Artikel 100: Griffier

99
Artikel 100
101

Elke Kamer benoemt haren griffier. Deze mag niet tegelijk lid van eene der Kamers zijn.

1.

Ontwikkeling artikel

1798

De Voorzitters, en de Secretarissen, der beide Kamers, zijn altijd in de Residentie -Plaats tegenwoordig.

1805

Dadelijk nadat de zitting der Vergaderingen van Hun Hoog Mogenden zal geopend zijn, het geen door den Raadpensionaris verrigt wordt, gaat dezelve Vergadering over tot benoeming van een President voor de zitting, welke uit haar midden gekozen wordt.

1806

Dadelijk na de opening van elke Zitting, zal de Vergadering van Hun Hoog Mogenden overgaan tot de benoeming van een President, gekozen uit de Leden der Vergadering.

1814

Het beleid van de vergadering der Staten Generaal wordt opgedragen aan eenen President, die door den Souvereinen Vorst benoemd wordt uit eene nominatie van drie leden, door hen te maken, en zulks gedurende den tijd van het openen tot het sluiten dier vergadering.

De Staten Generaal hebben de aanstelling van hunnen Griffier.

1815

Elke Kamer benoemt haren Griffier.

1840: art 97
1848

Elke Kamer benoemt haren griffier buiten haar midden.

1887: art 99, 1917: art 99, 1922: art 100, 1938: art 102, 1948: art 102, 1953: art 109, 1956: art 109, 1963: art 109, 1972: art 109