Een terrorismebestrijdingsagenda voor de EU en een sterker mandaat voor Europol: Vragen en antwoorden
Waarom stelt de Commissie een nieuwe terrorismebestrijdingsagenda voor?
De terrorismedreiging blijft reëel en actueel. Zoals aangekondigd in de EU-strategie voor de Veiligheidsunie 2020-2025 is een nieuwe terrorismebestrijdingsagenda nodig om extremistische ideologieën doeltreffend tegen te gaan, radicalisering te voorkomen en de openbare ruimten als doelwit van terroristen beter te beschermen, en tegelijkertijd de volledige toepassing van de bestaande regels en instrumenten te bevorderen.
In de agenda worden lessen getrokken uit de steeds veranderende terrorismedreiging teneinde de samenwerking op EU-niveau te intensiveren, de beschikbare instrumenten te versterken en waar nodig operationele en beleidslacunes aan te vullen om te zorgen voor een betere preventie van, bescherming tegen, en anticipatie en reactie op terrorisme.
Wat heeft de EU tot dusver gedaan om terrorisme te bestrijden?
De EU heeft wetgeving aangenomen en instrumenten ontwikkeld om op veel belangrijke manieren terrorisme te bestrijden:
-
-Terroristische inhoud offline halen
In 2018 heeft de Commissie wetgeving voorgesteld om ervoor te zorgen dat terroristische inhoud binnen een uur offline wordt gehaald en dat aanbieders van onlinediensten een actievere rol spelen bij het opsporen van dergelijke inhoud. Dit voorstel wordt momenteel besproken door het Europees Parlement en de Raad, en er moet snel een akkoord worden bereikt.
In afwachting van een akkoord over deze nieuwe EU-regels heeft de Commissie op vrijwillige basis samengewerkt met de lidstaten, Europol en de sector. Samen met Europol hebben de bedrijven een “databank van hashcodes” ontwikkeld, waardoor inhoud die als schadelijk wordt aangemerkt, elektronisch kan worden gemarkeerd, zodat deze niet opnieuw kan verschijnen. De databank bevat meer dan 300 000 unieke hashcodes van bekende terroristische video's en beelden.
De EU-eenheid voor het melden van internetuitingen bij Europol doorzoekt ook het web naar online terroristisch materiaal. Sinds de oprichting ervan in juli 2015 heeft zij meer dan 100 000 inhoudsitems naar internetbedrijven verwezen, waarvan meer dan 25 000 in 2019.
Daarnaast hebben de Commissie, de lidstaten en aanbieders van onlinediensten in oktober 2019 een EU-crisisprotocol onderschreven — een mechanisme om via een snelle respons de virale verspreiding van terroristische en gewelddadige extremistische inhoud op internet tegen te gaan.
-
-Radicalisering voorkomen
In 2011 heeft de Commissie het netwerk voor voorlichting over radicalisering opgezet. Vandaag worden in dat netwerk ongeveer 6 500 specialisten uit heel Europa samengebracht, zoals maatschappelijk werkers, pedagogen, onderzoekers en professionals die in gevangenissen werkzaam zijn. Op die manier kunnen zij van elkaar leren, beste praktijken ontwikkelen en vaardigheden verwerven om gewelddadig extremisme aan te pakken.
De Commissie heeft in 2017 ook een deskundigengroep op hoog niveau inzake radicalisering opgericht om het preventiebeleid van de EU te helpen ontwikkelen en de samenwerking tussen de verschillende belanghebbenden en met name de lidstaten te verbeteren.
-
-Verhinderen dat terroristen de middelen hebben om aanslagen te plegen
Het afgelopen jaar heeft de EU een akkoord bereikt over wetgeving die moet verhinderen dat terroristen de middelen hebben om aanslagen te plegen. Dit houdt onder meer in dat het bezit van legale vuurwapens beter wordt gecontroleerd, de toegang tot gevaarlijke explosieven wordt beperkt en de toegang tot financiering voor terroristen wordt aangepakt. Om resultaten te boeken, moeten deze regels goed worden toegepast.
Er zijn ook maatregelen genomen waardoor de autoriteiten beter voorbereid zijn op chemische, biologische, radiologische en nucleaire (CBRN) risico's.
