Artikel 68: Geschillen tusschen Provinciën
De Koning beslist alle geschillen van bestuur, welke tusschen twee of meer provinciën ontstaan, wanneer hij die niet in der minne kan doen bijleggen.
Zij nemen kennis van zoodanige geschillen, als tusschen onderscheiden Gemeente-Bestuuren, of andere ondergeschikte Collegiën, in hun Departement mogten ontstaan, en vereffenen dezelven, na verhoor van beklaagden, onverminderd ieders regt, om Zijne grieven en bezwaaren te brengen bij het Vertegenwoordigend Lichaam, bij het Uitvoerend Bewind, of voor het Geregtshof, daaromtrent bevoegd, naar gelang der zake.
Het Staats-Bewind beslist alle geschillen, zoo tusschen de onderscheidene Departementen als tusschen derzelver Leden, en Gemeenten onderling, over en omtrent alle zaken derzelver bestuur betreffende.
De Souvereine Vorst beslist alle geschillen, welke tusschen twee of meer Provinciën of Landschappen zouden mogen ontstaan, wanneer Hij dezelve niet in der minne kan bijleggen.
De geschillen tusschen provinciën onderling; provinciën en gemeenten; gemeenten onderling; alsmede tusschen provinciën of gemeenten en waterschappen, veenschappen en veenpolders; niet behoorende tot die, vermeld in artikel 153 i of tot die, waarvan de beslissing krachtens artikel 154 i is opgedragen aan den gewonen regter of aan een college, met administrative regtspraak belast, worden door den Koning beslist.
De geschillen tussen openbare lichamen worden bij koninklijk besluit beslist, tenzij deze behoren tot de kennisneming van de rechterlijke macht of hun beslissing bij de wet aan anderen is opgedragen.