Artikel 11: Geen onderscheid van rang en geboorte bij benoeming ambten en bedieningen

4
Artikel 11

Ieder is, zonder onderscheid van rang en geboorte tot alle ambten en bedieningen benoembaar, behoudens het gene betrekkelijk de zamenstelling der Provinciale Staten, bij de reglementen ingevolge het vierde hoofdstuk is bepaald.

1.

Ontwikkeling artikel

1815

Ieder is, zonder onderscheid van rang en geboorte tot alle ambten en bedieningen benoembaar, behoudens het gene betrekkelijk de zamenstelling der Provinciale Staten, bij de reglementen ingevolge het vierde hoofdstuk is bepaald.

1848

Ieder Nederlander is tot elke landsbediening benoembaar. Geen vreemdeling is hiertoe benoembaar, dan volgens de bepalingen der wet.