Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK)
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) heeft zorg voor het goed functioneren van het openbaar bestuur van ons land. De hoofdtaken zijn het bevorderen van de democratische rechtstaat, slagvaardig bestuur, zorg voor betaalbare woningen en een goede leefomgeving. Sinds 2017 behoort ook de ruimtelijke ontwikkeling tot het taakveld. Met Koninkrijksrelaties worden de relaties tussen de vier landen van het Koninkrijk bedoeld, namelijk Nederland, Aruba, Curaçao en Sint Maarten.
De huidige minister i van BZK is Judith Uitermark i (NSC). Er zijn twee staatssecretarissen, Eltje van Marum i (BBB), Zsolt Szabó i (partijloos).
De secretaris-generaal i, Vincent Roozen i, heeft de ambtelijke leiding over het ministerie van BZK. De Directie Constitutionele Zaken en Wetgeving (CZW) is verantwoordelijk voor het voorbereiden van alle wet- en regelgeving van het ministerie van BZK.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Onder het ministerie van BZK vallen meerdere diensten en instellingen:
-
-Algemene bestuursdienst
-
-P-Direkt
-
-Rijksdienst voor Identiteitsgegevens (RvIG)
-
-Uitvoeringsinstelling Bedrijfsvoering Rijk
Binnen het ministerie zijn de beleidsonderwerpen als volgt verdeeld.
De minister heeft met name de onderwerpen interbestuurlijke verhoudingen, constitutionele zaken, kiesrecht, discriminatiebestrijding, rijksdienst, arbeidsvoorwaarden collectieve sector en normering topinkomens in haar portefeuille.
Er is een staatssecretaris voor koninkrijksrelaties, informatiesamenleving & overheid, identiteit (paspoort, ID-kaart), open data, openbaarheid van bestuur en persoonsregistratie.
Daarnaast is er een staatssecretaris die verantwoordelijk is voor de verdere afhandeling van het herstel in Groningen na de aardbevingen door de aardgaswinning.
Het ministerie i werd ingesteld in 1813. Aangezien Nederland aan het begin van de 19de eeuw een nachtwakersstaat was, bemoeide de overheid zich zo min mogelijk met de burgers. Dit hield in dat het ministerie van Binnenlandse Zaken in die tijd een gigantisch aantal beleidsterreinen onder zijn hoede had, van onderwijs tot handel en van volksgezondheid tot telegrafie.
In de loop van de 19e eeuw ontwikkelde Nederland zich steeds verder tot een verzorgingsstaat. Het zorg dragen voor het welzijn van de burger bracht vele taken met zich mee. Dit betekende dat in de loop van de 20e eeuw steeds meer van deze taken onttrokken werden aan het ministerie van BZ en ondergebracht werden in zelfstandige departementen.
De eerste grote afsplitsing vond plaats in 1877 met de oprichting van een ministerie van Waterstaat, Handel en Nijverheid. Onder het kabinet-Kuyper i was 'BZ' ook belast met sociale en arbeidswetgeving.
In de 20e eeuw zette de trend van afstoting van beleidsterreinen voort. In 1918 gaan de taken rondom volkshuisvesting naar het ministerie van Arbeid en werd er een ministerie voor Onderwijs, Kunsten en Wetenschap ingesteld. In 1932 ging Landbouw over naar het ministerie van Economische Zaken.
Het ministerie van BZ kreeg er ook taken bij. In 1998 kwamen de taken die voorheen behoorden tot het Kabinet voor Nederlands-Antilliaanse en Arubaanse zaken onder het ministerie van BZ.
Bij de formatie van het kabinet Rutte-I i in 2010 werd de veiligheidstaak bij het ministerie weggehaald. De politie, brandweer en rampenbestrijding gingen naar Justitie de naam Veiligheid en Justitie kreeg. Daartegenover stond dat volkshuisvesting, voorheen onder het ministerie van VROM i, onder de noemer 'wonen' bij het ministerie kwam.
Onder welk(e) ministerie(s) vielen huidige taken eerder
Periode |
Naam |
|
---|---|---|
1998-heden |
Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) |
|
1972-1998 |
Binnenlandse Zaken (BiZa) |
Kabinet voor Surinaamse (tot november 1975) en Nederlands-Antilliaanse zaken (vanaf 1986 en Arubaanse zaken) |
1959-1972 |
Binnenlandse Zaken (BiZa) |
Kabinet voor de vice-minister-president |
1956-1959 |
Binnenlandse Zaken, Bezitsvorming en Publiekrechtelijke Bedrijfsorganisatie i |
|
1932-1956 |
Binnenlandse Zaken |
|
1923-1932 |
Binnenlandse Zaken en Landbouw i |
|
1825-1923 |
|
|
1824-1825 |
Binnenlandse Zaken, Waterstaat en Onderwijs |
|
1820-1824 |
Binnenlandse Zaken, Waterstaat en Publieke Werken |
|
1813-1820 |
Binnenlandse Zaken |
|
1809-1811 |
Eredienst en Binnenlandse Zaken |
|
1805-1811 |
Binnenlandse Zaken |
+) In 2010 vond er in het vierde kabinet-Balkenende een wisseling plaats in de coalitie door het uittreden van de PvdA
Meer over