Voornaamste aspecten van de economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Japan

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 18 april 2018.

De onderhandelingen over de economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Japan gingen in 2013 van start. Deze economische partnerschapsovereenkomst zal de handel in goederen en diensten een impuls geven en mogelijkheden voor investeringen scheppen.

De overeenkomst zal de positie van exporteurs en investeerders uit de EU op de grote Japanse markt verder versterken, en behelst tegelijk solide waarborgen voor de bescherming van de normen en waarden van de EU. De overeenkomst zal helpen de leidende rol van Europa bij de vaststelling van regels voor de wereldhandel te verstevigen, en met de overeenkomst zal een krachtig signaal worden afgegeven om duidelijk te maken dat samenwerking, en niet protectionisme, de manier is om wereldwijde uitdagingen aan te gaan. Nadat tijdens de top EU-Japan in Brussel op 6 juli 2017 een doorbraak was aangekondigd, hebben de onderhandelaars op 8 december 2017 hun werk afgerond. Op 18 april 2018 werd de tekst van de overeenkomst door de Commissie aan de Raad voorgelegd. Deze stap markeert het begin van het ratificatieproces op EU-niveau. Het is de eerste stap op weg naar de ondertekening en sluiting van de overeenkomst. Nadat de overeenkomst door de Raad is aangenomen, zal zij worden voorgelegd aan het Europees Parlement, met de bedoeling om de overeenkomst vóór het einde van het mandaat van de huidige Europese Commissie in 2019 in werking te doen treden.

Tegelijkertijd wordt met Japan verder onderhandeld over normen voor investeringsbescherming en over de geschillenbeslechting op dit gebied. In het licht van hun gezamenlijke inzet voor een stabiel en veilig investeringsklimaat in Europa en Japan, zijn beide partijen vastbesloten om zo snel mogelijk tot een overeenkomst over investeringsbescherming te komen.

Transparantie

Tijdens de onderhandelingen stond voor de Commissie transparantie voorop. Zij heeft onderhandeld op grond van een door de regeringen van alle EU-lidstaten unaniem goedgekeurd mandaat. De lidstaten en het Europees Parlement zijn in elke fase van de onderhandelingen geïnformeerd. Er hebben tientallen bijeenkomsten plaatsgevonden om met leden van nationale parlementen en met vertegenwoordigers van het maatschappelijk middenveld van gedachten te wisselen over de lopende onderhandelingen. De Commissie heeft de onderhandelingsdocumenten en de verslagen van de onderhandelingsronden online beschikbaar gesteld. Op de dag dat werd aangekondigd dat een politiek akkoord was bereikt, heeft de Commissie dit politieke akkoord, dat ter informatie was toegezonden aan alle 28 lidstaten van de EU en het Europees Parlement, gepubliceerd. En na de afronding van de onderhandelingen op 8 december 2017 werden alle teksten van de overeenkomst onmiddellijk online beschikbaar gesteld.

Economische partnerschapsovereenkomst

Sinds de start van de onderhandelingen in 2013 is de overeenkomst waarover met Japan werd onderhandeld zowel in reikwijdte als in diepgang gegroeid, zodat de benaming "economische partnerschapsovereenkomst" nu beter van toepassing is. Net zoals het geval is met andere onlangs door de EU gesloten overeenkomsten, bestrijkt het partnerschap met Japan meer dan alleen handelsvraagstukken. Dit houdt een aanzienlijke versteviging in van ons partnerschap, dat verder zal worden uitgebouwd. De naam van de overeenkomst is juridisch overigens niet relevant.

