheid op zee op te voeren, netwerken van mensensmokkelaars te bestrijden, een verdeelmechanisme toe te passen bij hoge toestroom van asielzoekers in de EU (herplaatsing), meer vluchtelingen op een veilige en legale wijze van derde landen naar de EU over te brengen (hervestiging) en de operationele en financiële instrumenten van de EU te gebruiken ter ondersteuning van de lidstaten in de frontlinie.

De maatregelen die nu worden ontworpen in reactie op de onmiddellijke uitdagingen in het Middellandse Zeegebied zullen worden behouden om ook in de toekomst lidstaten met een hoge migratiedruk te helpen, waar aan onze gemeenschappelijke grenzen deze druk zich ook voordoet.

De migratiecrisis in het Middellandse Zeegebied heeft duidelijk gemaakt wat de onmiddellijke behoeften zijn, maar ook wat de structurele beperkingen zijn van het beleid en de instrumenten van de EU op het gebied van migratie. Dit is een kans voor de EU om een juist evenwicht te brengen in haar migratiebeleid en aan de burgers duidelijk te maken dat migratie beter collectief door alle EU-actoren kan worden aangepakt. In de agenda wordt daarom ook een nieuwe strategische aanpak voorgesteld voor een beter beheer van migratie op de middellange en lange termijn. Deze aanpak steunt op vier pijlers: 1) de oorzaken van onregelmatige migratie wegnemen; 2) levens redden en de buitengrenzen beveiligen; 3) een sterk gemeenschappelijk asielbeleid; 4) een nieuw beleid voor legale migratie.

Hoe zal de agenda zorgen voor een sterkere aanwezigheid op zee om levens te redden?

De Commissie heeft vandaag een voorstel aangenomen voor een begrotingswijziging. Daarmee kan het budget voor de gezamenlijke Frontex-operaties Triton en Poseidon in 2015 worden verdrievoudigd. Tegen eind mei zal een voorstel worden aangenomen voor het budget voor 2016. De Commissie rekent erop dat de medewetgevers - het Europees Parlement i en de Raad van de Europese Unie i - snel hun verbintenissen zullen nakomen en de begrotingswijziging snel zullen goedkeuren.

Het nieuwe operationele plan voor Triton dat Frontex en Italië zijn overeengekomen, zal tegen eind mei worden gepresenteerd. De uitvoering van het plan zal zorgen voor een uitbreiding van de middelen en van de geografische toepassing van de operatie. Frontex zal dan zijn dubbele rol kunnen uitoefenen die erin bestaat de operationele steun voor grensbeheer aan lidstaten onder druk te coördineren en levens te redden op zee.

Waar komt het geld vandaan?

De Commissie zal als eerste stap in totaal 89 miljoen euro extra vrijmaken uit de EU-begroting voor 2015. Daarvoor wordt vandaag aan het Europees Parlement en de Raad een ontwerp van gewijzigde begroting gepresenteerd.

Van het totale bedrag is 27 miljoen euro bestemd voor Frontex, ter versterking van de operaties Triton en Poseidon. Dit betekent een verdrievoudiging van deze operaties in de laatste zeven maanden van 2015.

Om de lidstaten in de frontlinie bij te staan bij de grotere toestroom van migranten, heeft de Commissie 57 miljoen euro extra voorgesteld voor het Fonds voor asiel, migratie en integratie i (AMIF). Dat bedrag zal worden gebruikt voor een verdubbeling van de noodfinanciering voor alle procedures die volgen op de eerste aankomst en screening van migranten (25 miljoen euro), voor een vrijwillig proefproject inzake hervestiging (25 miljoen euro) en voor de versterking van de regionale ontwikkelings- en beschermingsprogramma's voor Noord-Afrika en de Hoorn van Afrika (7 miljoen euro). Verder stelt de Commissie voor het Fonds voor interne veiligheid i (ISF) te vermeerderen met 5 miljoen euro voor dringende bijstand bij toezichtactiviteiten in de context van de operaties Triton en Poseidon, zoals eerste medische hulp en identificatie van migranten.

