Dertiende Hoofdstuk. Van Veranderingen.
Inhoudsopgave van deze pagina:
- 210: Grondwetswijziging wordt per wet verklaard
- 211: Ontbinding Kamers; Wijzigingen aangenomen bij twee derde meerderheid
- 212: Afkondiging grondwetswijzigingen
- 213: Aanpassing Grondwet aan Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
- 214: Bekendmaking; Indeling Grondwet
- 215: Tijdelijke handhaving bestaande autoriteiten, wetten, reglementen en besluiten
210: Grondwetswijziging wordt per wet verklaard
Elk voorstel tot verandering in de Grondwet wijst de voorgestelde verandering uitdrukkelijk aan. De wet verklaart dat er grond bestaat om het voorstel, zo als zij het vaststelt, in overweging te nemen.
211: Ontbinding Kamers; Wijzigingen aangenomen bij twee derde meerderheid
Na de afkondiging dezer wet worden de Kamers ontbonden. De nieuwe Kamers overwegen dat voorstel en kunnen niet dan met twee derden der uitgebrachte stemmen de aan haar overeenkomstig voornoemde wet voorgestelde verandering aannemen.
212: Afkondiging grondwetswijzigingen
De veranderingen in de Grondwet, door de Koning en de Staten-Generaal vastgesteld, worden plechtig afgekondigd en bij de Grondwet gevoegd.
213: Aanpassing Grondwet aan Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
De tekst van de Grondwet kan bij de wet met het Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden zoals dit thans luidt of nader mocht komen te luiden in overeenstemming worden gebracht.
De artikelen 210, 211 en 212 zijn daarbij niet van toepassing.
214: Bekendmaking; Indeling Grondwet
De tekst der herziene Grondwet wordt door de Koning bekend gemaakt. De hoofdstukken, de afdelingen van elk hoofdstuk en de artikelen kunnen door Hem lopend worden genummerd; Hij verandert zo nodig de verwijzingen.
215: Tijdelijke handhaving bestaande autoriteiten, wetten, reglementen en besluiten
De op het ogenblik van de afkondiging van een verandering in de Grondwet bestaande autoriteiten, verbindende wetten, reglementen en besluiten blijven gehandhaafd, totdat zij door andere volgens de Grondwet zijn vervangen.