Artikel 113: Strafrechtspraak; tuchtrecht; vrijheidsstraf; berechting buiten Nederland; oorlogsstrafrecht
-
1.Aan de rechterlijke macht is voorts opgedragen de berechting van strafbare feiten.
-
2.Tuchtrechtspraak door de overheid ingesteld wordt bij de wet geregeld.
-
3.Een straf van vrijheidsontneming kan uitsluitend door de rechterlijke macht worden opgelegd.
-
4.Voor berechting buiten Nederland en voor het oorlogsstrafrecht kan de wet afwijkende regels stellen.
In andere talen:
Inhoudsopgave van deze pagina:
Rechters oordelen over handelingen die strafbaar zijn gesteld en zijn de enigen die gevangenisstraf als straf mogen opleggen. Tuchtrechtspraak mag door de overheid alleen bij wet i worden ingesteld. Tuchtrechtspraak is een vorm van rechtspraak die erop toeziet dat de leden van een beroepsgroep zich aan de gedragsregels van hun beroep houden, zoals advocaten, notarissen en medici.
In een enkel geval mag de wetgever afwijken van deze regels. Dan gaat het bijvoorbeeld om de berechting van strafbare feiten buiten Nederland, zoals militairen in het buitenland.
In de Grondwet is verankerd de opdracht aan de rechterlijke macht om strafbare feiten te berechten. Uitdrukkelijk is in artikel 113 bepaald, dat alleen de rechterlijke macht de straf van vrijheidsontneming mag opleggen. Daarnaast schrijft het artikel voor, dat de wet de tuchtrechtspraak die door de overheid wordt ingesteld, moet regelen.
Bij de publiekrechtelijk geregelde tuchtrechtspraak zal volgens de Grondwet dus altijd aan de oplegging van tuchtstraffen een wet in formele zin ten grondslag moeten liggen.
Het vierde lid van dit artikel geeft aan de wetgever enige mogelijkheid tot afwijking van deze hoofdregels, maar slechts als het gaat om berechting buiten Nederland (het gaat hierbij om berechting van met name militairen in het buitenland) en om situaties na afloop van een oorlog, als het oorlogsstrafrecht dan nog van toepassing zou zijn.
Voor situaties tijdens een oorlog bevat artikel 103 i - de bepaling over uitzonderingstoestanden - de mogelijkheid van afwijking van de in artikel 113 neergelegde voorschriften over de bevoegdheid van de strafrechter om strafbare feiten te berechten en de straf van vrijheidsontneming op te leggen.
-
1.Rechters van de rechterlijke macht beslissen welke straf iemand krijgt die iets gedaan heeft dat strafbaar is.
-
2.In de wet kan staan dat mensen die hun werk niet goed doen een straf krijgen van de tuchtrechter.
-
3.Alleen een rechter van de rechterlijke macht kan mensen hun vrijheid afnemen en opsluiten.
-
4.In de wet kunnen aparte regels staan voor berechting van mensen buiten Nederland. Ook kunnen in de wet aparte regels staan voor misdaden in een oorlog.
Uitleg
Als je iets doet dat van de wet niet mag, kun je een straf krijgen van een rechter van de rechterlijke macht. Als je alleen een verschil van mening hebt met een ander, kun je daarvoor geen straf krijgen. De rechter of een ander kan beslissen wie er gelijk heeft. Of als je met de fiets door rood licht rijdt, kun je geen straf krijgen. Een politieagent kan je wel een boete geven. Maar als je iets doet dat strafbaar is, bijvoorbeeld een auto stelen of iemand in elkaar slaan, dan kan alleen een rechter van de rechterlijke macht beslissen welke straf je krijgt.
De tuchtrechter kan mensen straf geven die hun werk niet goed doen. Als bijvoorbeeld een dokter, een advocaat of een notaris een grote fout maakt, kan de tuchtrechter beslissen dat ze hun werk niet meer mogen doen.
De zwaarste straf die je in Nederland kunt krijgen is gevangenisstraf. We vinden dit zo'n zware straf, dat alleen rechters van de rechterlijke macht mogen beslissen mensen op te sluiten in de gevangenis.
