Artikel 192: Toezicht, zorg en geschillen over de munt
Het toezicht en de zorg over de zaken van de munt, en de beslissing der geschillen over het allooi, essaai en wat dies meer zij, worden door de wet geregeld.
Alle Maaten en Gewigten worden, door de gantsche Republiek, zoo spoedig doenlijk naar eene zekere onveranderlijke grootheid, tiendeelig gelijk gemaakt.
Ook zal'er ten aanzien van alle Muntspeciën, een gelijke Muntslag, door de gantsche Republiek, worden ingevoerd i.
Er zullen eenerlei Munten geslagen worden door de geheele Republiek, op den voet, zoo als door de Wet nader zal worden bepaald.
Geene verandering zal in het gehalte of gewigt der Muntspeciën gemaakt worden, ten zij uit krachte van eene bijzondere Wet.
Het toezigt en de zorg over de zaken van de Munt met den aankleve van dien, en de beslissing der questiën over het allooi, essai, en wat dies meer is, wordt opgedragen aan een kollegie onder den titel van Raden en Generaalmeesters van de Munt, achtervolgens zoodanige instructiën, als bij de wet zullen worden vastgesteld.
Bij vacature zenden de Staten Generaal eene nominatie van drie personen aan den Souvereinen Vorst, welke daaruit de verkiezing doet.
Het toezigt en de zorg over de zaken van de Munt met den aankleve van dien en de beslissing der questiën over het allooi, essai en wat dies meer is, wordt opgedragen aan een Collegie, onder den titel van Raden en Generaalmeesters van de Munt, achtervolgens zoodanige instructiën als bij de wet zullen worden vastgesteld.
Bij vacature zendt de Tweede Kamer van de Staten-Generaal eene nominatie van drie personen aan den Koning, welke daaruit de verkiezing doet.
Het toezigt en de zorg over de zaken van de Munt, en de beslissing der geschillen over het allooi, essai en wat dies meer zij, worden door de wet geregeld.