Artikel I-21: De Europese Raad
-
1.De Europese Raad geeft de nodige impulsen voor de ontwikkeling van de Unie en bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten. Hij oefent geen wetgevingstaak uit.
-
2.De Europese Raad bestaat uit de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten, zijn voorzitter en de voorzitter van de Commissie i. De minister van Buitenlandse Zaken i van de Unie neemt deel aan de werkzaamheden.
-
3.De Europese Raad wordt ieder kwartaal door zijn voorzitter in vergadering bijeengeroepen. Indien de agenda zulks vereist, kunnen de leden van de Europese Raad besluiten zich elk te laten bijstaan door een minister en, wat de voorzitter van de Commissie betreft, door een lid van de Commissie. Indien de situatie zulks vereist, roept de voorzitter een buitengewone bijeenkomst van de Europese Raad bijeen.
-
4.Tenzij in de Grondwet anders is bepaald, spreekt de Europese Raad zich bij consensus uit.
Inhoudsopgave van deze pagina:
De taakomschrijving van de Europese Raad in dit artikel beperkt zich tot het geven van strategische impulsen, zoals deze ook stond weergegeven in artikel 4 van het EU-Verdrag i.
Daarnaast kan de Europese Raad met betrekking tot verschillende onderwerpen voortaan ook besluiten met rechtsgevolgen nemen. Verwezen wordt hier naar de opsomming in bijlage 4 bij de memorie van toelichting. Daarbij is onder het Grondwettelijk Verdrag wel expliciet aangegeven dat de Europese Raad geen wetgevingstaken uitoefent. Dit komt overeen met de inzet van de Nederlandse regering terzake. Als gevolg hiervan is de totstandbrenging van besluiten die wetgevingshandelingen behelzen in de zin van artikel I-34 i Grondwettelijk Verdrag voorbehouden aan de Raad.
De samenstelling van de Europese Raad is dezelfde gebleven als onder het EU-Verdrag, met dien verstande dat de voorzitter van de Europese Raad (die niet langer een vertegenwoordiger van een lidstaat is) is toegevoegd. Bovendien is bepaald dat de EMBZ aan de beraadslagingen deelneemt.
In het EU-Verdrag was bepaald dat de leden van de Europese Raad werden bijgestaan door de ministers van Buitenlandse Zaken van de lidstaten. In het Grondwettelijk Verdrag is slechts bepaald dat de leden van de Europese Raad zich, indien de agenda zulks vereist, kunnen laten bijstaan door een minister. Het staat hen vrij te kiezen door welke van hun ministers zij zich wensen te laten vergezellen.
In het derde lid van artikel I-21 is de bestaande praktijk vastgelegd dat de Europese Raad ten minste vier keer per jaar bijeenkomt. De voorzitter van de Europese Raad heeft de bevoegdheid om buitengewone bijeenkomsten van de Europese Raad bijeen te roepen.
In het vierde lid van artikel I-21 wordt als hoofdregel bepaald dat de Europese Raad zich uitspreekt bij consensus. In dat geval hebben de voorzitter van de Commissie en de voorzitter van de Europese Raad, evenals de overige leden van de Europese Raad, een vetorecht. In het geval de Europese Raad met gekwalificeerde meerderheid besluit nemen zij niet deel aan de stemming (artikel I-25, vierde lid i).
In artikel III-341 i worden ten slotte nog enige procedurele aspecten van het functioneren van de Europese Raad behandeld.
Lid 2 is vernieuwend in die zin dat hij preciseert dat de Europese Raad enkel uit de staats- en regeringsleiders van de lidstaten, de voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie bestaat. Momenteel is het namelijk zo dat ook de ministers van Buitenlandse Zaken van de lidstaten krachtens artikel 4 VEU i van rechtswege deel uitmaken van de Raad.
Deze wijziging werd gerechtvaardigd door de bekommernis om het aantal leden van de Europese Raad, dat na de uitbreiding gestegen is tot 51, te verminderen. Deze vermindering wordt echter gematigd door de vermelding dat de leden van de Europese Raad er elk voor kunnen kiezen om bijgestaan te worden door een minister, als de dagorde het vereist.
De minister van Buitenlandse Zaken van de Unie neemt van rechtswege deel aan de werkzaamheden van de Europese Raad.
-
1.De Europese Raad:
-
-doet aanbevelingen en gaat verplichtingen aan op het terrein van de samenwerking,
-
-besluit in de door dit Verdrag genoemde gevallen en overeenkomstig de in artikel 11 i vervatte procedure over de uitbreiding van de bevoegdheden van de Unie,
-
-benoemt de Voorzitter van de Commissie,
-
-richt mededelingen aan de andere instellingen van de Unie,
-
-brengt het Parlement periodiek op de hoogte van de werkzaamheden van de Unie op de onder zijn bevoegdheid vallende gebieden,
-
-beantwoordt de schriftelijke en mondelinge vragen van leden van het Parlement,
-
-oefent de overige bevoegdheden uit die hem bij dit Verdrag zijn verleend.
-
-
2.De Europese Raad stelt zijn besluitvormingsprocedures vast.
De Europese Raad bestaat uit de staatshoofden of regeringsleiders van de lid-staten en de voorzitter van de Commissie.