Op grond van de EU-brede terrorismewetgeving van 2017 zijn bijvoorbeeld het trainen als terrorist en het reizen naar het buitenland voor het plegen van een terroristisch misdrijf, strafbare feiten.
-
-Rechtshandhavingsinstrumenten voor informatie-uitwisseling aanbieden
Informatie-uitwisseling en politiële samenwerking zijn van cruciaal belang voor het werk van rechtshandhavingsinstanties in Europa.
In 2016 heeft Europol een Europees Centrum voor terrorismebestrijding opgericht. Het centrum biedt nationale speurders operationele steun en zorgt voor betere informatie-uitwisseling. Het maakt nu deel uit van elk grootschalig terrorisme-onderzoek in de EU.
De informatiesystemen van de EU zijn ook versterkt om de informatie-uitwisseling tussen de lidstaten te verbeteren en te helpen bij grensoverschrijdende onderzoeken. Het Schengeninformatiesysteem (SIS) is de meest gebruikte databank voor veiligheid en grensbeheer in Europa. Het helpt de politie en rechtshandhavingsinstanties bij het opsporen van criminelen en terroristen. Het bevat bijvoorbeeld signaleringen van daders van terroristische misdrijven. Iedereen die de EU-grenzen overschrijdt — zowel EU-burgers als niet-EU-burgers — moet systematisch worden gecontroleerd aan de hand van gedeelde veiligheidsdatabanken, met inbegrip van het SIS.
De verwerking van op voorhand af te geven passagiersgegevens en persoonsgegevens van passagiers speelt, overeenkomstig de EU-wetgeving, een cruciale rol bij het identificeren, voorkomen, opsporen en ontwrichten van terrorisme en andere ernstige misdrijven.
Het Europees Strafregisterinformatiesysteem, dat in 2012 is opgericht, zorgt voor een betere uitwisseling van informatie over strafregisters in de hele EU.
De EU werkt ook aan de ontwikkeling van nieuwe informatiesystemen. Door de handmatige afstempeling van paspoorten te vervangen en de in- en uitreis van onderdanen van niet-EU-landen te registreren, zal het inreis-uitreissysteem een belangrijke rol spelen in de modernisering van het grensbeheer. Het Europees reisinformatie en -autorisatiesysteem zal helpen bij het identificeren van veiligheidsrisico's die niet-visumplichtige bezoekers kunnen vormen voordat zij de grenzen van de EU bereiken.
Daarnaast wordt gewerkt aan het interoperabel maken van informatiesystemen voor grens- en migratiebeheer. Dit betekent dat zij zullen kunnen samenwerken, zodat rechtshandhavingsinstanties goed gebruik kunnen maken van gegevens die in verschillende databanken zijn opgeslagen.
-
-Samenwerking met internationale organisaties en partnerlanden
Partnerschappen voor terrorismebestrijding en samenwerking met derde landen zijn van essentieel belang gebleken om de veiligheid binnen de EU te versterken. In EU-delegaties wordt een netwerk van 17 deskundigen op het gebied van terrorismebestrijding en veiligheid ingezet, dat ondersteuning biedt, samenwerking faciliteert en programma's voor capaciteitsopbouw bevordert.
De afgelopen jaren heeft de EU haar betrokkenheid bij relevante VN-organen zoals het Bureau voor terrorismebestrijding van de Verenigde Naties en andere internationale organisaties vergroot. In juni 2020 pleitte de Raad ervoor om het externe optreden van de EU ter bestrijding van terrorisme te versterken, met bijzondere aandacht voor de Westelijke Balkan, Noord-Afrika en het Midden-Oosten, de Sahelregio en de Hoorn van Afrika.
Hoe zal de EU de lidstaten ondersteunen bij de aanpak van de kwestie van buitenlandse terroristische strijders?
De steun van de EU is gericht op het helpen van de lidstaten bij het opsporen, identificeren en vervolgen van terugkerende terroristische strijders, en het beheren van de terugkeer van hun families.
Trainen en reizen voor terroristische doeleinden zijn op grond van de EU-wetgeving strafbare feiten.
Door het Schengeninformatiesysteem te gebruiken, moeten de nationale autoriteiten terugkerende terroristische strijders kunnen opsporen.
Door de analyse van persoonsgegevens van passagiers kunnen rechtshandhavingsinstanties verdachte reispatronen opsporen en medeplichtigen van terroristen en criminelen identificeren.
