Artikel III-160: Terrorismebestrijding en bepalingen rond kapitaalverkeer
Indien zulks noodzakelijk is om de in artikel III-257 i genoemde doelstellingen te verwezenlijken, wat betreft de preventie en de bestrijding van terrorisme en aanverwante activiteiten, wordt bij Europese wet een kader vastgesteld voor beheersmaatregelen met betrekking tot het kapitaal- en betalingsverkeer, zoals het bevriezen van tegoeden, financiële activa of economische baten waarvan de bezitters, de eigenaars of de houders natuurlijke personen, rechtspersonen dan wel niet-statelijke groepen of entiteiten zijn.
De Raad stelt op voorstel van de Commissie Europese verordeningen of besluiten vast ter uitvoering van de in de eerste alinea bedoelde Europese wet.
De in dit artikel bedoelde handelingen bevatten de nodige bepalingen inzake juridische waarborgen.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Ook in artikel III-160 wordt een nieuwe bepaling opgenomen teneinde een specifieke juridische grondslag te geven aan maatregelen voor het bevriezen van tegoeden in het kader van de strijd tegen het terrorisme.
Tot hiertoe werden deze maatregelen aangenomen op grond van het huidige artikel 308 VEG i (flexibiliteitsclausule), dat wordt beheerst door eenparigheid en raadpleging van het Europees Parlement.
Artikel III-160 bepaalt voortaan dat deze maatregelen worden aangenomen volgens de gewone wetgevende procedure, d.i. met gekwalificeerde meerderheid en met medebeslissing van het Parlement.
In het kader van de IGC i werd de tekst echter gewijzigd. De tekst van de Conventie i bepaalde immers dat dezelfde juridische grondslag kon worden gebruikt in het kader van de strijd tegen de georganiseerde misdaad en de mensenhandel.
Indien zulks noodzakelijk is om de doelstellingen van artikel [ex 1 JBZ] i te verwezenlijken, met name wat betreft de preventie en de bestrijding van georganiseerde criminaliteit, terrorisme en mensensmokkel, kan bij Europese wet een kader worden vastgesteld voor maatregelen met betrekking tot het kapitaal- en betalingsverkeer, zoals het bevriezen van tegoeden, financiële activa of economische baten die in het bezit zijn van, eigendom zijn van of gehouden worden door natuurlijke of rechtspersonen, groepen of entiteiten die niet onder staten ressorteren.
Op voorstel van de Commissie stelt de Raad Europese verordeningen of Europese besluiten vast ter uitvoering van de hierboven bedoelde wet. Hij besluit op voorstel van de Commissie.
Indien zulks noodzakelijk is om de doelstellingen van artikel III-158 i te verwezenlijken, met name wat betreft de preventie en de bestrijding van georganiseerde criminaliteit, terrorisme en mensensmokkel, kan bij Europese wet een kader worden vastgesteld voor maatregelen met betrekking tot het kapitaal- en betalingsverkeer, zoals het bevriezen van tegoeden, financiële activa of economische baten waarvan de bezitter, de eigenaar of de houder een natuurlijke of rechtspersoon, een groepering of een niet-statelijke entiteit is.
De Raad van Ministers stelt op voorstel van de Europese Commissie Europese verordeningen of besluiten vast ter uitvoering van de in de eerste alinea bedoelde wet.
Indien zulks noodzakelijk is om de doelstellingen van artikel III-158 i te verwezenlijken wat betreft de preventie en de bestrijding van terrorisme en aanverwante activiteiten, kan bij Europese wet een kader worden vastgesteld voor maatregelen met betrekking tot het kapitaal- en betalingsverkeer, zoals het bevriezen van tegoeden, financiële activa of economische baten die in het bezit zijn van, eigendom zijn van of gehouden worden door natuurlijke of rechtspersonen, groepen of entiteiten die niet onder staten ressorteren.
Op voorstel van de Commissie stelt de Raad Europese verordeningen of Europese besluiten vast ter uitvoering van de hierboven bedoelde wet.
De in dit artikel bedoelde handelingen bevatten de nodige bepalingen inzake wettelijke waarborgen. [*]
Verklaring voor de slotakte ad artikelen III-49 en III-224 i
De Conferentie memoreert dat de eerbiediging van de grondrechten en vrijheden met name inhoudt dat de nodige aandacht wordt geschonken aan de bescherming en de eerbiediging van het recht op eerlijke rechtsbedeling voor de betrokken personen of entiteiten.
Daartoe moeten besluiten waarbij een persoon of entiteit aan beperkende maatregelen wordt onderworpen, op duidelijke en verschillende criteria gebaseerd zijn om een grondige rechterlijke toetsing te waarborgen. Deze criteria moeten zijn toegesneden op de specifieke kenmerken van de beperkende maatregel.[*]
Toelichting [*]:
In het werkdocument CIG 73/04 (29 april 2004) het artikel uitgebreid met een derde paragraaf, en zijn in de eerste paragraaf verwijzingen naar 'georganiseerde criminaliteit' en 'mensensmokkel' vervangen door 'terrorisme en aanverwante activiteiten'. Ook is de verklaring toegevoegd.
In het commentaar staat:
"Het voorzitterschap stelt verschillende wijzigingen in de tekst van de Conventie en een verklaring voor om tegemoet te komen aan de wensen van een aantal delegaties in verband met deze bepalingen.
Deze wijzigingen houden in dat er tevens wijzigingen worden aangebracht in artikel III-224 i , teneinde een a contrario-effect te vermijden. Hierna volgt een ontwerptekst."
Indien zulks noodzakelijk is om de in artikel III-257 i genoemde doelstellingen te verwezenlijken, wat betreft de preventie en de bestrijding van terrorisme en aanverwante activiteiten, wordt bij Europese wet een kader vastgesteld voor beheersmaatregelen met betrekking tot het kapitaal- en betalingsverkeer, zoals het bevriezen van tegoeden, financiële activa of economische baten waarvan de bezitters, de eigenaars of de houders natuurlijke personen, rechtspersonen dan wel niet-statelijke groepen of entiteiten zijn.
De Raad stelt op voorstel van de Commissie Europese verordeningen of besluiten vast ter uitvoering van de in de eerste alinea bedoelde Europese wet.
De in dit artikel bedoelde handelingen bevatten de nodige bepalingen inzake juridische waarborgen.