Artikel 13: Troonopvolging bij ontstentenis dochters
Bij ontstentenis ook van dochters uit de laatstoverleden Koning gaat de Kroon over op de oudste in leven zijnde dochter van de oudste van zijn vooroverleden zoons, van wie dochters in leven zijn; bij ontstentenis van zodanige dochters op de oudste in leven zijnde zoon van de oudste zijn vooroverleden dochters, van wie zoons in leven zijn, en bij ontstentenis ook van zodanige zoons op de oudste in leven zijnde dochter van de oudste van zijn vooroverleden dochters, van wie dochters in leven zijn.
Ook dochters van den Koning ontbrekende, brengt de oudste dochter van de oudste nedergaande mannelijke lijn uit den laatsten Koning, de Koninklijke waardigheid in haar Huis over, en wordt bij vooroverlijden door hare afstammelingen gerepresenteerd.
Bij ontstentenis ook van dochters uit den laatstoverleden Koning gaat de Kroon over op de oudste in leven zijnde dochter van den oudsten zijner vooroverleden zoons, van wie dochters in leven zijn; bij ontstentenis van zoodanige dochters op den oudsten in leven zijnden zoon van de oudste zijner vooroverleden dochters, van wie zoons in leven zijn, en bij ontstentenis ook van zoodanige zoons op de oudste in leven zijnde dochter van de oudste zijner vooroverleden dochters, van wie dochters in leven zijn.
Vervalt.