Artikel 219: Verantwoording aan het Vertegenwoordigend Lichaam, publicatie, oorlog
Het Uitvoerend Bewind verändwoord jaarlijks, vóór het einde van Julij, aan het Vertegenwoordigend Lichaam, de Sommen, door hetzelve, geduurende het voorige jaar, uit de Nationaale Kas ontvangen en uitgegeven.
Alle de Leden van voorn. Bewind verklaaren, bij deze gelegenheid, plegtig, op hunne gedane belofte bij het aanvaarden van hunnen Post, dat zij van de Penningen, tot geheime Uitgaven hun toegestaan, geen ander gebruik hebben gemaakt, dan ten dienste der Republiek.
Deze schriftlijke, door alle de Leden geteekende, Verklaaring word aan de beide Kamers van het Vertegenwoordigend Lichaam gezonden.
Deze Reekening word jaarlijks gedrukt en publiek gemaakt i.
In tijd van Oorlog, met eenige Europeesche Mogendheid, word deze openbaarmaking uitgesteld tot zes Maanden na den Vrede.
Het Uitvoerend Bewind verändwoord jaarlijks, vóór het einde van Julij, aan het Vertegenwoordigend Lichaam, de Sommen, door hetzelve, geduurende het voorige jaar, uit de Nationaale Kas ontvangen en uitgegeven.
Alle de Leden van voorn. Bewind verklaaren, bij deze gelegenheid, plegtig, op hunne gedane belofte bij het aanvaarden van hunnen Post, dat zij van de Penningen, tot geheime Uitgaven hun toegestaan, geen ander gebruik hebben gemaakt, dan ten dienste der Republiek.
Deze schriftlijke, door alle de Leden geteekende, Verklaaring word aan de beide Kamers van het Vertegenwoordigend Lichaam gezonden.
Deze Reekening word jaarlijks gedrukt en publiek gemaakt i.
In tijd van Oorlog, met eenige Europeesche Mogendheid, word deze openbaarmaking uitgesteld tot zes Maanden na den Vrede.
Bij het overgeven der Begrooting, Art. 59 i vermeld, wordt tevens eene algemeene Staat van alle Ontvangsten en Uitgaven der Nationale Kas gedurende het afgelopen voorgaande jaar, door het Staats-Bewind aan het Wetgevend Lichaam overgelegd, met byvoeging eener schriftelyke verklaring, door alle de Leden onderteekend, dat van de Penningen tot geheime Uitgaven aan het Staats-Bewind toegestaan, geen ander gebruik gemaakt is dan ten algemeenen nut der Republiek.