Artikel 138: Aanpassing ongewijzigde bepalingen
-
1.Voordat de in tweede lezing aangenomen voorstellen tot verandering in de Grondwet door de Koning worden bekrachtigd, kunnen bij de wet:
-
a.de aangenomen voorstellen en de ongewijzigd gebleven bepalingen van de Grondwet voor zoveel nodig aan elkaar worden aangepast;
-
b.de indeling in en de plaats van hoofdstukken, paragrafen en artikelen, alsmede de opschriften worden gewijzigd.
-
-
2.Een voorstel van wet, houdende voorzieningen als bedoeld in het eerste lid onder a, kunnen de kamers alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.
In andere talen:
Inhoudsopgave van deze pagina:
Als een grondwetsherziening uit een reeks verschillende wetsvoorstellen bestaat, kan verwerping van een of meer voorstellen tot gevolg hebben dat de gewijzigde en de ongewijzigd gebleven bepalingen van de Grondwet niet meer goed op elkaar aansluiten.
Voordat de wijzigingen door de koning zijn bekrachtigd kunnen de gewijzigde en ongewijzigde artikelen in een wet op elkaar worden afgestemd. Bij wet kan ook de indeling van de Grondwet worden gewijzigd. Voor dergelijke wetten zijn ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen van beide kamers nodig. Het mag hierbij alleen gaan om noodzakelijke wijzigingen van technische aard.
Bij de grondwetsherziening van 1983 zijn vier van zulke aanpassingswetten tot stand gebracht.
Indien een grondwetsherziening uit een reeks afzonderlijke wetsvoorstellen bestaat, kan verwerping van een of meer voorstellen tot gevolg hebben dat de gewijzigde en de ongewijzigd gebleven bepalingen van de Grondwet niet meer goed op elkaar aansluiten.
Daarom wordt in artikel 138 de wetgever bevoegd verklaard om voor de bekrachtiging van de in tweede lezing aangenomen voorstellen een wet vast te stellen waarbij de ongewijzigd gebleven grondwetsbepalingen en de aangenomen herzieningsvoorstellen voor zoveel nodig aan elkaar worden aangepast en de indeling van de Grondwet wordt gewijzigd.
Voor een dergelijke wet zijn ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen nodig. Het mag hierbij alleen gaan om noodzakelijke wijzigingen van technische aard.
Bij de grondwetsherziening van 1983 zijn vier van zulke aanpassingswetten tot stand gebracht.
-
1.Nadat de Eerste en Tweede Kamer de voorstellen hebben aangenomen, moeten de ministers en de Koning hun handtekening onder de wet zetten. Voordat zij dit doen kunnen de regering en de Eerste en Tweede Kamer beslissen over kleine veranderingen. Deze kleine veranderingen staan in de wet:
-
a)zij kunnen beslissen de niet veranderde artikelen van de Grondwet aan te passen aan de nieuwe artikelen;
-
b)zij kunnen beslissen de structuur van de Grondwet en de titels van de artikelen te veranderen.
-
-
2.De Eerste en Tweede Kamer kunnen niet veranderde artikelen van de Grondwet alleen aanpassen aan de nieuwe artikelen als twee derde van het aantal stemmen of meer hier voor zijn.
Uitleg
Als je een artikel van de Grondwet verandert, kan dat gevolgen hebben voor andere artikelen in de Grondwet. Misschien moet je een ander artikel anders schrijven. Of misschien verandert de nummering van de Grondwet.
In dit artikel staat hoe de regering en de Eerste en Tweede Kamer dit moeten doen
Via de Rijksoverheid komen veel vragen over binnen, zoals:
Hebt u een andere vraag? Bel 1400 (U betaalt alleen de gebruikelijke belkosten).
Voordat de in tweede lezing aangenomen voorstellen tot verandering in de Grondwet door de Koning worden goedgekeurd, kunnen bij de wet:
a. de aangenomen voorstellen en de ongewijzigd gebleven bepalingen van de Grondwet voor zoveel nodig aan elkaar worden aangepast:
b. de indeling in hoofdstukken, afdelingen, paragrafen en artikelen, de opschriften en de nummering van de artikelen worden gewijzigd.
Het ontwerp van een wet, houdende bepalingen als bedoeld onder a, kunnen de Kamers der Staten-Generaal niet aannemen dan met twee derden van de uitgebrachte stemmen.
-
1.Voordat de in tweede lezing aangenomen voorstellen tot verandering in de Grondwet door de Koning worden bekrachtigd, kunnen bij de wet:
-
a.de aangenomen voorstellen en de ongewijzigd gebleven bepalingen van de Grondwet voor zoveel nodig aan elkaar worden aangepast;
-
b.de indeling in en de plaats van hoofdstukken, paragrafen en artikelen, alsmede de opschriften worden gewijzigd.
-
-
2.Een voorstel van wet, houdende voorzieningen als bedoeld in het eerste lid onder a, kunnen de kamers alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.