Afschaffing van douanerechten - bij de inwerkingtreding van de economische partnerschapsovereenkomst worden de douanetarieven op meer dan 90 % van de uit de EU naar Japan uitgevoerde goederen afgeschaft. Tegen de tijd dat de overeenkomst volledig wordt uitgevoerd, zal Japan de douanerechten op 97 % van de uit de EU ingevoerde goederen (in tarieflijnen) hebben afgeschaft, terwijl de resterende tarieflijnen gedeeltelijk zullen worden geliberaliseerd door middel van tariefcontingenten of tariefverlagingen, wat de exporteurs uit de EU jaarlijks ongeveer 1 miljard euro aan douanerechten zal besparen.

Landbouwproducten en voedingsmiddelen - Japan is een zeer belangrijke exportmarkt voor Europese landbouwers en voedselproducenten. Met een jaarlijkse uitvoer die goed is voor meer dan 5,7 miljard euro, is Japan voor de EU nu al de op drie na grootste markt voor landbouwuitvoer. Ongeveer 85 % van de agrovoedingsmiddelen uit de EU (in tarieflijnen) mag na verloop van tijd volledig rechtenvrij in Japan worden ingevoerd; dit komt overeen met 87 % van de huidige uitvoer van agrovoedingsmiddelen (in waarde).

De overeenkomst zorgt voor de afschaffing of de drastische verlaging van de rechten op landbouwproducten waarvan de uitvoer voor de EU van groot belang is, zoals varkensvlees, het belangrijkste exportproduct van de EU-landbouw naar Japan; daardoor kan de handel in verwerkt varkensvlees rechtenvrij en die in vers varkensvlees nagenoeg rechtenvrij plaatsvinden. Voor een aanzienlijk volume aan rundvleesproducten worden de douanerechten op rundvlees over 15 jaar gespreid verlaagd van 38,5 % naar 9 %.

De uitvoer van wijn uit de EU naar Japan is nu al goed voor ongeveer 1 miljard euro, waarmee wijn in waarde voor de EU het op één na belangrijkste landbouwexportproduct naar Japan is. De douanerechten op wijn (nu 15 %) worden vanaf dag één afgeschaft, zoals ook het geval is voor de douanerechten voor andere alcoholhoudende dranken. Daarnaast is een procedure ingevoerd die de goedkeuring door Japan van belangrijke door Europese producenten gebruikte additieven vergemakkelijkt en versnelt.

Wat de uitvoer van kaas betreft, waarvoor de EU reeds de belangrijkste speler op de Japanse markt is, worden de hoge rechten op tal van harde kazen zoals Gouda en Cheddar (momenteel 29,8 %) afgeschaft, en wordt voor verse kaas zoals Mozzarella een rechtenvrij contingent vastgesteld. De overeenkomst tussen de EU en Japan voorziet ook in de afschaffing (na een overgangsperiode) van de huidige douanerechten op verwerkte landbouwproducten zoals pasta, chocolade, cacaopoeder, snoepgoed, suikerwerk, biscuits, van zetmeel afgeleide producten, bereide tomaten en tomatensaus. Er komen ook aanzienlijke quota voor de uitvoer uit de EU (met nulrecht of verlaagd recht) van mout, aardappelzetmeel, mageremelkpoeder, boter en wei.

Geografische aanduidingen - de overeenkomst tussen de EU en Japan erkent de bijzondere status van meer dan 200 Europese landbouwproducten met een specifieke geografische oorsprong, de zogenoemde geografische aanduidingen (GA's), en biedt deze bescherming op de Japanse markt, bijvoorbeeld Roquefort, Aceto Balsamico di Modena, Prosecco, Jambon d'Ardenne, Tiroler Speck, Polska Wódka, Queso Manchego, Lübecker Marzipan en Irish Whiskey. Deze producten zullen in Japan in dezelfde mate worden beschermd als momenteel in de EU het geval is.

Industriële producten - de douanerechten op industriële producten worden volledig afgeschaft, bijvoorbeeld in sectoren waarin de EU zeer concurrerend is, zoals chemische stoffen, kunststoffen, cosmetische producten, textiel en kleding. Wat lederwaren en schoeisel betreft, wordt het bestaande quotastelsel, dat de EU-uitvoer aanzienlijk belemmerde, bij de inwerkingtreding van de overeenkomst afgeschaft. De douanerechten op schoeisel worden verlaagd van 30 % tot 21 % zodra de overeenkomst in werking treedt, en over tien jaar gespreid helemaal afgeschaft. De douanerechten op EU-uitvoer van lederwaren, bijvoorbeeld handtassen, worden over tien jaar gespreid afgeschaft, evenals de rechten op producten die van oudsher sterk worden beschermd door Japan, bijvoorbeeld sport- en skischoenen.

Visserij - beide partijen schaffen al hun douanetarieven af, waardoor de Europese consument minder betaalt en de bedrijfstak meer uitvoermogelijkheden krijgt.

Bosbouw - de douanerechten op alle houtproducten worden volledig afgeschaft; voor de meest prioritaire producten gebeurt dit gespreid over zeven jaar. De meeste douanerechten voor houtproducten worden onmiddellijk afgeschaft, en enkele minder belangrijke tarieflijnen worden na tien jaar afgeschaft.

Walvisvangst en illegale houtkap

Alle invoer van walvisproducten is al meer dan 35 jaar verboden in de EU; de economische partnerschapsovereenkomst verandert daar niets aan. De EU en haar lidstaten zetten zich in voor de instandhouding en bescherming van de walvis en hebben systematisch hun ernstige bezorgdheid geuit over de walvisvangst voor wetenschappelijke doeleinden. Het EU-recht verleent de walvis bijzondere bescherming en de EU past het handelsverbod uit hoofde van de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier- en plantensoorten (CITES) strikt toe. Walvisvangst door elk derde land, inclusief Japan, wordt door de EU aan de orde gesteld, zowel in het kader van bilaterale betrekkingen als op de internationale fora die het best geschikt zijn om deze kwestie aan te pakken - bijvoorbeeld in de Internationale Walvisvangstcommissie, waar de EU samenwerkt met gelijkgestemde partners om de walvisvangst in gesprekken met Japan aan de orde te stellen. De vandaag aangekondigde overeenkomst zal een hoofdstuk over duurzame ontwikkeling bevatten waarin wordt voorzien in een extra platform ter bevordering van de dialoog en de samenwerking tussen de EU en Japan op het gebied van de milieuaspecten van handel.

De EU en Japan zijn vastbesloten de illegale houtkap en daarmee samenhangende handel te bestrijden en dat wordt in de tekst van de overeenkomst ook weerspiegeld. Zowel de Japanse als de EU-wetgeving inzake illegale houtkap is zeer duidelijk. Beide partners beschikken over bewakings- en certificeringssystemen ter voorkoming van de invoer van illegaal hout. Zij werken ook nauw samen met derde landen om deze te ondersteunen bij de opzet van efficiënte mechanismen om dit probleem aan te pakken.

Non-tarifaire belemmeringen - tal van non-tarifaire maatregelen die een probleem vormden voor de ondernemingen in de EU werden in het kader van de onderhandelingen tussen de EU en Japan aangepakt, want vaak bemoeilijken bepaalde Japanse technische voorschriften en certificeringsprocedures de uitvoer van veilige Europese producten naar Japan. Met de overeenkomst wordt een grote stap gezet naar een eenvoudigere toegang tot de sterk gereglementeerde Japanse markt voor ondernemingen in de EU. Dit zijn enkele voorbeelden van dergelijke belemmeringen die succesvol werden aangepakt:

  • Motorvoertuigen - de overeenkomst waarborgt dat zowel Japan als de EU zich volledig aan dezelfde internationale normen inzake productveiligheid en milieubescherming houden, wat betekent dat Europese auto's in de EU en Japan aan dezelfde voorschriften moeten voldoen, en dat zij bij uitvoer naar Japan niet opnieuw moeten worden getest en gecertificeerd. Nu Japan zich ertoe verbindt de internationale normen voor auto's te zullen naleven, wordt de EU-uitvoer van auto's naar Japan veel eenvoudiger. Zo wordt ook het pad geëffend voor een nog sterkere samenwerking tussen de EU en Japan in internationale normalisatiefora. In de overeenkomst is ook een mechanisme voor versnelde geschillenbeslechting tussen beide partijen opgenomen dat specifiek op motorvoertuigen is gericht. Tevens is een vrijwaringsclausule opgenomen, op grond waarvan de EU opnieuw douanerechten kan instellen wanneer Japan (opnieuw) non-tarifaire belemmeringen voor de uitvoer van voertuigen uit de EU zou opwerpen. De overeenkomst houdt ook in dat auto's op waterstof waarvoor in de EU goedkeuring is verleend, zonder verdere wijzigingen naar Japan kunnen worden uitgevoerd.
  • Medische hulpmiddelen - sinds november 2014 maakt Japan gebruik van de internationale norm inzake kwaliteitsbeheersystemen, waarop het kwaliteitsbeheersysteem voor medische hulpmiddelen van de EU is gebaseerd. Dit zorgt voor een aanzienlijke daling van de certificeringskosten voor Europese producten die naar Japan worden uitgevoerd.
  • Etikettering van textiel - sinds maart 2015 maakt Japan gebruik van het internationale systeem voor de etikettering van textiel, dat vergelijkbaar is met het systeem dat in de EU wordt gebruikt. In tegenstelling tot vroeger hoeven de labels van elk kledingstuk dat naar Japan wordt uitgevoerd dus niet langer te worden gewijzigd.
  • Parafarmaceutische artikelen, medische hulpmiddelen en cosmetische producten - op 1 januari 2016 werd een ingewikkeld en overlappend kennisgevingssysteem in Japan - waardoor het in de handel brengen van vele Europese farmaceutische producten, medische hulpmiddelen en cosmetische producten werd gehinderd - eindelijk afgeschaft.
  • Bier - vanaf 2018 wordt Europees bier als "bier" uitgevoerd en niet langer als "alcoholhoudende frisdrank". Dat zal ook leiden tot gelijke belastingheffing, waardoor de verschillende behandeling voor biersoorten wordt weggewerkt.

De economische partnerschapsovereenkomst bevat tevens algemene regels inzake bepaalde soorten non-tarifaire belemmeringen die zullen helpen een gelijk speelveld voor naar Japan uitgevoerde Europese producten tot stand te brengen en de transparantie en voorspelbaarheid te vergroten:

  • Technische handelsbelemmeringen - de overeenkomst legt de nadruk op de wederzijdse verbintenis van Japan en de EU om ervoor te zorgen dat hun normen en technische voorschriften zoveel mogelijk op internationale normen worden gebaseerd. Samen met de bepalingen inzake non-tarifaire maatregelen is dit goed nieuws voor de Europese exporteurs van elektronica, farmaceutische producten, textiel en chemische stoffen. Zo is bijvoorbeeld het gebruik van internationale normen nuttig om gemakkelijker en goedkoper te kunnen voldoen aan de Japanse etiketteringsvoorschriften voor voedingsmiddelen.
  • Sanitaire en fytosanitaire maatregelen - de overeenkomst zorgt voor een voorspelbaarder regelgevingsklimaat voor de uitvoer van EU-producten naar Japan. De EU en Japan zijn overeengekomen de vergunnings- en douaneafwikkelingsprocedures te vereenvoudigen en de invoerprocedures zonder nodeloze vertragingen af te werken, zodat overmatige bureaucratie de exporteurs geen stok in het wiel steekt. Deze overeenkomst zal de veiligheidsnormen niet verzwakken en de partijen zullen evenmin genoodzaakt zijn om hun binnenlandse beleidskeuzen over kwesties als het gebruik van hormonen of genetisch gemodificeerde organismen (ggo's) aan te passen.