Vandaag stelt de Commissie ook nieuwe maatregelen voor. Om ervoor te zorgen dat van betrouwbare derde landen afkomstige informatie over buitenlandse terroristische strijders in het Schengeninformatiesysteem wordt ingevoerd en in real time toegankelijk is voor eerstelijnsfunctionarissen in de lidstaten, zou Europol de mogelijkheid moeten krijgen om dergelijke specifieke signaleringen te creëren, in overleg met de lidstaten. De Commissie zal ook voorstellen de regels inzake op voorhand af te geven passagiersgegevens te herzien, onder meer om te overwegen het gebruik van deze gegevens voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme mogelijk te maken.
Daarnaast zal de Commissie de lidstaten blijven steunen om gebruik te maken van slagveldinformatie, d.w.z. informatie die door strijdkrachten tijdens gevechtshandelingen of door particuliere partijen in een conflictgebied is ontdekt en verzameld. Deze steun zal beste praktijken, informatie-uitwisseling en eventueel projectfinanciering omvatten. De Commissie en de Europese Dienst voor extern optreden zullen de samenwerking met belangrijke derde landen zoals de Verenigde Staten ook blijven ondersteunen en versterken, onder meer wat betreft de toegang tot en het gebruik van slagveldinformatie.
Hoe zal de agenda kwetsbare punten helpen opsporen en de risicobeoordeling bevorderen?
De Commissie zal binnenkort een nieuw voorstel indienen over de weerbaarheid van kritieke entiteiten. Daarbij zouden onder meer adviesmissies moeten worden opgezet om de lidstaten en exploitanten van kritieke infrastructuur te ondersteunen bij het vergroten van hun weerbaarheid tegen verstoringen, onder meer door te anticiperen op mogelijke terroristische acties. Hierbij zal worden voortgebouwd op de ervaring van een pool van EU-adviseurs inzake veiligheidsborging, die momenteel worden opgeleid en op verzoek kunnen worden ingezet.
De luchtvaartbeveiliging in de EU en de desbetreffende risicobeoordelingen zullen verder worden ontwikkeld om zowel de responstijd na incidenten als het niveau van informatie-uitwisseling te verbeteren. Er is een risicobeoordeling ontwikkeld op het gebied van de beveiliging van het spoorvervoer en de Commissie zal een nieuw project opstarten om de veiligheid van het zeevervoer te waarborgen.
Welke rol zal veiligheidsonderzoek spelen bij het aanpakken van moderne technologieën die worden gebruikt om terroristische aanslagen te plegen?
Voortbouwend op eerdere inspanningen zullen de investeringen van de EU in veiligheidsonderzoek gericht zijn op het aanpakken van verschillende werkwijzen van criminelen en helpen beter te anticiperen op de gevolgen van technologieën voor de terrorismedreiging. Het zal de vroegtijdige opsporing van potentiële nieuwe dreigingen versterken door het gebruik van kunstmatige intelligentie voor de verwerking van grote hoeveelheden gegevens te onderzoeken. Het kan ook helpen om nieuwe manieren te vinden om radicalisering aan te pakken. Het toekomstige onderzoeksprogramma Horizon Europa moet zorgen voor meer effectgerichte output en respons op de behoeften op het gebied van rechtshandhaving. Europol zal de Commissie bijstaan bij het identificeren en uitvoeren van onderzoek en innovatie die relevant zijn voor rechtshandhaving.
Hoe zal de agenda zorgen voor de deradicalisering in de gevangenis van geradicaliseerde personen of daders van terroristische misdrijven, en voor hun re-integratie en rehabilitatie?
De Commissie zal op basis van de ervaringen van de lidstaten en voortbouwend op de rehabilitatiehandleiding van het netwerk voor voorlichting over radicalisering, die richtsnoeren bevat voor rehabilitatie en re-integratie, succesvolle benaderingen in kaart brengen om geradicaliseerde gevangenen en daders van terroristische misdrijven te deradicaliseren, en de opleiding van professionals op dit gebied ondersteunen. De Commissie zal met de steun van het Fonds voor interne veiligheid een methodologie ontwikkelen met gemeenschappelijke normen om de doeltreffendheid van re-integratieprogramma's te evalueren.
Waarom en wanneer zal de Commissie een code voor politiële samenwerking voorstellen?
