Vierde Afdeeling. Beschikkingen aan beide Kamers gemeen.
Inhoudsopgave van deze pagina:
- 94: Niemand kan tegelijk lid van beide Kamers zijn; Verkiezing op meerdere plaatsen
- 95: Hoofden der Departementen hebben zitting in beide Kamers
- 96: Recht van enquête
- 97: Incompatibiliteiten
- 98: Onschendbaarheid parlementariërs, ministers, commissarissen en ambtenaren
- 99: Geloofsbrieven
- 100: Griffier
- 101: Frequentie bijeenkomsten
- 102: Openbaarheid zittingen; procedure voor gesloten zittingen
- 103: Buitengewone vergadering Staten-Generaal bij het overlijden des Konings
- 104: Opening en sluiting vergadering, jaarlijksche vergadering bijft minstens 20 dagen bijeen
- 105: Ontbinding van eene of beide der Kamers
- 106: Quorum
- 107: Stemprocedure
- 108: Stemprocedure: besloten bij benoemingen en voordragten van personen
- 109: Procedure bij vereenigde vergadering
94: Niemand kan tegelijk lid van beide Kamers zijn; Verkiezing op meerdere plaatsen
Niemand kan tegelijk lid der beide Kamers zijn.
Die te gelijk tot lid der beide Kamers is gekozen, verklaart welke dier benoemingen hij aanneemt.
95: Hoofden der Departementen hebben zitting in beide Kamers
De hoofden der ministerieele departementen hebben zitting in de beide Kamers. Zij hebben alleen eene raadgevende stem, ten ware zij tot leden der vergadering mogten benoemd zijn. Zij kunnen zich in de vergadering doen bijstaan door de ambtenaren, daartoe door hen aangewezen.
Zij geven aan de Kamers, hetzij mondeling, hetzij schriftelijk, de verlangde inlichtingen, waarvan het verleenen niet strijdig kan worden geoordeeld met het belang van den Staat.
Zij kunnen door elke der Kamers worden uitgenoodigd om te dien einde ter vergadering tegenwoordig te zijn.
96: Recht van enquête
Beide Kamers hebben, zoowel ieder afzonderlijk als in vereenigde vergadering, het recht van onderzoek (enquête), te regelen door de wet.
97: Incompatibiliteiten
Een lid van de Staten-Generaal kan niet tegelijkertijd zijn vice-president of lid van den Raad van State, president, vice-president of lid van of procureur-generaal of advocaat-generaal bij den Hoogen Raad, noch president of lid van de Algemeene Rekenkamer, noch Commissaris des Konings in eene provincie.
De wet regelt voor zooveel noodig de gevolgen van de vereeniging van het lidmaatschap van eene der beide Kamers met andere dan de in het eerste lid uitgesloten, uit 's Lands kas bezoldigde ambten.
Krijgslieden in werkelijken dienst, het lidmaatschap van eene der beide Kamers aanvaardende, zijn gedurende dat lidmaatschap van rechtswege op non-activiteit. Ophoudende lid te zijn, keeren zij tot den werkelijken dienst terug.
98: Onschendbaarheid parlementariërs, ministers, commissarissen en ambtenaren
De leden der Staten-Generaal, alsmede de ministers, de commissarissen bedoeld in artikel 111, tweede lid, en de ambtenaren, bedoeld in artikel 95, eerste lid, zijn niet gerechtelijk vervolgbaar voor hetgeen zij in de vergadering hebben gezegd of aan haar schriftelijk hebben overgelegd.
99: Geloofsbrieven
Voor zoover de wet niet anders bepaalt, onderzoekt elke Kamer de geloofsbrieven harer nieuw inkomende leden, en beslist de geschillen, welke aangaande die geloofsbrieven of de verkiezing zelve oprijzen, volgens regels door de wet te stellen.
100: Griffier
Elke Kamer benoemt haren griffier. Deze mag niet tegelijk lid van eene der Kamers zijn.
101: Frequentie bijeenkomsten
De Staten-Generaal komen ten minste eenmaal 's jaars te zamen.
Hunne gewone zitting wordt geopend op den derden Dinsdag in September.
De Koning roept eene buitengewone zitting bijeen, zoo dikwijls hij zulks noodig oordeelt.
102: Openbaarheid zittingen; procedure voor gesloten zittingen
De afzonderlijke zittingen der beide Kamers, en evenzoo de vereenigde vergaderingen, worden in het openbaar gehouden.
De deuren worden gesloten, wanneer een tiende gedeelte der aanwezige leden het vordert of de voorzitter het noodig keurt.
De vergadering beslist, of met gesloten deuren zal worden beraadslaagd.
Over de punten in besloten vergadering behandeld kan daarin ook een besluit worden genomen.
103: Buitengewone vergadering Staten-Generaal bij het overlijden des Konings
Is bij overlijden des Konings of bij afstand van de Kroon de zitting gesloten, dan vergaderen de Staten-Generaal zonder voorafgaande oproeping.
Deze buitengewone zitting wordt op den vijfden dag na het overlijden of na den afstand geopend. Zijn de Kamers ontbonden, dan vangt deze termijn aan van den afloop der nieuwe verkiezingen.
104: Opening en sluiting vergadering, jaarlijksche vergadering bijft minstens 20 dagen bijeen
De zitting der Staten-Generaal wordt in vereenigde vergadering der beide Kamers door den Koning of door eene commissie van zijnentwege geopend. Zij wordt op dezelfde wijze gesloten, wanneer hij oordeelt, dat het belang van den Staat niet vordert haar te doen voortduren.
De gewone jaarlijksche zitting duurt ten minste twintig dagen, tenzij de Koning gebruik maakt van het recht in artikel 73 omschreven.
105: Ontbinding van eene of beide der Kamers
Bij ontbinding van eene der Kamers of van beide sluit de Koning tevens de zitting der Staten-Generaal.
106: Quorum
De Kamers mogen noch afzonderlijk noch in vereenigde vergadering beraadslagen of besluiten, zoo niet meer dan de helft der leden tegenwoordig is.
107: Stemprocedure
Alle besluiten over zaken worden bij volstrekte meerderheid der stemmende leden opgemaakt.
Bij staken van stemmen wordt het nemen van het besluit tot eene volgende vergadering uitgesteld.
In deze, en evenzoo in eene voltallige vergadering, wordt, bij staken van stemmen, het voorstel geacht niet te zijn aangenomen.
De stemming moet geschieden bij hoofdelijke oproeping, wanneer één der leden dit verlangt en alsdan mondeling.
108: Stemprocedure: besloten bij benoemingen en voordragten van personen
De stemming over personen voor de benoemingen of voordrachten in de Grondwet vermeld, geschiedt bij besloten en ongeteekende briefjes.
De volstrekte meerderheid der stemmende leden beslist; bij staken van stemmen beslist het lot.
109: Procedure bij vereenigde vergadering
Bij eene vereenigde vergadering worden de beide Kamers als slechts ééne beschouwd en nemen hare leden naar willekeur door elkander plaats.
De voorzitter der Eerste Kamer heeft de leiding der vergadering.