Tot slot stelt de Commissie voor de personele en financiële middelen van de drie rechtstreeks betrokken agentschappen te verhogen:

Wat betreft de vastleggingen is het grootste deel van het bedrag van 89 miljoen euro afkomstig van de marge van rubriek 3, waarbij 13,2 miljoen euro afkomstig is van bestemmingsontvangsten uit de sluiting van oude dossiers van het Buitengrenzenfonds. Dezelfde bron zal ook goed zijn voor 7 miljoen euro aan betalingen. Omdat de aanbesteding voor de derde reeks satellieten van het Galileo-programma waarschijnlijk in het tweede kwartaal van 2016 zal plaatsvinden, en niet zoals gepland in 2015, zal het resterende bedrag van bijna 70 miljoen uit dat programma worden gehaald.

Het totale niveau van betalingen in de begroting voor 2015 zal bijgevolg ongewijzigd blijven.

Hoe zal het noodsysteem voor herplaatsing op basis van quota functioneren?

In reactie op de huidige situatie in het Middellandse Zeegebied zal de Commissie tegen eind mei voorstellen het noodsysteem bedoeld in artikel 78, lid 3[1], van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te activeren.Het voorstel zal voorzien in een tijdelijk mechanisme voor herplaatsing van asielzoekers die duidelijk internationale bescherming nodig hebben, dat ervoor zorgt dat alle lidstaten op billijke en evenwichtige wijze bijdragen aan de gemeenschappelijke inspanningen. De ontvangende lidstaat zal verantwoordelijk zijn voor de behandeling van de asielaanvraag volgens de vastgestelde EU-voorschriften. Op basis van onder meer het bbp, het bevolkingsaantal, de werkloosheidsgraad en het aantal reeds opgevangen asielzoekers en hervestigde vluchtelingen zal de Commissie een verdeelsleutel vaststellen.

Is de Commissie ook van plan een permanent systeem van gedeelde verantwoordelijkheid voor te stellen?

Ja. De EU heeft een permanent systeem nodig waarbij de lidstaten de verantwoordelijkheid voor het opvangen van grote aantallen vluchtelingen en asielzoekers delen. De Commissie zal tegen eind 2015 een wetgevingsvoorstel indienen voor een verplicht en automatisch herplaatsingssysteem, om bij een grote toestroom de personen die duidelijk internationale bescherming nodig hebben, binnen de EU te herplaatsen. Het systeem zal rekening houden met de vrijwillige inspanningen die de lidstaten al leveren.

Zullen het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken gebonden zijn aan de voorschriften en wetgevingsmaatregelen die in het kader van de Europese migratieagenda worden voorgesteld?

Op grond van de Verdragen beschikken het Verenigd Koninkrijk en Ierland over een opt‑inmogelijkheid. Dit houdt in dat wanneer met betrekking tot titel V van het derde deel van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) aan de Raad een voorstel wordt gepresenteerd, zij drie maanden de tijd hebben om aan te geven of zij daaraan wensen deel te nemen.

Het Koninkrijk Denemarken beschikt over een opt-outmogelijkheid, die inhoudt dat het niet deelneemt aan maatregelen met betrekking tot titel V van het derde deel van het VWEU.

Artikel 78, deel 3, VWEU maakt deel uit van titel V van het derde deel van het VWEU. Dit betekent dat het Verenigd Koninkrijk en Ierland enkel aan de voorschriften en maatregelen in het kader van de Europese migratieagenda gebonden zullen zijn, indien zij dat zelf kiezen, en dat Denemarken er niet aan gebonden zal zijn.

Zal de agenda het voor vluchtelingen gemakkelijker maken om op een veilige en legale wijze via hervestiging naar de EU te komen?

