Bezuinigingen brengen topambtenaar in lastig parket
Sinds het uitbreken van de kredietcrisis is er flink bezuinigd op allerlei overheidsorganisaties. Dat leverde moeilijke keuzes op voor de topambtenaren die deze bezuinigingen moesten doorvoeren in hun organisatie, concludeert bestuurskundige Eduard Schmidt i. Promotie op 30 januari.
Nadat de Amerikaanse financiële dienstverlener Lehman Brothers in 2008 met donderend geraas in elkaar was gestort, was het ook in Nederland direct alle hens aan dek. De financiële crisis die daarop volgde, trof namelijk niet alleen de Verenigde Staten, maar ook talloze bedrijven en overheden aan onze kant van de Atlantische Oceaan.
Opeenvolgende kabinetten onder leiding van Jan Peter Balkenende i en Mark Rutte i besloten direct in eigen vlees te snijden. Overheidsorganisaties moesten ‘efficiënter’ en ‘doelmatiger’ worden, heette het in beleidstaal. In de praktijk kwam het erop neer dat gemeenten, provincies, het Rijk, maar ook gevangenissen en politiekorpsen hetzelfde werk moesten doen met minder geld.
Moeilijke maar machtige leiderschapsrol
Dat leverde moeilijke keuzes op voor topambtenaren, concludeert Eduard Schmidt. Hij sprak voor zijn proefschrift bijna honderd van zulke hoge overheidsmanagers. Zij moesten de bezuinigingen doorvoeren in hun organisatie, en voelden zowel zware druk van boven als van beneden. Schmidt: ‘Want waar de minister aandrong op forse bezuinigingen, wilden medewerkers en vakbonden juist dat de werkgelegenheid behouden bleef.’
Zulke bezuinigingen geven de topambtenaren tegelijkertijd ook veel macht, blijkt uit het proefschrift. Want deze managers hebben wel degelijk veel invloed op een gewenste oplossingsrichting. Dat bleek bijvoorbeeld uit gesprekken die Schmidt voerde met gevangenisdirecteuren. Waar de ene gevangenis sluiting probeerde te voorkomen door superefficiënt te werken, probeerde de andere dat door aan de minister te laten zien dat de werkgelegenheid in de gevangenis onontbeerlijk is voor de dunbevolkte regio. Juist een bezuinigingsoperatie vraagt dus veel van de creativiteit van een topambtenaar, wil Schmidt maar zeggen.
ING: 'Publieke sector groeit gematigd in 2020'
Het aantal werknemers in de publieke sector zal in 2020 naar verwachting zo'n 1,5 procent stijgen. Daarmee zal de groei van de sector voor het eerst sinds 2013 niet meer achterblijven bij de economische groei. Dat voorspelt de ING. Die groei had nog hoger kunnen zijn, maar wordt gedrukt door personeelstekorten en dalende leerlingenaantallen.
Tegelijkertijd beperken bezuinigingen soms ook de mogelijkheden van topambtenaren om leiderschap te tonen, liet Schmidt zien. Als bezuinigingen heel politiek gevoelig zijn, wordt soms alleen de absolute top van een ministerie betrokken. Andere topambtenaren kunnen dan alleen binnen kaders die al zijn gezet nog andere accenten aanbrengen.
Consequenties duidelijk maken
Wat kunnen we hiervan leren voor volgende bezuinigingen? Schmidt: ‘Dat je als overheidsmanager niet alleen eerlijk moet zijn wat de bezuinigingen gaan betekenen voor het personeel, maar ook dat je de minister duidelijk moet maken wat de consequenties van die bezuinigingen zijn. Duurt het langer om Kamervragen te beantwoorden, wordt het onveiliger in de gevangenissen? Topambtenaren hebben als het ware een informatieplicht richting te minister.’
Volgens Schmidt ligt er bovendien een fundamenteler probleem aan de bezuinigingen ten grondslag. Veel politici en burgers vinden dat publieke organisaties weliswaar een belangrijke taak vervullen, maar zijn tegelijkertijd niet echt bereid om daarvoor te betalen. Snijden in de overheidsfinanciën is dan ook een van de eerste reflexen bij een crisis, en soms gebeurt dat wel erg rigoureus. Schmidt: ‘Verschillende gevangenisdirecteuren vertelden bijvoorbeeld dat zij de veiligheid van hun personeel bijna niet meer konden garanderen, zo krap was de bezetting. En ook andere organisaties, zoals de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, moesten de afgelopen tijd teveel bezuinigen terwijl de werkzaamheden hetzelfde bleven. Als je er te vaak met de kaasschaaf overheen gaat, blijft er uiteindelijk weinig meer over.’
Tekst: Merijn van Nuland
Beeld: Arash Nikkhah