Artikel 61: Oppergezag over zee- en landmacht; benoeming en ontslag officieren; pensioenen
De Koning heeft het oppergezag over zee- en landmacht.
De militaire officieren worden door hem benoemd. Zij worden door hem bevorderd, ontslagen of op pensioen gesteld, volgens de regels door de wet te bepalen.
De pensioenen worden door de wet geregeld.
Het beschikt over de Krijgsmagt te Water en te Lande, en bepaalt derzelver bijzondere bestemmingen.
Het Staats-Bewind beschikt over de Vloten en Legers der Republiek, doch aan geen van deszelfs Leden vermag immer in Persoon het Opperbevel over dezelve worden toevertrouwd.
De Raadpensionaris beschikt over de Vloten en Legers van het Bataafsch Gemeenebest. De Militaire Rangen worden door hem bepaald en toegewezen.
De Koning is het Opperhoofd van de Vloten en Legers. De militaire rangen worden door Hem bepaald en toegewezen.
De Souvereine Vorst beschikt over de Vloten en Legers. Alle militaire Officieren worden door Hem benoemd en, daartoe termen zijnde, op pensioen gesteld of, des noods, ontslagen.
De Koning heeft het oppergezag over zee- en landmagt.
De militaire officieren worden door hem benoemd. Zij worden door hem bevorderd, ontslagen of op pensioen gesteld, volgens de regels door de wet te bepalen.
De pensioenen worden door de wet geregeld.
De Koning heeft het oppergezag over de krijgsmacht.
De militaire officieren worden door hem benoemd. Zij worden door hem bevorderd, ontslagen of op pensioen gesteld, volgens de regels door de wet te bepalen.
De pensioenen worden door de wet geregeld.