Het bestaande rechtskader voor samenwerking op het gebied van rechtshandhaving tussen de EU-lidstaten is momenteel te complex. Het is gebaseerd op verschillende wetsteksten, met name de Schengenuitvoeringsovereenkomst van 1990 en de Prümbesluiten inzake operationele samenwerking, zoals gezamenlijke operaties. De lidstaten hebben dit rechtskader aangevuld met bilaterale samenwerkingsovereenkomsten. De invoering van een EU-code voor politiële samenwerking zal grensoverschrijdende samenwerking in de strijd tegen het terrorisme vergemakkelijken door deze verschillende instrumenten samen te brengen in een duidelijke, samenhangende en moderne rechtsregeling. De Commissie zal de nieuwe code eind 2021 voorstellen, rekening houdend met de bestaande richtsnoeren van de Raad.
Hoe zal de agenda de toegang tot digitaal bewijsmateriaal en versleutelde informatie verbeteren, met inachtneming van het recht op privacy?
Versleutelingstechnologie is een van de belangrijkste bouwstenen voor het opzetten en in stand houden van de digitale eengemaakte markt en voor het waarborgen van de grondrechten, privacy en gegevensbescherming van burgers. Indien versleuteling echter voor criminele doeleinden wordt gebruikt, verhult zij de identiteit van criminelen en verbergt zij de inhoud van hun communicatie. Vandaag de dag wordt bij een aanzienlijk deel van de onderzoeken naar alle vormen van criminaliteit en terrorisme gebruikgemaakt van versleutelde informatie. De Commissie zal met de lidstaten samenwerken om mogelijke wettelijke, operationele en technische oplossingen te vinden voor legale toegang. Zij zal een aanpak bevorderen die de effectiviteit van de versleuteling voor de bescherming van de privacy en de beveiliging van de communicatie waarborgt, en tegelijkertijd een doeltreffend antwoord biedt op criminaliteit en terrorisme. Aangezien in ongeveer 85 % van alle strafrechtelijke onderzoeken digitaal bewijsmateriaal nodig is, is een duidelijk en robuust kader nodig voor tijdige grensoverschrijdende toegang tot elektronisch bewijsmateriaal. De Commissie roept het Europees Parlement en de Raad op de wetgevingsvoorstellen inzake elektronisch bewijsmateriaal met spoed goed te keuren. De Commissie zal namens de Unie blijven deelnemen aan de onderhandelingen over het tweede aanvullend protocol bij het Verdrag van Boedapest inzake cybercriminaliteit, dat tot doel heeft strenge regels vast te stellen voor samenwerking met onze internationale partners bij digitaal onderzoek.
Waarin voorziet de terrorismebestrijdingsagenda om slachtoffers van terrorisme te steunen?
De EU heeft een uitgebreide reeks regels inzake de rechten van slachtoffers aangenomen, evenals een eerste EU-strategie voor de rechten van slachtoffers (2020-2025), met bijzondere aandacht voor slachtoffers van terrorisme. Het in januari 2020 opgerichte EU-kenniscentrum voor slachtoffers van terrorisme helpt de lidstaten en nationale organisaties voor slachtofferhulp met richtsnoeren en opleidingsactiviteiten. Slachtoffers van terrorisme hebben ook specifieke rechten uit hoofde van de richtlijn inzake terrorismebestrijding, waaronder het recht op onmiddellijke toegang tot medische en psychologische bijstand en tot juridisch of praktisch advies. De Commissie zal de bestaande EU-regels inzake de rechten van slachtoffers evalueren en zo nodig wetgevingswijzigingen voorstellen. De Commissie zal ook nagaan hoe de toegang van slachtoffers tot schadeloosstelling kan worden verbeterd.
Wat verandert er door het versterkte mandaat van Europol?