De Europese Raad geeft de Unie de voor haar ontwikkeling noodzakelijke impulsen en stelt, in samenspraak met het Europees Parlement, de algemene politieke richtsnoeren van de Unie vast.
-
1.De Europese Raad geeft aan de Unie de voor haar ontwikkeling noodzakelijke impulsen en stelt haar algemene politieke richtsnoeren en prioriteiten vast.
-
2.De Europese Raad bestaat uit de staatshoofden of regeringsleiders van de lidstaten, zijn voorzitter en de voorzitter van de Commissie. De minister van Buitenlandse Zaken neemt aan de besprekingen deel.
-
3.De Europese Raad komt elk kwartaal na een convocatie door zijn voorzitter bijeen. Wanneer de agenda zulks vereist, kunnen de leden van de Raad besluiten zich te laten bijstaan door een minister en, voor de voorzitter van de Commissie, door een lid van de Commissie. Wanneer de situatie zulks vereist, roept de voorzitter een buitengewone bijeenkomst van de Europese Raad bijeen.
-
4.Voorzover de Grondwet niet anders bepaalt, spreekt de Europese Raad zich bij consensus uit.
-
1.De Europese Raad geeft aan de Unie de voor haar ontwikkeling noodzakelijke impulsen en stelt haar algemene politieke richtsnoeren en prioriteiten vast.
-
2.De Europese Raad bestaat uit de staatshoofden of regeringsleiders van de lidstaten, zijn voorzitter en de voorzitter van de Commissie i. De minister van Buitenlandse Zaken i neemt aan de besprekingen deel.
-
3.De Europese Raad komt elk kwartaal na een convocatie door zijn voorzitter bijeen. Wanneer de agenda zulks vereist, kunnen de leden van de Raad besluiten zich te laten bijstaan door een minister en, voor de voorzitter van de Commissie, door een lid van de Commissie. Wanneer de situatie zulks vereist, roept de voorzitter een buitengewone bijeenkomst van de Europese Raad bijeen.
-
4.Voorzover de Grondwet niet anders bepaalt, spreekt de Europese Raad zich bij consensus uit.
-
1.De Europese Raad geeft aan de Unie de voor haar ontwikkeling nodige impulsen en stelt haar algemene politieke richtsnoeren en prioriteiten vast. Hij oefent geen wetgevingstaken uit.
-
2.De Europese Raad bestaat uit de staatshoofden of regeringsleiders van de lidstaten, zijn voorzitter en de voorzitter van de Europese Commissie i. De minister van Buitenlandse Zaken i van de Unie neemt deel aan de besprekingen.
-
3.De Europese Raad komt elk kwartaal na een convocatie door zijn voorzitter bijeen. Indien de agenda zulks vereist, kunnen de leden van de Europese Raad besluiten zich te laten bijstaan door een minister en, wat de voorzitter van de Europese Commissie betreft, door een Europese Commissaris. Indien de situatie zulks vereist, roept de voorzitter een buitengewone bijeenkomst van de Europese Raad bijeen.
-
4.Voorzover in de Grondwet niet anders is bepaald, spreekt de Europese Raad zich bij consensus uit.
Relevante bepalingen uit Deel III van de Grondwet:
-
1.De Europese Raad geeft aan de Unie de voor haar ontwikkeling nodige impulsen en stelt haar algemene politieke richtsnoeren en prioriteiten vast. Hij oefent geen wetgevingstaken uit.
-
2.De Europese Raad bestaat uit de staatshoofden of regeringsleiders van de lidstaten, zijn voorzitter en de voorzitter van de Commissie i. De minister van Buitenlandse Zaken i van de Unie neemt deel aan de besprekingen.
-
3.De Europese Raad komt elk kwartaal na een convocatie door zijn voorzitter bijeen. Indien de agenda zulks vereist, kunnen de leden van de Europese Raad besluiten zich te laten bijstaan worden bijgestaan door een minister en, wat de voorzitter van de Commissie betreft, door een Europese commissaris. Indien de situatie zulks vereist, roept de voorzitter een buitengewone bijeenkomst van de Europese Raad bijeen.
-
4.Tenzij in de Grondwet anders is bepaald, spreekt de Europese Raad zich bij consensus uit.
Noot PDC, Verwante artikelen:
-
1.De Europese Raad geeft de nodige impulsen voor de ontwikkeling van de Unie en bepaalt de algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten. Hij oefent geen wetgevingstaak uit.
-
2.De Europese Raad bestaat uit de staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten, zijn voorzitter en de voorzitter van de Commissie i. De minister van Buitenlandse Zaken i van de Unie neemt deel aan de werkzaamheden.
-
3.De Europese Raad wordt ieder kwartaal door zijn voorzitter in vergadering bijeengeroepen. Indien de agenda zulks vereist, kunnen de leden van de Europese Raad besluiten zich elk te laten bijstaan door een minister en, wat de voorzitter van de Commissie betreft, door een lid van de Commissie. Indien de situatie zulks vereist, roept de voorzitter een buitengewone bijeenkomst van de Europese Raad bijeen.
-
4.Tenzij in de Grondwet anders is bepaald, spreekt de Europese Raad zich bij consensus uit.