Artikel 51: Koning en Wetgevend Ligchaam stellen Wet vast, speciale bevoegdheid Koning
De Wet wordt in Holland vastgesteld door zamenstemming van den Koning en het Wetgevend Ligchaam i.
De Koning kan in sommige gevallen door de Wet speciaal worden geautoriseerd, om het Wetgevend gezag zonder de medewerking der Vergadering van Hun Hoog Mogenden uitteoefenen.
Het Vertegenwoordigend Lichaam is datgene, welk het geheele Volk vertegenwoordigt, en, in deszelfs naam, wetten geeft, overeenkomstig het voorschrift der Staatregeling.
Het vaststellen van Wetten behoort aan de Vergaderig van Hun Hoog Mogende.
De Wet wordt in Holland vastgesteld door zamenstemming van den Koning en het Wetgevend Ligchaam i.
De Koning kan in sommige gevallen door de Wet speciaal worden geautoriseerd, om het Wetgevend gezag zonder de medewerking der Vergadering van Hun Hoog Mogenden uitteoefenen.
De wetgevende magt wordt gezamenlijk door den Koning en de Staten-Generaal uitgeoefend.
De vaststelling van wetten geschiedt door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk.