Termijn wegwerken overtollige suikervoorraden verlengd voor vijf nieuwe lidstaten

woensdag 20 april 2005

Vandaag heeft de Europese Commissie voor vijf van de nieuwe lidstaten de termijnen verlengd waarbinnen de overtollige suikervoorraden die zijn ontstaan in de periode vóór hun toetreding in mei 2004, moeten worden berekend en vervolgens weggewerkt. Houders van overtollige voorraden krijgen tot en met 30 november 2005 de tijd om die voorraden weg te werken en de autoriteiten van de vijf betrokken landen - Estland, Cyprus, Letland, Malta en Slowakije - kunnen nog tot en met 31 maart 2006 het bewijs leveren dat de voorraden inderdaad zijn weggewerkt. Voor de na 30 november 2005 nog resterende voorraden zal een heffing moeten worden betaald waarvan de opbrengst wordt toegewezen aan de Gemeenschapsbegroting. Zoals bij de vorige uitbreidingen dienden de nieuwe lidstaten er ook nu op toe te zien dat geen speculatieve voorraadvorming van landbouwproducten plaatsvond aangezien daardoor het evenwicht op de gehele EU-markt zou worden verstoord.

Vóór de uitbreiding van mei 2004 dienden de nieuwe lidstaten, zoals dat ook bij vorige uitbreidingen reeds het geval was, maatregelen te nemen om te voorkomen dat handelaren speculatieve suikervoorraden zouden aanleggen en ten onrechte profijt zouden halen uit het feit dat de suikerprijs in de EU drie keer hoger ligt dan op de wereldmarkt. De Commissie is verantwoordelijk voor het beheer van de markten en zij moet erop toezien dat al haar besluiten in overeenstemming zijn met de bepalingen van het Toetredingsverdrag.

Afgezien van de noodzaak dat speculatie in elk geval moet worden voorkomen, heeft een plotselinge stijging van de voorraden een negatief effect op het marktevenwicht en op de hoogte van de in september vast te stellen productieheffingen, wat nadelig uitvalt voor de producenten van suiker en suikerbieten in de gehele EU. Bovendien moeten alle in een bepaald verkoopseizoen geconstateerde overtollige voorraden het daaropvolgende jaar zonder restitutie worden uitgevoerd.

De Commissie krijgt nu de mogelijkheid om nog een laatste controle te verrichten op eventuele overtollige voorraden in de betrokken lidstaten, die op hun beurt meer tijd krijgen om die voorraden weg te werken en het bewijs daarvan te leveren. De omvang van de overtollige voorraden wordt bepaald door de productie, de invoer en de uitvoer in de laatste 12 maanden vóór de toetreding te vergelijken met een referentieperiode, namelijk de daaraan voorafgaande drie jaar.

De Commissie heeft vandaag enkele nieuwe termijnen vastgesteld: houders van overtollige voorraden krijgen tot en met 30 november 2005 de tijd om die voorraden weg te werken en uiterlijk op 28 februari 2006 moeten zij de nationale autoriteiten melden dat dat ook daadwerkelijk is gebeurd; de nationale autoriteiten moeten de Commissie uiterlijk op 31 maart 2006 het bewijs leveren dat de voorraden zijn weggewerkt; de lidstaten krijgen in eerste instantie tijd tot en met 30 juni 2006 om de heffing op de nog resterende voorraden te betalen, maar die termijn kan worden verlengd. Uiterlijk op 31 mei 2005 bevestigt de Commissie de definitieve cijfers betreffende de overtollige suikervoorraden.

Handelaren kunnen de overtollige suikervoorraden wegwerken door de suiker te verwerken in diervoeders of tot biobrandstoffen, dan wel door de suiker uit te voeren zonder uitvoerrestitutie. Met de daaruit voortvloeiende voorraadvermindering wordt rekening gehouden wanneer de Commissie een definitief besluit neemt over de hoogte van de te betalen heffing.