De Commissie zal tegen eind mei een aanbeveling doen voor een EU-brede hervestigingsregeling waarbij 20 000 plaatsen beschikbaar worden gesteld. De regeling zal gelden voor alle lidstaten en zal onder andere rekening houden met het bbp, het bevolkingsaantal, de werkloosheidsgraad en het aantal reeds opgevangen asielzoekers en hervestigde vluchtelingen. Ook de vrijwillige inspanningen die de lidstaten al leveren, zullen in aanmerking worden genomen. Voor de periode 2015-2016 zal hiervoor uit de EU-begroting 50 miljoen euro extra worden vrijgemaakt.

Waar komt de 50 miljoen euro voor de hervestigingsregeling vandaan?

De extra financiering voor de EU-brede hervestigingsregeling (50 miljoen euro, gelijkelijk verdeeld over 2015 en 2016) zal worden toegevoegd aan de bijzondere enveloppe van het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF) voor hervestiging, herplaatsing en specifieke acties. Deze enveloppe omvat al 360 miljoen euro voor de periode 2014-2020. Een klein deel daarvan (ongeveer 50 miljoen euro) is bestemd voor specifieke acties. Het resterende budget zal naar planning aan de bestaande (vrijwillige) EU-hervestigingsregeling worden besteed.

Hoe zal de Commissie de EU-agentschappen en -middelen inzetten om de huidige crisis aan te pakken?

De Commissie zal een nieuw "hotspot"-concept ontwikkelen waarbij het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken, Frontex en Europol de lidstaten in de frontlinie helpen om arriverende migranten snel te identificeren en te registreren en snel hun vingerafdrukken te nemen. Het is de bedoeling dat de activiteiten van de agentschappen elkaar aanvullen. Het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) zal helpen om de asielprocedures, die onmiddellijk bij het asielverzoek worden opgestart, zo snel mogelijk te doen verlopen. Frontex daarentegen zal de lidstaten helpen bij de coördinatie van de terugkeer van personen die geen bescherming nodig hebben en bijgevolg onregelmatig verblijven. Tot slot zullen Europol en Eurojust de gastlidstaten helpen bij het onderzoek naar netwerken van mensensmokkelaars en -handelaars met het oog op ontmanteling.

Hoe zullen deze "hotspot"-activiteiten worden gefinancierd?

De Commissie maakt hiervoor 60 miljoen euro extra aan noodfinanciering vrij, onder meer ter ondersteuning van de opvang en gezondheidszorg in de lidstaten die onder bijzondere druk staan. Voor 2015 en 2016 zal 10 miljoen euro worden toegekend via het Fonds voor interne veiligheid (ISF) en 50 miljoen euro via het Fonds voor asiel, migratie en integratie (AMIF). Deze noodfinanciering zal worden toegekend aan de lidstaten in de frontlinie, als ondersteunende maatregel bij de versterking van de operaties Triton en Poseidon die migranten moeten redden.

Hoe moet de agenda zorgen voor een betere bestrijding van mensensmokkelaars en -handelaars?

Het dodental op de Middellandse Zee wordt vooral veroorzaakt door mensensmokkelaars die misbruik maken van de wanhoop van migranten en het leven van deze mensen op het spel zetten. Het is daarom een prioriteit voor Europa om de achterliggende criminele netwerken te ontmantelen. Het belangrijkste doel van de EU op dit gebied bestaat erin om via een actieplan dat tegen eind mei zal worden aangenomen, een brede reeks initiatieven te ontwikkelen die het risico voor mensensmokkelaars vergroten en de opbrengst van mensensmokkel verkleinen. Op dit moment is de opbrengst voor de netwerken nog hoog en lopen zij weinig risico's. De Commissie zal in het actieplan initiatieven voorstellen voor intensivering van onderzoek naar en vervolging van criminele netwerken van mensensmokkelaars, om de netwerken te verstoren, de daders voor de rechter te brengen en hun tegoeden in beslag te nemen. De autoriteiten van de lidstaten moeten daarbij, samen met de EU-agentschappen, snel optreden.

