Artikel XXVII: Bepaling omtrent leeftijdsgrens verkiezing in provinciale staten en gemeenteraden (art. 129)

XXVI
Artikel XXVII
XXVIII

Zolang de leeftijd waarop de wet in het algemeen de minderjarigheid doet eindigen niet is verlaagd tot achttien jaar is in afwijking van artikel 129, eerste lid i, voor het lidmaatschap van provinciale staten en van de gemeenteraad vereist, dat de leeftijd van eenentwintig jaar is bereikt. Het tijdstip waarop de afwijking, bedoeld in de vorige volzin, ophoudt te gelden wordt bij koninklijk besluit vastgesteld.

1.

Ontwikkeling artikel

1983

Zolang de leeftijd waarop de wet in het algemeen de minderjarigheid doet eindigen niet is verlaagd tot achttien jaar is in afwijking van artikel 129, eerste lid i, voor het lidmaatschap van provinciale staten en van de gemeenteraad vereist, dat de leeftijd van eenentwintig jaar is bereikt. Het tijdstip waarop de afwijking, bedoeld in de vorige volzin, ophoudt te gelden wordt bij koninklijk besluit vastgesteld.

1987: art XXVII
1995
1999: art XXVII, 2000: art XXVII, 2002: art XXVII, 2005: art XXVII, 2006: art XXVII, 2008: art XXVII, 2017: art XXVII, 2018: art XXVII, 2022: art XXVII