Artikel 116: Formulieren voor goed- en afkeuring voordragten door Eerste Kamer

115
Artikel 116
117

Wanneer de Eerste Kamer, na daarover op de gewone wijze geraadpleegd te hebben, het voorstel goedkeurt, zendt zij hetzelve ter bekrachtiging aan den Koning, in dezer voege:

"De Staten-Generaal oordeelende dat het nevensgaande voorstel tot bevordering van 's Lands belangen zoude kunnen strekken, verzoeken eerbiediglijk des Konings bewilliging op hetzelve."

Zij geeft daarvan kennis aan de Tweede Kamer op deze wijze:

"De Eerste Kamer der Staten-Generaal geeft kennis aan de Tweede Kamer, dat zij zich met haar voorstel van den..... betrekkelijk..... heeft vereenigd, en hetzelve namens de Staten-Generaal aan den Koning ter bekrachtiging heeft gezonden."

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting Staatsblad

De Koning zendt de voorstellen, welke Hij in den Raad van State heeft doen overwegen, aan de Kamer, welke door de provinciale Staten verkozen is, (art 106); deze onderzoekt dezelve, en brengt ze bij aanneming in de eerste kamer, welke op gelijke wijze de zaak onderzoekt (art. 109); deze kamer ontvangt en overweegt mede de voorstellen door de tweede kamer aan den Koning gedaan; nimmer stelt zij zelve iets voor (art. 114 en 115).

Zoo zij zulk een voorstel aanneemt, zendt zij het aan den Koning die hetzelve aanneemt, of verwerpt (art. 116).

Veelal zal deze kamer bij het afslaan van eenig voorstel der andere, aan den Koning besparen de oefening Van een heilzaam en hoogstnoodzakelijk regt, maar hetwelk toch door eene te veelvuldige herhaling het onderling vertrouwen zou kunnen deeren, welks behoud zoo nuttig voor de Vorsten, zoo heilzaam voor de volkeren is. Overigens is de wet steeds het uitvloeisel van het gemeen overleg des Konings en der beide kamers van de Staten-Generaal (art. 119).

In vele onzer provinciën, bijzonder in de noordelijken, hadden de gezamenlijke burgers een niet onbeduidend aandeel in de bestiering der zaken, door de wijze zelve op welke de verschillende regerings-kollegiën op zich zelve en onderling waren gewijzigd - deze deelneming bevorderde den publieken geest, dien grooten springveer van alle besturen, die eene vertegenwoordiging ten grondslag hebben. 's Lands regering bekomt meer kracht, en wordt beter gehoorzaamd, wanneer zij de beweegredenen van hare wetten en bepalingen open legt, en het doel der opofferingen welke zij vorderd, en der krachten welker inspanning zij begeert doet kennen. - Verscheide voorbeelden strekken ten bewijze, welk groot vermogen het Gouvernement verkrijgt, wanneer de hechtheid des volks aan de bevolen maatregelen voortvloeit uit beredeneerde overtuiging.

Wij hebben gemeend, dat deze belangrijke voordeelen best verkregen en bewaard wierden in het openlijk vergaderen der tweede kamer, onder zoodanige bepalingen nogtans als geschikt zijn ter wering van alle misbruik en het tegengaan van eene verkeerde strekking (art. 108.)

Om de ware reden Van eenig voorstel met kracht te doen ontwikkelen en de heilzame inzigten van het Gouvernement naar waarde te doen kennen en beoordeelen, om gelegenheid te geven tot het daarstellen van doelmatige wijzigingen, zoo zullen de hoofden der departementen van algemeen bestuur tot beide kamers der Staten-Generaal toegang hebben; de bevoegheid echter om de vergadering voortelichten geeft hun geen regt van stem (art. 91.)

Er zijn bij de grondwet eenige bepalingen gemaakt omtrent de wijze van raadplegen, welke in den eersten opslag beter bij een reglement van orde schijnen te kunnen worden geregeld - dan wij hebben aan dezelven een des te grooter gewigt gehecht, naar mate wij overtuigd wierden van het nut van eene gestadige en onderlinge verhouding tusschen de leden der vergadering uit de verschillende oorden van het Rijk te zamen gevloeid, en tevens van het daarstellen eener gemakkelijke wijze om aan allen de ware gronden en de tederste bedenkingen te doen kennen welke ter aanneming of verwerping van eenig voorstel leiden kunnen (art. 107.)

Het is ter behouding van de volmaaktste eensgezindheid, dat wij de onderscheiden formulieren hebben voorgeschreven, welke in de stadige wisseling der kamers en onderling en met het Gouvernement moeten worden gebezigd.

Wij achten het voor onnoodig, Sire! de redenen optegeven die ons bewogen hebben tot het voorschrijven van de onderscheiden eeds formulieren. Uwe Majesteit heerscht over een volk, dat voor den eed eenen heiligen eerbied voedt, denzelven nimmer ligtvaardig aflegt, maar getrouwelijk nakomt.

2.

Ontwikkeling artikel

1798

De Formulieren, waarvan de Tweede Kamer in de onderscheiden gevallen, boven uitgedrukt, zig bedient, zijn de volgende:

  • a. 
    In het geval, bepaald bij Art. 21 i.

    De Staatsregeling verbied, dit Besluit in overweging te nemen.

  • b. 
    In het geval, Art. 22, letter a i.

    De Tweede Kamer, overwegende, dat .... bekragtigt de Verklaaring van onverwijlde noodzakelijkheid, door de Eerste Kamer geplaatst aan het hoofd van het volgend Besluit.

  • c. 
    In het geval, Art. 22, Letter b, bepaald.

    De Tweede Kamer erkent de noodzakelijkheid van een onverwijld Besluit niet.

  • d. 
    In het geval, Art 23 i, bepaald.

    De Tweede Kamer, overwegende, dat .... bekragtigt het nevensgaande Besluit niet.

  • e. 
    In het geval van bekragtiging van een voorgesteld Besluit.

    De Tweede Kamer bekragtigt het voorgesteld Besluit, en verandert hetzelve in een Decreet.

1815

Wanneer de Eerste Kamer, na daarover op de gewone wijze geraadpleegd te hebben, het voorstel goedkeurt, zendt zij hetzelve ter bekrachtiging aan den Koning, in dezer voege:

"De Staten-Generaal oordeelende dat het nevensgaande voorstel tot bevordering van 's Lands belangen zoude kunnen strekken, verzoeken eerbiediglijk des Konings bewilliging op hetzelve."

Zij geeft daarvan kennis aan de Tweede Kamer op deze wijze:

"De Eerste Kamer der Staten-Generaal geeft kennis aan de Tweede Kamer, dat zij zich met haar voorstel van den..... betrekkelijk..... heeft vereenigd, en hetzelve namens de Staten-Generaal aan den Koning ter bekrachtiging heeft gezonden."

1840: art 117, 1848: art 112, 1887: art 118, 1917: art 118, 1922: art 119, 1938: art 121, 1948: art 121, 1953: art 128, 1956: art 128, 1963: art 128, 1972: art 128