Hoe zal worden gezorgd voor betere informatie-uitwisseling ter bestrijding van mensensmokkel?

De hoge vertegenwoordiger/vicevoorzitter heeft al een aantal voorstellen gedaan voor operaties in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid (GVDB) om boten van smokkelaars systematisch te identificeren, te onderscheppen en te vernietigen. Deze operaties, die in overeenstemming moeten zijn met het internationaal recht, zullen duidelijk tonen dat het de EU menens is. Er zal ook meer worden gedaan om de informatie waarmee smokkelaars kunnen worden geïdentificeerd en bestreden, te bundelen en beter te gebruiken. Europol zal een centraal punt instellen voor samenwerking tussen agentschappen op het gebied van mensensmokkel. Frontex en Europol zullen profielen opstellen van vaartuigen die mogelijk gebruikt kunnen worden door mensensmokkelaars. Voorts zal Europol het initiatief nemen om te verzoeken om verwijdering van internetcontent waarmee smokkelaars migranten en vluchtelingen aantrekken.

Zal er meer worden samengewerkt met derde landen van doorreis en van herkomst inzake migratie?

De EU zal haar samenwerking met belangrijke derde landen intensiveren, om te beginnen op de politieke topbijeenkomst in Malta. De EU zal daar met belangrijke partners spreken over het aanpakken van de onderliggende oorzaken van migratie, de bescherming van personen in nood en de ontmanteling van netwerken van mensensmokkelaars. De EU zal nauwer samenwerken met landen van doorreis, in de eerste plaats Niger en Mali, waar de lopende operaties in het kader van het gemeenschappelijk veiligheids- en defensiebeleid een sterker accent zullen krijgen op grenscontrole. Er zullen regionale ontwikkelings- en beschermingsprogramma's worden opgezet of uitgebreid, om te beginnen in Noord-Afrika en de Hoorn van Afrika. Voor de periode 2015-2016 zal 30 miljoen extra worden vrijgemaakt. Dat bedrag moet nog worden aangevuld door de lidstaten.

Voorts zal de EU bestaande bilaterale en regionale kaders voor samenwerking op het gebied van migratie (de processen van Rabat, Khartoem en Boedapest en de dialoog tussen de EU en Afrika inzake migratie en mobiliteit - voor meer informatie zie MEMO/15/4832) verder ontwikkelen. De samenwerkingskaders zullen worden verrijkt door de EU-delegaties in belangrijke landen een grotere rol te geven wat migratie aangaat. De delegaties zullen met name verslag uitbrengen over belangrijke migratiegerelateerde ontwikkelingen in de gastlanden, bijdragen aan de integratie van migratiekwesties in ontwikkelingssamenwerking en contact onderhouden met gastlanden om gecoördineerde actie te garanderen. In nauwe samenwerking met het netwerk van immigratieverbindingsfunctionarissen, de lokale autoriteiten en het maatschappelijk middenveld zullen Europese migratieverbindingsfunctionarissen worden gedetacheerd naar EU-delegaties in belangrijke derde landen. Zij zullen daar informatie verzamelen, uitwisselen en analyseren. In een eerste fase zullen verbindingsfunctionarissen worden gedetacheerd naar Egypte, Algerije, Marokko, Tunesië, Niger, Senegal, Soedan, Turkije, Pakistan, Libanon en Jordanië.

Waar komt de 30 miljoen euro voor regionale ontwikkelings- en beschermingsprogramma's vandaan?

