Achtergrond: moeilijkheden in benoemingsproces Commissie-Von der Leyen niet uitzonderlijk

woensdag 13 november 2019

DEN HAAG (PDC i) - De Commissie-Von der Leyen i treedt op zijn vroegst op 1 december aan. Dat is een maand later dan oorspronkelijk gepland. Drie beoogde Eurocommissarissen i zijn afgewezen. Eén van de vervangers, de Franse Thierry Breton i, werd gisteren maar met een nipte meerderheid door de juridische commissie van het Europees Parlement i goedgekeurd.

Naar alle waarschijnlijkheid wacht hem morgen een lastige hoorzitting met de EP-commissie Interne markt en consumentenbescherming (IMCO) i. Door velen wordt daarom geconcludeerd dat Von der Leyen i het nu al moeilijk heeft en dat weinig goeds belooft voor de nieuwe Commissie. Toch is het niet ongewoon dat een nieuwe Commissie enige hordes moet nemen in het benoemingsproces. Dat gold ook voor de Commissies onder leiding van Barroso i en Juncker i.

De Commissie-Barroso I i, die in 2004 aantrad, was de eerste Commissie waarvan de Eurocommissarissen door EP-commissies moesten worden goedgekeurd. Toen werd de Italiaanse kandidaat Rocco Buttiglione i, die de portefeuille Justitie, Vrijheid en Veiligheid zou krijgen, afgewezen vanwege zijn visie over homeseksualiteit. Een aantal andere kandidaten was ook weinig overtuigend, met als gevolg dat de PES-fractie i niet voor de voorgestelde samenstelling van de Commissie wilde stemmen en de ALDE-fractie sterk twijfelde. Daarom besloot Barroso om zowel Buttiglione als de Let Ingrida Udre i te laten vervangen en wat met de posten te schuiven. Uiteindelijk trad de Commissie-Barroso op 22 november aan: drie weken later dan gepland.

In 2010 moest ook een nieuwe kandidaat voorgedragen worden. De Bulgaarse Christendemocraat Rumiana Jeleva i werd te licht bevonden en vervangen door Kristalina Georgieva i. Daarnaast moesten een sociaaldemocraat en een liberale kandidaat van de Commissie-Barroso II i op herkansing komen. De liberaal was de Nederlandse Neelie Kroes i, die in de Commissie-Barroso I al de functie van Europarlementariër bekleedde. De liberale fractie gaf destijds aan te vermoeden dat Kroes als liberale zondeboek moest worden aangewezen omdat er van de twee andere grote fracties al kandidaten in de problemen waren gekomen. Deze speculatie over 'politieke spelletjes' tijdens de hoorzittingen zien we nu terug bij de benoeming van de Commissie-Von der Leyen.

De benoeming van de Commissie-Juncker i verliep evenmin vlekkeloos, al trad deze, net zoals de Commissie-Barroso II, wel op tijd aan. De Britse kandidaat Jonathan Hill i moest voor een tweede hoorzitting verschijnen en de Hongaar Tibor Navracsics kreeg een herkansing in briefvorm. De Spaanse Christendemocraat Miguel Arias Cañete werd na de eerste hoorzitting ook niet goedgekeurd. Dit gebeurde pas nadat een onderzoek van de juridische commissie uitwees dat er geen sprake was van belangenverstrengeling.

Daarnaast kende de Commissie een definitieve afwijzing, en dan nog wel van een beoogd vicevoorzitter: de Sloveense Alenka Bratušek werd in de eerst ronde hoorzittingen door een ruime meerderheid weggestemd en besloot zich vervolgens terug te trekken. Haar kandidatuur was vooral controversieel omdat zij als Sloveense premier zichzelf had genomineerd.

De problemen waar de Commissie-Von der Leyen in haar benoemingsproces tegenaan is gelopen, zijn dus niet uitzonderlijk. Sinds de invoering van hoorzittingen van kandidaat-Eurocommissarissen in het Europees Parlement is het gebruikelijk dat er enkele kandidaten sneuvelen. Er kunnen nu dus nog geen conclusies worden getrokken over de toekomst van de Commissie.