Formatie: meerderheids-, minderheids- of een ander soort kabinet?
DEN HAAG (PDC i) - Na maanden van onderhandelen aan de formatietafel is er nog steeds geen kabinet gevormd. Of dat op korte termijn in het verschiet ligt, is ook maar zeer de vraag. Wat voor opties liggen er op nog tafel, en hoe zitten die varianten ongeveer in elkaar? Een overzicht.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Een meerderheidskabinet, waarbij het kabinet kan rekenen op de steun van een meerderheid in de Tweede Kamer, heeft de voorkeur bij het merendeel van de hoofdrolspelers in de huidige formatie.
We spreken van een meerderheidskabinet wanneer het kabinet steunt op een parlementaire meerderheid. Dit is het geval wanneer de coalitie gezamenlijk een meerderheid heeft in de Tweede Kamer en het regeringsprogramma in overleg tussen de deelnemende partijen tot stand is gekomen. In het algemeen kan men stellen dat een meerderheidskabinet goed kan functioneren, omdat de meerderheid van de Tweede Kamer vooraf laat weten vertrouwen in het kabinet te hebben en er over (mogelijke) geschilpunten compromissen zijn gesloten.
Momenteel zijn er twee coalitiesamenstellingen die een meerderheid vormen mogelijk. De eerste bestaat uit de partijen VVD, D66, CDA, PvdA en GroenLinks en geniet de voorkeur van Sigrid Kaag i (D66).
Mark Rutte i (VVD) en Wopke Hoekstra i (CDA) zien een kabinet dat twee linkse partijen bevat echter niet zitten.
Rutte en Hoekstra opteren voor het voortzetten van het huidige demissionaire kabinet bestaande uit VVD, D66, CDA en ChristenUnie. Kaag daarentegen heeft meermaals aangegeven geen heil te zien in een hernieuwde samenwerking met de ChristenUnie. Fractievoorzitter van de ChristenUnie Gert-Jan Segers i staat hier ook niet om te springen en lijkt aan te sturen op de vorming van een minderheidskabinet.
Een minderheidskabinet is een kabinet dat niet kan rekenen op de steun van een meerderheid in de Tweede Kamer. Zo'n kabinet moet bij het doen van wetsvoorstellen op zoek naar steun van oppositiepartijen. Dit is een optie die zou kunnen passen bij de huidige versnippering van politieke partijen in de Tweede Kamer.
Anne Bos en Hilde Lavell van het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis: "Ondenkbaar is dit niet, de kabinetten-Rutte hebben al laten zien op diverse punten akkoorden te kunnen sluiten met partijen buiten de coalitie, denk aan het Lente/Kunduz/Vijfpartijen-akkoord"
Een kabinet kan ook getypeerd worden aan de hand van de manier waarop er geformeerd is. In de recente parlementaire historie is voornamelijk gekozen voor een parlementair kabinet. Hierbij zijn de coalitiefracties in de Tweede Kamer nauw betrokken bij de formatie en zijn de hoofdlijnen van het te voeren beleid vastgelegd in een regeerakkoord. Zo'n regeerakkoord ligt niet ten grondslag aan een extraparlementair kabinet. Een regeringsprogramma vormt hiervoor de basis en de betrokken partijen hebben een minder sterke binding met het kabinet.
Jan Schinkelshoek, hoofdredacteur van de Hofvijver van het Montesquieu Instituut, besprak de voor- en nadelen van zo'n extraparlementair kabinet:
Een 'gedoogkabinet' is een regering waarbij deelnemende partijen geen meerderheid hebben in de Twee Kamer, maar met behulp van één of meerdere partijen toch voldoende steun heeft in het parlement. Het kabinet-Rutte I, gevormd door VVD en CDA, was een 'gedoogkabinet' dat een gedoogakkoord sloot met de PVV.
Ook het kabinet-Den Uyl kon deels als 'gedoogkabinet' worden aangemerkt. PvdA en D66 beschouwden dit kabinet echter wel als parlementair kabinet. De overige drie deelnemende partijen, PPR, ARP en KVP, hadden een extraparlementaire band. De fracties van KVP en ARP stemden in met toetreding van partijleden tot het kabinet en met beperkte programmatische afspraken over het te voeren kabinetsbeleid.
Mochten de betrokken partijen in de huidige formatie geen overeenstemming bereiken over het vormen van een meerderheidskabinet, kan een 'gedoogkabinet' ter sprake komen.
Er kan echter ook gekozen worden voor een zakenkabinet. Dit is een extraparlementair kabinet dat (vrijwel) geheel bestaat uit niet-politieke personen. Ondernemers, ambtenaren en diplomaten kunnen deel uitmaken van een zakenkabinet.
Bert van den Braak, bijzonder hoogleraar parlementaire geschiedenis en parlementair stelsel, acht deze optie minder waarschijnlijk: "Een zakenkabinet kan hoogstens korte tijd zaken waarnemen en zal alleen langere tijd 'kleurloos' kunnen regeren als het geen besluiten neemt."
Bron: Biografisch archief PDC