Het totale bedrag van 30 miljoen euro voor deze programma's, die eerst in Noord-Afrika en de Hoorn van Afrika zullen worden uitgevoerd, zal worden besteed via de jaarlijkse werkprogramma's van het AMIF voor acties van de Unie. Voor deze jaarlijkse werkprogramma's is al 8 miljoen euro beschikbaar, waar de gewijzigde begroting voor 2015 nog 7 miljoen euro aan zal toevoegen. In de ontwerpbegroting voor 2016 zal nog eens 15 miljoen euro extra worden voorgesteld. De programma's zullen dan zeker tot eind 2017 kunnen worden uitgevoerd. De twee regionale ontwikkelings- en beschermingsprogramma's zullen naar planning worden uitgevoerd via rechtstreekse toekenning van subsidies aan twee transnationale consortia, die onder leiding staan van Italië (Noord-Afrika) en Nederland (Hoorn van Afrika). Het UNHCR en de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) zullen partners zijn bij de uitvoering.

Zullen er centra worden ingesteld in derde landen? Wat zal hun rol zijn?

Tegen eind dit jaar zal in Niger een multifunctioneel proefcentrum worden ingesteld. Het centrum zal samenwerken met de Internationale Organisatie voor Migratie (IOM), het Bureau van de Hoge Commissaris van de Verenigde Naties voor vluchtelingen (UNHCR) en de autoriteiten van Niger. Het zal actief zijn op het gebied van informatieverstrekking, bescherming ter plaatse en hervestiging van personen in nood. Dergelijke centra kunnen in landen van herkomst en doorreis een realistischer beeld geven van de slaagkansen van de reizen die migranten ondernemen, en onregelmatige migranten bijstaan bij vrijwillige terugkeer.

Hoe zal de agenda zorgen voor een sterk gemeenschappelijk Europees asielstelsel in de toekomst?

Prioriteit is te zorgen voor een volledige en coherente uitvoering van het gemeenschappelijke Europese asielstelsel. Daarvoor zal een nieuwe procedure voor systematische monitoring worden ingesteld, voor controle van de uitvoering en de toepassing van de asielwetgeving en bevordering van het wederzijds vertrouwen. Het Europees Ondersteuningsbureau voor asielzaken (EASO) zal zijn praktische samenwerking met de listaten intensiveren, om uit te groeien tot referentiepunt voor gecentraliseerde informatie over landen van herkomst, waarop asielbesluiten worden gebaseerd. Dit moet leiden tot meer uniforme beslissingen. Verder moet voor een sterker gemeenschappelijk Europees asielstelsel ook doeltreffender worden opgetreden tegen misbruik. Er worden te veel ongegronde asielverzoeken ingediend. In 2014 werd 55 % van de asielverzoeken afgewezen en voor sommige nationaliteiten bedraagt het percentage afwijzigingen bijna 100 %. Deze situatie maakt het voor de lidstaten moeilijker om snel bescherming te bieden aan personen die in nood verkeren.

Zal het Dublin-systeem worden herzien?

Het asielstelsel is afhankelijk van het goed functioneren van de Dublin III-verordening. Het Dublin-systeem omvat criteria en instrumenten aan de hand waarvan wordt bepaald welke lidstaat verantwoordelijk is voor de behandeling van een verzoek om internationale bescherming dat door een onderdaan van een derde land of een staatloze wordt ingediend. Deze criteria gaan, in hiërarchische volgorde, van familiale overwegingen en het recente bezit van een visum of verblijfsvergunning in een lidstaat tot het feit of de asielzoeker de EU al dan niet op regelmatige wijze is binnengekomen. De wettelijke verbeteringen zijn recent ingevoerd, in 2014. Toch werkt het Dublin-systeem niet zoals het hoort. Zo hebben in 2014 vijf lidstaten in totaal 72 % van het totale aantal asielverzoeken in de EU behandeld. Op het moment dat het Dublin-systeem werd ontwikkeld, zag de toestroom er naar aard en omvang anders uit dan nu, en bevond de Europese samenwerking op het gebied van asiel zich op een ander niveau. De Commissie zal in 2016 het Dublin-systeem evalueren en zal daarbij kunnen putten uit de ervaring met de herplaatsings- en hervestigingsmechanismen. Dit zal haar in staat stellen te bepalen of met het oog op een eerlijkere verdeling van de asielzoekers in Europa de juridische parameters van het systeem moeten worden aangepast.

