Achtergrond: herleving begrotingsbehandeling in de Senaat
DEN HAAG (PDC i) - De Eerste Kamer heeft de behandeling van de begrotingen uitgesteld tot het nieuwe jaar, omdat er nog veel vragen zijn. Daardoor is er op 1 januari 2025 geen nieuwe begroting. Dat is maar ten dele een probleem, want de Comptabiliteitswet voorziet daarin. Nieuw is het evenmin.
Lange tijd kostte het de Kamers moeite om de begrotingsbehandeling voor 1 januari van het nieuwe jaar af te ronden. Dat gold soms voor de Tweede Kamer, maar nog vaker voor de Eerste Kamer.
De vertraging kon zelfs wel enkele maanden oplopen. Dat was bijvoorbeeld in 1978 het geval, nadat het nieuwe kabinet (Van Agt I i) pas in december 1977 aantrad. De begrotingsbehandelingen in de Tweede Kamer liepen door tot maart 1978.
De Eerste Kamer behandelde begrotingen in het verleden veel vaker in de eerste helft van het (nieuwe) begrotingsjaar. Zij zag daar vanaf omstreeks 1971 geheel van af. De Senaat volstond toen lange tijd met het 'administratief afdoen' van de begrotingen. Dat betekende dat over de begrotingshoofdstukken werd gestemd (als hamerstuk) en dat later een beleidsdebat werd gehouden.
Velen hadden in de jaren 1960-2010 de opvatting dat behandeling van de begroting in de Eerste Kamer weinig zin had, omdat zij immers het recht van amendement ontbeert. Onder andere de Staatscommissie-Cals/Donner i stelde zelfs voor de Eerste Kamer het begrotingsrecht te ontnemen (maar dat gebeurde niet).
Na 2003 werden de beleidsdebatten enige jaren vervangen door themadebatten over politiek-maatschappelijke vraagstukken, zoals over de kwaliteit van het onderwijs en over het integratiebeleid.
Toen de kabinetten-Rutte vanaf 2010 vaak geen meerderheid in de Eerste Kamer hadden, herleefden soms de begrotingsbehandeling in de Senaat. Zo werden in december 2019 de begroting van OCW en Defensie besproken en in 2021 de begrotingen BZK (wonen) en Justitie. Fracties hadden ook eerder de neiging om tegen een begroting te stemmen. Dat deden PvdA, SP, PvdD en FVD bijvoorbeeld in 2021 bij de begroting OCW.
De Comptabiliteitswet biedt de minister ruimte om geld te blijven uitgeven, maar voor nieuw beleid kan dat niet buiten het parlement om (als is er ook daar enige ruimte).
Dat de Eerste Kamer haar rol bij de begrotingsbehandeling nu zo nadrukkelijk weer opeist, is een duidelijke politieke verandering. Het zegt zowel iets over de gewijzigde verhoudingen in de Senaat als over de opvattingen van sommige partijen over de Eerste Kamer, waarbij de verhoudingen meer leidend zijn dan de beginselen.