Soms moeten mensen in het buitenland worden berecht. Meestal militairen. Voor berechting in het buitenland kunnen in de wet andere regels staan. Bijvoorbeeld dat mobiele krijgsraden in plaats van rechters kunnen beslissen welke straf iemand krijgt. Ook voor misdaden die in een oorlog zijn gepleegd, kunnen in de wet aparte regels staan.
Buiten de wettig aangestelde Magten i, kan geen Burger, noch ook eenig gedeelte des Volks, eenig openbaar gezag uitoefenen. Het is alleen in de Grond-Vergaderingen, dat alle Staatkundige Regten door de Burgeren worden geöefend.
De rechterlyke Magt wordt alleen uitgeoefend door Rechters, welke by of ingevolge de Staatsregeling vastgesteld zyn of zullen worden.
De Regterlijke Magt wordt alleen uitgeoefend door Regters, ingevolge de Staatsregeling aangesteld. Geene Politieke Magt oefent eenigen invloed op de Regterlijke Magt uit.
De Regterlijke Magt wordt alleen uitgeoefend door Regters, ingevolge de Wet aangesteld. Geene Politieke Magt vermag de onafhankelijkheid der Regters in de uitoefening van eenig gedeelte van hunne werkzaamheden te belemmeren.
Ten einde aan de Ingezetenen dezer Landen te waarborgen de onschatbare voorregten van burgerlijke vrijheid en persoonlijke veiligheid, zullen de volgende regelen de grondslagen der wettelijke beschikkingen uitmaken.
-
a.Wanneer een Ingezeten in buitengewone omstandigheden door het politiek gezag mogt worden gearresteerd, is hij, op wiens bevel zoodanige arrestatie heeft plaats gehad, gehouden daarvan terstond aan den plaatselijken regter kennis te geven, en voorts den gearresteerden binnen den tijd van drie dagen aan deszelfs competenten regter overteleveren.
De criminele regtbanken zijn bevoegd en verpligt, elk in haar ressort, te zorgen, dat zulks stiptelijk worde nagekomen.
-
b.De regterlijke magt wordt alleen uitgeoefend door regtbanken, welke bij of ten gevolge dezer grondwet worden ingesteld.
-
c.Niemand kan tegen zijnen wil worden afgetrokken van den regter, dien de wet hem toekent.
-
d.Op geene misdaad mag ten straf gesteld worden de verbeurdverklaring der goederen, den schuldigen toebehoorende.
-
e.Bij criminele vonnissen, ten laste van eenen beschuldigden gewezen, moet de misdaad worden uitgedrukt.
-
f.Alle vonnissen moeten met opene deuren worden uitgesproken.
Behalve het geval, dat iemand op heeter daad wordt betrapt, mag niemand in hechtenis worden genomen, dan op een bevel van den regter, inhoudende de redenen der gedane aanhouding, en welk bevel bij, of onmiddellijk na de aanhouding moet beteekend worden aan den geen tegen wien hetzelve is gerigt.
De wet bepaalt den form van dit bevel en den tijd binnen welken alle aangeklaagden moeten worden verhoord.
Buiten de gevallen in de wet bepaald, mag niemand in hechtenis worden genomen, dan op een bevel van den regter, inhoudende de redenen der gedane aanhouding. Dit bevel moet bij, of zoo spoedig mogelijk na de aanhouding beteekend worden aan dengene, tegen wien het is gerigt.
De wet bepaalt den vorm van dit bevel, en den tijd, binnen welken alle aangeklaagden moeten worden verhoord.
Buiten de gevallen in de wet bepaald, mag niemand in hechtenis worden genomen, dan op een bevel van den regter, inhoudende de redenen der gedane aanhouding. Dit bevel moet bij, of zoo spoedig mogelijk na de aanhouding beteekend worden aan dengene, tegen wien het is gerigt.
De wet bepaalt den vorm van dit bevel, en den tijd, binnen welken alle aangehoudenen moeten worden verhoord.
-
1.Aan de rechterlijke macht is voorts opgedragen de berechting van strafbare feiten.
-
2.Tuchtrechtspraak door de overheid ingesteld wordt bij de wet geregeld.
-
3.Een straf van vrijheidsontneming kan uitsluitend door de rechterlijke macht worden opgelegd.
-
4.Voor berechting buiten Nederland en voor het oorlogsstrafrecht kan de wet afwijkende regels stellen.