Vragen FVD over de uitspraken van Minister Klever omtrent omroep Ongehoord Nederland

Kamer Tweede Kamer
Kamerleden Th.H.Ph. (Thierry) Baudet i
partijen Forum voor Democratie i
beantwoord door Onderwijs, Cultuur en Wetenschap i
vraag datum 13 november 2024
antwoord datum 4 december 2024

1.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergaderjaar 2024-2025    Aanhangsel van de Handelingen

Vragen gesteld door de leden der Kamer, met de daarop door de regering gegeven antwoorden

731

Vragen van het lid Baudet (FVD) aan Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de uitspraken van Minister Klever omtrent omroep Ongehoord Nederland (ingezonden 13 november 2024).

Antwoord van Minister Bruins (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 4 december 2024).

Vraag 1

Bent u bekend met de uitspraken van Minister Klever over omroep Ongehoord Nederland waarin wordt gesproken over een «coup»?1

Antwoord 1 Ja.

Vraag 2

Gezien het kabinet met één mond spreekt, is deze uitspraak een kabinetsstandpunt?

Antwoord 2

Ik heb eerder aangegeven dat de onrust binnen Ongehoord Nederland mij zorgen baart. Medewerkers van de publieke omroep hebben recht op een veilige werkomgeving en hun werkgever moet hier zorg voor dragen. Het Commissariaat voor de Media (hierna: commissariaat) houdt onder andere toezicht op de naleving van de Gedragscode Integriteit Publieke Omroep. Het commissariaat heeft aangegeven dat de casus van Ongehoord Nederland de aandacht heeft. Het is van belang dat het commissariaat onafhankelijk zijn onderzoek kan uitvoeren, op afstand van de politiek. Het is dan ook niet aan mij als Minister om hier een oordeel over te vellen. Dit uitgangspunt heb ik ook gedeeld met mijn collega op Buitenlandse Handel en Ontwikkelingshulp.

Vraag 3

Indien het antwoord op de vorige vraag ontkennend is, vindt u het dan wenselijk dat een bewindspersoon dergelijke uitspraken doet over een onafhankelijke omroep?

1 De Telegraaf, 10 november 2024, «Minister Reinette Klever ziet met «coup» bij Ongehoord Nederland levenswerk vernietigd: «Ik sta er niet meer achter, dat is absoluut pijnlijk»», (https:// www.telegraaf.nl/nieuws/1626902850/minister-reinette-klever-ziet-met-coup-bij-ongehoord-nederland-levenswerk-vernietigd-ik-sta-er-niet-meer-achter-dat-is-absoluut-pijnlijk)

ah-tk-20242025-731 ISSN 0921 - 7398 's-Gravenhage 2024

Antwoord 3

Zoals ik ook in mijn antwoord op vraag 2 heb benoemd, hoort de politiek afstand te bewaren tot de media, zodat zij onafhankelijk kunnen opereren.

Vraag 4

Indien er volgens het kabinet sprake is geweest van een «coup», door wie zou deze «coup» dan zijn gepleegd?

Antwoord 4

Het is aan het commissariaat om toezicht te houden op de publieke omroepen. Ik heb als Minister geen rol in deze specifieke casus en kan en wil daarom geen uitspraken doen hierover.

Vraag 5

Bent u eveneens bekend met de uitspraak van Minister Klever dat «de programma's inhoudelijk zwaar onder de coup te lijden hebben»?

Antwoord 5 Ja.

Vraag 6

Is deze inhoudelijke beoordeling van de programma's van Ongehoord Nederland een kabinetsstandpunt?

Antwoord 6

Het kabinet heeft geen standpunt over de inhoud van de programma's van ON. Dit kabinet hecht grote waarde aan onafhankelijke journalistiek en ziet dit als een essentieel onderdeel van onze rechtsstaat. Het belang hiervan wordt onder meer onderstreept in het hoofdlijnenakkoord en het regeerprogramma. In de Mediawet is vastgelegd dat publieke omroepen redactionele autonomie hebben en zelf verantwoordelijk zijn voor vorm en inhoud van hun programma's, binnen de kaders die de Mediawet hieraan stelt. Het is niet aan de politiek, en dus ook niet aan leden van het kabinet, om de programma's van de publieke omroep inhoudelijk te beoordelen.

Vraag 7

Vindt u het wenselijk dat bewindspersonen zich uitspreken over de inhoud van programma's van de publieke omroep? Zo ja, waarom dan?

Antwoord 7

De publieke omroep en andere mediadiensten moeten onafhankelijk van de politiek kunnen opereren; dat is een ononderhandelbaar rechtsstatelijk uitgangspunt. Persvrijheid en vrijheid van meningsuiting zijn tevens rechten die zijn vastgelegd in de Grondwet, net als een verbod op censuur. De politiek dient zich niet te bemoeien met inhoud van programma's van de publieke omroep en andere mediadiensten. Dit standpunt heb ik tevens overgebracht in de beantwoording van eerdere Kamervragen over dit thema aan het lid van de BBB.

Vraag 8

Wat vindt u van het feit dat een Minister uitspraken doet over de inhoud van een programma op de publieke omroep?

Antwoord 8

Het is niet aan de politiek, en dus ook niet aan leden van het kabinet, om de programma's van de publieke omroep inhoudelijk te beoordelen.

Vraag 9

Bent u het ermee eens dat bewindspersonen zich niet horen te mengen in de redactionele keuzes van een onafhankelijke omroep? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 9 Ja.

Vraag 10

Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?

Antwoord 10 Ja.

Tweede Kamer, vergaderjaar 2024-2025, Aanhangsel 3