Hoe staat het met de langetermijnstrategie op het gebied van migratie?

Het EU-Verdrag bepaalt dat er een uniforme asielstatus moet komen, die in de hele Unie geldt.De Commissie zal over de volgende stappen van de ontwikkeling van het gemeenschappelijk Europees asielstelsel een brede discussie starten, die ook betrekking heeft op de mogelijkheden voor een gemeenschappelijke asielcode en wederzijdse erkenning van positieve asielbeslissingen door de lidstaten. Wat de lange termijn betreft, moet in het kader van dat debat ook worden nagedacht over een gezamenlijk proces voor asielbeslissingen, met als doel dat asielzoekers in heel Europa gelijk worden behandeld.

Waarom benadrukt de agenda dat de terugkeerregeling van de EU doeltreffender moet worden?

Onregelmatige migranten worden aangemoedigd doordat zij weten dat de terugkeerregeling van de EU (voor de terugkeer van onregelmatige migranten en migranten van wie het asielverzoek is afgewezen) onvolkomen is. Netwerken van mensensmokkelaars wijzen er vaak op dat terugkeerbeslissingen relatief zelden worden uitgevoerd. Volgens Eurostat i zijn er van de ca. 425 000 personen die in 2013 moesten terugkeren, slechts ca. 167 000 daadwerkelijk uit de EU vertrokken. De inspanningen om smokkelnetwerken te ontmantelen, zijn sterk afhankelijk van het vermogen om potentiële onregelmatige migranten ervan te weerhouden de reis naar de EU te ondernemen.

Om het percentage terugkeerders te vergroten, moet er eerst voor worden gezorgd dat derde landen voldoen aan hun internationale verplichting om eigen onderdanen die illegaal in Europa verblijven, terug te nemen. Daarnaast moeten de lidstaten de terugkeerrichtlijn toepassen. Voor de Commissie is het toezicht op de uitvoering van de richtlijn een prioriteit. Er moet een snellere terugkeerregeling komen die hand in hand gaat met naleving van de procedures en normen waarmee Europa een humane en waardige behandeling van terugkeerders waarborgt, en met een evenredig gebruik van dwangmaatregelen, met inachtneming van de grondrechten en het beginsel van non-refoulement. In het kader van het Schengenevaluatiemechanisme worden momenteel nieuwe regels ingevoerd inzake de terugkeer van onregelmatige migranten. Om de lidstaten te ondersteunen, wordt een “handboek voor terugkeer” opgesteld met richtsnoeren, beste praktijken een aanbevelingen.

Gaat Frontex een grotere rol spelen om de terugkeeractiviteiten van de lidstaten te steunen?

De EU beschikt over gemeenschappelijke regels inzake terugkeer, maar de effectieve operationele samenwerking is ontoereikend. Frontex biedt de lidstaten momenteel al aanzienlijke steun, maar om brede operationele bijstand te kunnen bieden, moet het mandaat van Frontex worden versterkt. Frontex kan gezamenlijke terugkeermissies coördineren, maar mag zelf daartoe geen initiatief nemen. Op basis van de lopende evaluatie, die dit jaar moet worden afgerond, zal de Commissie een wijziging van de rechtsgrondslag van Frontex voorstellen om de rol van het agentschap op het gebied van terugkeer te versterken.

Wat is het doel van de agenda met betrekking tot betere bescherming van de buitengrenzen van de EU en levensreddende operaties?

De EU heeft een vast beleid om de lidstaten te helpen met de afbakening van solide en consistente buitengrenzen. De lidstaten krijgen voor de periode 2014-2020 al ruim 2,7 miljard EUR uit het Fonds voor interne veiligheid. Er zijn regels voor het grenstoezicht, maar het grensbeheer vertoont allerlei varianten, die gebaseerd zijn op uiteenlopende documenten en instrumenten. De Commissie zal in 2016 een Unienorm voor grensbeheer voorstellen met strikte, uniforme bepalingen inzake alle aspecten van het beheer van de buitengrenzen van de Unie.

