Leider in nood? De rol van de premier in tijden van crisis
DEN HAAG (PDC i) - Een ernstige vliegtuigramp, harde gijzelingsacties, het Koninklijk Huis in opspraak, internationale conflictsituaties: een minister-president kan tijdens zijn regeerperiode met een veelheid aan crisismomenten worden geconfronteerd. Zo ook de huidige premier, Mark Rutte i, die tijdens zijn tienjarige carrière als minister-president al werd geconfronteerd met bijvoorbeeld de eurocrisis, de MH17-crisis en de vluchtelingencrisis. De huidige coronacrisis vraagt opnieuw het uiterste van zijn leiderschap.
Deze buitengewone situaties vragen van de nationale autoriteiten kritieke beslissingen onder tijdsdruk. Wat doet een minister-president onder deze omstandigheden? Hoe gaat hij om met zijn formele bevoegdheden en hoe verhoudt hij zich tot de andere ministers? In 2004/2005 deed Remco Visschers, destijds verbonden aan het Centrum voor Parlementaire Geschiedenis van de Radboud Universiteit te Nijmegen, daar in opdracht van het ministerie van BZK i onderzoek naar.
Zijn publicatie 'Leider in nood? Een historisch onderzoek naar de positie van de Nederlandse minister-president in naoorlogse crisissituaties' is opgenomen in de bundel H.te Velde, M. Aerts, R. Visschers, Omtrent de minister-president. De positie van de minister-president vanuit historisch perspectief, BZK Den Haag 2005.
Vanwege de actualiteit is deze publicatie via bijgaand document te lezen. Toen was de belangrijkste conclusie van het onderzoek: "Vanuit het perspectief van crises kan de stelling uit de staatsrechtelijke literatuur dat de minister-president zich heeft ontwikkeld tot de facto regeringsleider, slechts gedeeltelijk worden onderschreven."
Bron: Centrum voor Parlementaire Geschiedenis