Artikel 73: Ontbinding Kamers der Staten-Generaal
De Koning heeft het recht om de Kamers der Staten-Generaal, elke afzonderlijk of beide te zamen, te ontbinden.
Het besluit, waardoor die ontbinding wordt uitgesproken, houdt tevens den last in tot het verkiezen van nieuwe Kamers binnen veertig dagen, en tot het samenkomen der nieuw verkozen Kamers binnen drie maanden.
De wet kan voor de na eene ontbinding gekozen Kamers een anderen zittingduur dan in de artikelen 86 i en 92 i is bepaald, vaststellen.
De Raad van State, het Koninklijk gezag waarnemende, oefent het recht van ontbinding niet uit.
De Koning heeft het regt, om de Kamers der Staten-Generaal, elke afzonderlijk of beiden te zamen, te ontbinden.
Het besluit, waardoor die ontbinding wordt uitgesproken, houdt tevens den last in tot het verkiezen van nieuwe Kamers binnen veertig dagen, en tot het zamenkomen der nieuw verkozen Kamers binnen twee maanden.
De Koning heeft het regt, om de Kamers der Staten-Generaal, elke afzonderlijk of beide te zamen, te ontbinden.
Het besluit, waardoor die ontbinding wordt uitgesproken, houdt tevens den last in tot het verkiezen van nieuwe Kamers binnen veertig dagen, en tot het zamenkomen der nieuw verkozen Kamers binnen twee maanden.
De Raad van State, het Koninklijk gezag waarnemende, oefent het regt van ontbinding niet uit.
De Koning heeft het regt, om de Kamers der Staten-Generaal, elke afzonderlijk of beide te zamen, te ontbinden.
Het besluit, waardoor die ontbinding wordt uitgesproken, houdt tevens den last in tot het verkiezen van nieuwe Kamers binnen veertig dagen, en tot het zamenkomen der nieuw verkozen Kamers binnen drie maanden.
De Raad van State, het Koninklijk gezag waarnemende, oefent het regt van ontbinding niet uit.
De Koning heeft het recht om de Kamers der Staten-Generaal, elke afzonderlijk of beide te zamen, te ontbinden.
Het besluit, waardoor die ontbinding wordt uitgesproken, houdt tevens den last in tot het verkiezen van nieuwe Kamers binnen veertig dagen, en tot het samenkomen der nieuw verkozen Kamers binnen drie maanden.
De wet kan voor de na eene ontbinding gekozen Kamers een anderen zittingduur dan in de artikelen 86 i en 92 i is bepaald, vaststellen.
De Raad van State, het Koninklijk gezag waarnemende, oefent het recht van ontbinding niet uit.
-
1.Elk der kamers kan bij koninklijk besluit worden ontbonden.
-
2.Het besluit tot ontbinding houdt tevens de last in tot een nieuwe verkiezing voor de ontbonden kamer en tot het samenkomen van de nieuw gekozen kamer binnen drie maanden.
-
3.De ontbinding gaat in op de dag waarop de nieuw gekozen kamer samenkomt.
-
4.De wet stelt de zittingsduur van een na ontbinding optredende Tweede Kamer vast; de termijn mag niet langer zijn dan vijf jaren. De zittingsduur van een na ontbinding optredende Eerste Kamer eindigt op het tijdstip waarop de zittingsduur van de ontbonden kamer zou zijn geëindigd.