Komt de Commissie met een nieuw voorstel over slimme grenzen?

Ja. De Commissie is van plan om begin 2016 een herzien voorstel voor slimme grenzen in te dienen, omdat een efficiënter beheer van onze grenzen ook inhoudt dat beter gebruik moet worden gemaakt van de mogelijkheden die IT-systemen en technologieën bieden. Het herziene initiatief inzake slimme grenzen moet de grensdoorlaatposten efficiënter te maken en grensoverschrijding voor de overgrote meerderheid van bonafide reizigers uit derde landen vergemakkelijken, terwijl tegelijkertijd onregelmatige migratie wordt bestreden door alle grensoverschrijdingen van onderdanen van derde landen te registreren, met inachtneming van de nodige evenredigheid.

Wordt in de agenda voorgesteld een EU-grenswachtsysteem op te zetten?

Het beheer van de buitengrenzen is momenteel in hoge mate een gedeelde verantwoordelijkheid. De Commissie start in 2016 een breed beleidsdebat over de verdere ontwikkeling van de operationele samenwerking aan de buitengrenzen. Oprichting van een Europees grenswachtsysteem behoort tot de mogelijkheden, net als een nieuwe benadering van de kustwachtfuncties in de EU. Daarbij zal worden gekeken naar initiatieven op gebieden als gezamenlijk gebruik van middelen, gezamenlijke oefeningen en civiel/militair gebruik van de middelen. Ook een ontwikkeling in de richting van een Europese kustwacht is denkbaar.

Wat zegt de agenda over de noodzaak om legale migratie naar de EU mogelijk te maken?

De EU-brede hervestigingsregeling (zie boven) biedt personen die internationale bescherming nodig hebben de mogelijkheid om veilig en legaal de EU binnen te komen.

Gezien de vergrijzende bevolking heeft de EU op de arbeidsmarkt vooral een tekort aan geschoolde werknemers, met name op gebieden als wetenschap, technologie en techniek. De Europese Commissie zal daarom in 2015 een nieuw pakket inzake arbeidsmobiliteit presenteren en een openbare raadpleging organiseren over de blauwekaartrichtlijn om meer hooggekwalificeerde personen uit derde landen aan te trekken.

Tegelijkertijd zal de EU investeren in een langlopende zakelijke dialoog met de particuliere sector, de vakbonden en andere sociale partners. Zij wil zo een beter begrip krijgen van de uiteenlopende behoeften van onze economie en arbeidsmarkt en beste praktijken uitwisselen.

De Commissie zal ten minste 30 miljoen euro beschikbaar stellen om derde landen te ondersteunen bij de opbouw van hun capaciteit om de arbeidsmigratie doeltreffend te beheren. Het accent zal daarbij liggen op verbetering van de positie van arbeidsmigranten en bestrijding van uitbuiting. De Commissie zal verder ethische aanwerving stimuleren in sectoren in de landen van herkomst die te kampen hebben met een gebrek aan gekwalificeerde werknemers, en goedkopere, snellere en veiligere geldovermakingen faciliteren.

In de toekomst wil de Commissie de mogelijkheden onderzoeken om samen met de lidstaten een “systeem van blijken van belangstelling” te ontwikkelen. Kandidaat-migranten zouden met dat systeem in contact kunnen worden gebracht met geïnteresseerde werkgevers.

Meer informatie

Persbericht over de migratieagenda

[1] Artikel 78, lid 3, VWEU: "Indien een of meer lidstaten ten gevolge van een plotselinge toestroom van onderdanen van derde landen in een noodsituatie terechtkomen, kan de Raad op voorstel van de Commissie voorlopige maatregelen ten gunste van de betrokken lidstaat of lidstaten vaststellen. De Raad besluit na raadpleging van het Europees Parlement."

MEMO/15/4957

 

Voor het publiek: