Artikel 40: Uitkering leden koninklijk huis; belastingvrijdom

39
Artikel 40
41
  • 1. 
    De Koning ontvangt jaarlijks ten laste van het Rijk uitkeringen naar regels bij de wet te stellen. Deze wet bepaalt aan welke andere leden van het koninklijk huis uitkeringen ten laste van het Rijk worden toegekend en regelt deze uitkeringen.
  • 2. 
    De door hen ontvangen uitkeringen ten laste van het Rijk, alsmede de vermogensbestanddelen welke dienstbaar zijn aan de uitoefening van hun functie, zijn vrij van persoonlijke belastingen. Voorts is hetgeen de Koning of zijn vermoedelijke opvolger krachtens erfrecht of door schenking verkrijgt van een lid van het koninklijk huis vrij van de rechten van successie, overgang en schenking. Verdere vrijdom van belasting kan bij de wet worden verleend.
  • 3. 
    De kamers der Staten-Generaal kunnen voorstellen van in de vorige leden bedoelde wetten alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.

In andere talen:

English

  • 1. 
    The King shall receive annual payments from the State according to rules to be laid down by Act of Parliament. The Act shall also specify which other members of the Royal House shall receive payments from the State and shall regulate the payments themselves.
  • 2. 
    The payments received by them from the State, together with such assets as are of assistance to them in the exercise of their duties, shall be exempt from personal taxation. In addition anything received by the King or his heir presumptive from a member of the Royal House by inheritance or as a gift shall be exempt from inheritance tax, transfer tax or gifts tax. Additional exemption from taxation may be granted by Act of Parliament.
  • 3. 
    Bills containing legislation as referred to in the previous paragraphs may be passed by the States General only if at least two-thirds of the votes cast are in favour.

Français

  • 1. 
    Le Roi reçoit tous les ans des allocations de l'État, suivant des règles à fixer par une loi. Cette loi détermine quels sont les autres membres de la maison royale auxquels sont accordées des allocations de l'État, et règle ces allocations.
  • 2. 
    Les allocations qu'ils reçoivent de l'État ainsi que les éléments du patrimoine servant à l'exercice de leur fonction sont exempts d'impôts personnels. En outre, ce que le Roi ou son successeur présomptif reçoivent d'un membre de la maison royale, soit en vertu du droit successoral soit par donation, est exempt des droits de succession, de transfert et de donation. D'autres immunités fiscales peuvent être accordées par la loi.
  • 3. 
    Les Chambres des États généraux ne peuvent adopter les projets des lois visées aux paragraphes précédents quaux deux tiers au moins des voix exprimées.

Deutsch

  • 1. 
    Der König erhält jährlich Zuwendungen zu Lasten des Reiches gemäß einer gesetzlichen Regelung. Dieses Gesetz bestimmt, welche anderen Mitglieder des Königshauses Zuwendungen zu Lasten des Reiches erhalten und regelt diese Zuwendungen.
  • 2. 
    Die den Mitgliedern des Königshauses gewährten Zuwendungen zu Lasten des Reiches sowie die für die Ausübung ihres Amtes verwendeten Vermögensbestandteile sind frei von Personensteuer. Ferner ist dasjenige, was der König oder sein mutmaßlicher Nachfolger gemäß Erbrecht oder durch Schenkung eines Mitglieds des Königshauses erhält, frei von Erbschaft-, Übertragung- und Schenkungsteuer. Weitere Steuerbefreiungen können durch Gesetz gewährt werden.
  • 3. 
    Für die Annahme der Vorlagen von in den vorstehenden Absätzen bezeichneten Gesetzen durch die Kammern der Generalstaaten ist eine Mehrheit von mindestens zwei Dritteln der abgegebenen Stimmen erforderlich.

Español

  • 1. 
    El Rey percibirá anualmente, con cargo al Estado, asignaciones conforme a normas que se establezcan por la ley. Esta ley determinará a qué otros miembros de la Casa Real se otorgarán asignaciones con cargo al Estado y regulará las mismas.
  • 2. 
    Las asignaciones percibidas por las citadas personas con cargo al Estado, así como los elementos patrimoniales que se utilicen para el ejercicio de sus funciones estarán exentos de impuestos personales. Además, todo cuanto el Rey o su sucesor presunto adquiera mediante herencia o donación de un miembro de la Casa Real, estará exento de los impuestos sobre las sucesiones, las transmisiones y las donaciones. Podrán otorgarse otras exenciones fiscales por la ley.
  • 3. 
    Las Cámaras de los Estados Generales sólo podrán aprobar los proyectos de ley mencionados en los párrafos anteriores por una mayoria de al menos dos tercios de los votos emitidos.

Inhoudsopgave van deze pagina:

1.

Toelichting

In een wet i staat

  • hoe hoog de uitkering is die de koning i ontvangt
  • welke andere leden van het koninklijk huis een uitkering krijgen
  • en hoe hoog die uitkering is.

Over deze uitkeringen hoeven zij geen belastingen te betalen. Ook op andere punten genieten de leden van het koninklijk huis belastingvoordelen. Dat is zo geregeld omdat er moeilijk een scheiding te maken is tussen de privé-uitgaven en uitgaven die worden gedaan ter uitoefening van het (toekomstig) koningschap.

Desbetreffende wetsvoorstellen moeten met twee derden meerderheid worden aangenomen.

2.

Formele toelichting

Dit artikel bepaalt dat de Koning en de leden van het koninklijk huis een uitkering van de overheid krijgen. Hoe hoog deze uitkering is staat in de wet. De Koning en de leden van het koninklijk huis zijn vrijgesteld van het betalen van belastingen, omdat er moeilijk een scheiding te maken is tussen de privé-uitgaven en uitgaven die worden gedaan ter uitoefening van het Koningschap.

3.

In eenvoudig Nederlands

  • 1. 
    De Koning krijgt elk jaar een uitkering van de overheid. In de wet staat hoe hoog de uitkering van de Koning is. In deze wet staat ook welke andere leden van het koninklijk huis een uitkering van de overheid krijgen.
  • 2. 
    De Koning en de leden van het koninklijk huis betalen geen belasting over hun uitkering. Ook betalen ze geen belasting over hun vermogen als ze dat gebruiken voor hun koninklijke werk. De Koning en zijn opvolger betalen ook geen belastingen als zij erven van een lid van het koninklijk huis. Of als een lid van het koninklijk huis hun iets geeft. In een wet kan staan dat de leden van het koninklijk huis ook geen andere belastingen betalen.
  • 3. 
    De Eerste en Tweede Kamer kunnen de wetten uit punt 1 en 2 alleen maken als twee derde van het aantal stemmen of meer voor de wet is.

Uitleg

In dit artikel staat dat de Koning en leden van het koninklijk huis een uitkering van de overheid krijgen. Hoe hoog deze uitkering is, staat in de wet. De Eerste en Tweede Kamer kunnen deze wet alleen maar maken als twee derde van het aantal stemmen of meer voor de wet is.

De Koning en de leden van het koninklijk huis betalen geen belasting over de uitkering die ze van de overheid krijgen en het geld dat ze hebben. Waarom betalen zij geen belastingen? De Koning heeft een deel van zijn uitkering en zijn vermogen nodig omdat hij Koning is. Een ander deel gebruikt hij voor privé-uitgaven. De regering vindt het moeilijk om uit te rekenen hoeveel geld de Koning uitgeeft omdat hij Koning is. En hoeveel geld hij privé uitgeeft.

Privé-uitgaven zijn soms ook uitgaven die de Koning doet omdat hij Koning is. Stel je bijvoorbeeld eens voor dat je een kopje thee drinkt bij Koningin Beatrix. Is het kopje thee dan een privé-uitgave van de Koningin? Of niet? Omdat de regering vindt dat deze vraag moeilijk te beantwoorden is, betalen de leden van het koninklijk huis geen belasting.

4.

Achtergronden

Een en ander over de uitkeringen voor de leden van het koninklijk huis is geregeld in de Wet financieel statuut van het Koninklijk Huis i.

5.

Ontwikkeling artikel

1798

Ieder Lid van het Uitvoerend Bewind geniet eene Jaarwedde van twaalf duizend Guldens.

1805

Op deze Algemeene Begrooting wordt eene Post uitgetrokken, gedestineerd voor objecten, welke uit haren aard voor geene specificatie vatbaar zijn; over de bedragen van dezelve beschikt de Raadpensionaris ten dienste van den Staat, ook tot goedmaking der kosten welke worden vereischt, om den Post, welke hem is toevertrouwd, op eene waardige en betamelijke wijze te bekleeden, mitsgaders ter betaling der onkosten voor zijne particuliere Bureaux, en van de Personen daarop geëmploijeerd; zullende tot justificatie van het gebruik der gemelde Somme, alleen worden vereischt eene plegtige Verklaring, door den Raadpensionaris eigenhandig onderteekend, dat dezelve uitsluitend gestrekt hebbe voor den dienst en het belang van den Staat, en geenszins tot verrijking van Hem of de zijnen.

1806

Het Domein van de Kroon zal bestaan:

In de eerste plaats: uit een Paleis in den Haag, het geen tot verblijf van het Koninklijke Huis bestemd zal zijn.

In de tweede plaats: uit het Paleis in het Haagsche Bosch.

In de derde plaats: uit het Domein van Soestdijk.

In de vierde plaats: uit een Inkomen van vijfmaal honderd duizend Guldens in vaste Goederen.

De Wet van den Staat verzekert daar en boven aan den Koning, eene Jaarlijksche Somme van vijftien maal honderd duizend Guldens Hollandsch Courant Geld, iedere Maand bij twaalfde gedeelte te betalen.

1814

De Souvereine Vorst geniet een jaarlijksch inkomen van vijftien maal honderd duizend gulden, op de wijze bij de twee volgende artikelen bepaald en er wordt wijders een behoorlijk zomer- en winter-verblijf voor Hem in gereedheid gebragt en onderhouden.

1815

De Koning geniet uit 's Lands kas, een jaarlijksch inkomen van f 2 400 000.

1840

De Koning geniet uit 's Lands kas, een jaarlijksch inkomen van f 1 500 000.

1848

Behalve het inkomen uit de domeinen, door de wet van den 26sten Augustus 1822 afgestaan, en in 1848 door den Koning tot kroondomeinen aan den Staat teruggegeven, geniet Koning Willem II i een jaarlijksch inkomen van één millioen gulden uit 's Lands kas.

Bij elke nieuwe troonsbeklimming wordt het inkomen der Kroon door de wet geregeld.

1887: art 24, 1917: art 24
1922

Behalve het inkomen uit de domeinen, door de wet van den 26sten Augustus 1822 afgestaan, en in 1848 door wijlen Koning Willem II i tot kroondomeinen aan den Staat teruggegeven, geniet de Koning een jaarlijksch inkomen uit 's Rijks kas van f  1.200.000.

Binnen twee jaren na eene troonsbeklimming kan dit bedrag voor den duur van de regeering van den Koning, die den troon heeft beklommen, bij de wet worden gewijzigd.

1938

Behalve het inkomen uit de domeinen, door de wet van 26 Augustus 1822 afgestaan en in 1848 door wijlen Koning Willem II i tot kroondomeinen aan den Staat teruggegeven, geniet de Koning een jaarlijksch inkomen uit 's Rijks kas van f  1.000.000.

1948: art 22, 1953: art 22, 1956: art 22, 1963: art 22
1972

De Koning ontvangt jaarlijks ten laste van het Rijk uitkeringen naar regels bij de wet te stellen i. Deze wet bepaalt aan welke andere leden van het Koninklijk Huis uitkeringen ten laste van het Rijk worden toegekend en regelt deze uitkeringen.

De door hen ontvangen uitkeringen ten laste van het Rijk, alsmede de vermogensbestanddelen welke dienstbaar zijn aan de uitoefening van hun functie, zijn vrij van persoonlijke belastingen. Voorts is hetgeen de Koning of de vermoedelijke erfgenaam van de Kroon krachtens erfrecht of door schenking verkrijgt van een lid van het Koninklijk Huis vrij van de rechten van successie, overgang en schenking. Verdere vrijdom van belasting kan bij de wet worden verleend.

De Kamers der Staten-Generaal kunnen ontwerpen van in de vorige leden bedoelde wetten alleen aannemen met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.

1983: art 40, 1987: art 40, 1995: art 40, 1999: art 40, 2000: art 40, 2002: art 40, 2005: art 40, 2006: art 40, 2008: art 40, 2017: art 40, 2018: art 40, 2022: art 40