Artikel 56: Opperbestuur Nationale Geldmiddelen
De Raadpensionaris heeft het Opperbestuur der Nationale Geldmiddelen. Hij bepaalt de vaste Jaarwedden der Nationale Ambtenaren van den Staat.
Het zend, jaarlijks, aan het Vertegenwoordigend Lichaam i de gewoone, of ook buitengewoone, begrootingen van Staats-Uitgaven, gelijk ook eene verändwoording der Penningen, geduurende het voorig jaar door hetzelve uit de Nationaale Kas ontvangen en uitgegeven; beiden op den tijd en wijze, in TITUL VI, Afd. II, bepaald.
Het Staats-Bewind heeft het Bestuur der Nationaale Geldmiddelen; hetzelve regelt de vaste Jaarwedden der Nationaale Amptenaren, en onderzoekt het gene ieder Jaar voor den dienst der republiek gewoon of buitengewoon gevorderd wordt. Hetzelve legt de kosten van dien in Algemeene begrootingen aan het Wetgevend Lichaam voor i, en vraagt de inwilliging der daartoe benodigde Geldmiddelen i.
Ingevalle de gewone inkomsten niet toereikende zyn tot goedmaking der gewone kosten, draagt het Staats-Bewind nieuwe Algemeene Belastingen i aan het Wetgevend Lichaam voor; doch tot goedmaking der buitengewone kosten, draagt hetzelve of buitengewone belastingen voor den tyd van één Jaar, of vrywillige of onvrywillige Negotiatien aan het Wetgevend Lichaam voor, en ingeval van het laatste tevens het fonds tot betaling van de Interessen en aflossing der genegotieerde Capitalen.
De Raadpensionaris heeft het Opperbestuur der Nationale Geldmiddelen. Hij bepaalt de vaste Jaarwedden der Nationale Ambtenaren van den Staat.
De Koning heeft het opperbestuur van de Nationale Geldmiddelen. Hij bepaalt de vaste Jaarwedden der Nationale Ambtenaren.