Het nieuwe mandaat zal:
-
-zorgen voor doeltreffende samenwerking tussen Europol en particuliere partijen: terroristen maken vaak misbruik van de diensten van particuliere bedrijven om vrijwilligers aan te werven, terroristische aanslagen te plegen en hun propaganda te verspreiden. Op basis van het herziene mandaat zullen particuliere partijen dergelijke informatie rechtstreeks aan Europol kunnen doorgeven. Het agentschap zal persoonsgegevens rechtstreeks van particuliere partijen kunnen ontvangen en deze kunnen analyseren om alle betrokken lidstaten te identificeren; particuliere partijen om persoonsgegevens kunnen verzoeken (via de lidstaat van vestiging); en kunnen fungeren als kanaal voor verzoeken van lidstaten aan particuliere partijen, met inachtneming van de vereisten inzake gegevensbescherming;
-
-Europol in staat stellen buitenlandse terroristische strijders te signaleren: Europol ontvangt waardevolle informatie over verdachten en criminelen van derde landen en internationale organisaties, maar kan deze informatie niet invoeren in het Schengeninformatiesysteem, aangezien het alleen leestoegang tot het systeem heeft. Met het vandaag ingediende voorstel voor een gewijzigde verordening wil de Commissie Europol in staat stellen informatieve signaleringen van verdachten en criminelen, met name buitenlandse terroristische strijders, in het Schengeninformatiesysteem in te voeren, zodat deze informatie rechtstreeks en in real time toegankelijk wordt voor eerstelijnsfunctionarissen in de lidstaten. In geval van een “treffer” wordt de eerstelijnsfunctionaris via de signalering meegedeeld dat Europol over informatie over de betrokken persoon beschikt;
-
-Europol in staat stellen grote datasets (“big data”) te analyseren ter ondersteuning van strafrechtelijke onderzoeken, aangezien de verwerking van grote datasets integraal deel uitmaakt van het politiewerk in de huidige digitale wereld;
-
-de samenwerking van Europol met het Europees Openbaar Ministerie verbeteren, onder meer door analytische ondersteuning van de werkzaamheden van het Europees Openbaar Ministerie en informatie-uitwisseling, evenals de samenwerking met het Europees Bureau voor fraudebestrijding;
-
-de rol van Europol bij de ontwikkeling van nieuwe rechtshandhavingstechnologieën versterken, door de nationale rechtshandhavingsinstanties uit te rusten met moderne technologieën voor de bestrijding van zware criminaliteit en terrorisme;
-
-het gegevensbeschermingskader en de verantwoordingsplicht van Europol versterken, evenals het democratisch toezicht op Europol, onder meer door Europol nieuwe verplichtingen op te leggen tot rapportage aan de gezamenlijke parlementaire controlegroep die belast is met het toezicht op zijn activiteiten.
De Commissie zal in 2021 ook voorstellen indienen om de uitwisseling van gegevens over terrorismebestrijding met Eurojust te verbeteren, teneinde deze uitwisseling veilig en efficiënt te maken en Eurojust in staat te stellen tijdig te reageren.
Hoe zal de Commissie ervoor zorgen dat Europol de nodige personele en financiële middelen krijgt om zijn nieuwe taken uit te voeren?
De herziening van het mandaat gaat gepaard met een verhoging van de begroting met ongeveer 180 miljoen EUR en ongeveer 160 extra personeelsleden in de volgende begrotingsperiode. Dit hangt af van het resultaat van de onderhandelingen over de EU-begroting voor 2021-2027.
De herziening van het mandaat van Europol biedt de lidstaten ook de mogelijkheid om, waar nodig en op grond van bestaande of nieuwe taken, rechtstreeks bij te dragen aan de begroting van Europol.
Deze toename van het personeelsbestand en de begroting zal Europol de middelen verschaffen om zijn versterkt mandaat te vervullen. Met name zal het Europees Centrum voor terrorismebestrijding daardoor over voldoende middelen beschikken en zal de EU-eenheid voor het melden van internetuitingen in staat zijn om 24/7 alle soorten terroristische inhoud te monitoren en door te verwijzen naar onlineplatforms.
Meer informatie
Mededeling over een terrorismebestrijdingsagenda voor de EU: anticiperen, voorkomen, beschermen en reageren
Voorstel voor een verordening tot versterking van het mandaat van Europol
Versterking van het mandaat van Europol — Effectbeoordeling
Versterking van het mandaat van Europol — Samenvatting van de effectbeoordeling
Persbericht: Veiligheidsunie: een terrorismebestrijdingsagenda en een sterker Europol om de weerbaarheid van de EU te vergroten
Persbericht: EU-strategie voor de Veiligheidsunie: verbanden leggen binnen een nieuw veiligheidsecosysteem, 24 juli 2020