Handel in diensten — de EU voert elk jaar diensten ter waarde van ongeveer 28 miljard euro uit naar Japan. De overeenkomst zal het voor Europese ondernemingen eenvoudiger maken om diensten aan te bieden op de zeer lucratieve Japanse markt. De overeenkomst bevat een aantal horizontale bepalingen die van toepassing zijn op alle vormen van handel in diensten, zoals een bepaling waarmee het recht van de partijen om regelgeving vast te stellen wordt bevestigd. Onder de overeenkomst behouden de autoriteiten van de EU-lidstaten het recht om openbare diensten openbaar te houden en zullen overheden niet worden gedwongen openbare diensten op nationaal of lokaal niveau te privatiseren of te dereguleren. Daarnaast behouden de autoriteiten van de lidstaten het recht om diensten die door particuliere bedrijven worden verzorgd, weer aan de publieke sector toe te vertrouwen. Europeanen zullen voor zichzelf blijven bepalen hoe zij (bijvoorbeeld) de dienstverlening op het gebied van gezondheidszorg, onderwijs en watervoorziening willen vormgeven.

  • Post- en koeriersdiensten - de overeenkomst bevat ook bepalingen inzake verplichtingen tot het leveren van universele diensten, grensprocedures, vergunningen en de onafhankelijkheid van de regelgevende instanties. De overeenkomst zal tevens zorgen voor een gelijk speelveld tussen de aanbieders van post- en koeriersdiensten uit de EU en hun Japanse concurrenten, zoals Japan Post.
  • Telecommunicatie - in de overeenkomst zijn ook bepalingen opgenomen inzake het tot stand brengen van een gelijk speelveld voor de aanbieders van telecommunicatiediensten en over zaken als verplichtingen in verband met het leveren van universele diensten, nummerportabiliteit, roaming en de vertrouwelijkheid van communicatie.
  • Internationale zeevervoersdiensten - de overeenkomst bevat verplichtingen inzake de handhaving van een open en niet-discriminerende toegang tot internationale maritieme diensten (vervoer en aanverwante diensten) alsmede van de toegang tot havens en havendiensten.
  • Financiële diensten - de overeenkomst bevat specifieke definities, uitzonderingen en regels voor nieuwe financiële diensten, zelfregulerende organisaties, betalings- en clearingsystemen en transparantie, alsmede regels inzake door postbedrijven aangeboden verzekeringsdiensten. Veel van die regels zijn gebaseerd op regelgeving die in het kader van de Wereldhandelsorganisatie is ontwikkeld, terwijl tevens de specifieke kenmerken van de financiële dienstensector in acht worden genomen.
  • Tijdelijke detachering van personeel van ondernemingen - de overeenkomst bevat ook de meest vooruitstrevende bepalingen inzake het verkeer van personen voor zakelijke doeleinden (ook bekend als "modus 4") die de EU ooit in onderhandelingen heeft bereikt. Die bepalingen bestrijken alle traditionele categorieën, zoals binnen de onderneming overgeplaatste personen, zakelijke bezoekers voor investeringsdoeleinden, dienstverleners op contractbasis en zelfstandige beroepsbeoefenaars, maar ook nieuwere categorieën, zoals zakelijke bezoekers voor een kort verblijf en investeerders. De EU en Japan hebben er tevens mee ingestemd dat dienstverleners of mensen die voor een dienstverlener werkzaam zijn (vallend onder de zogeheten "modus 4"-bepalingen) hun echtgenoot en kinderen mee mogen nemen. Dit zal op zijn beurt investeringen in beide richtingen ondersteunen.

Staatsbedrijven - staatsbedrijven zullen bedrijven, diensten of producten uit de EU bij het kopen en verkopen op commerciële markten niet anders mogen behandelen dan hun Japanse concurrenten. Hiermee wordt beoogd een gelijk speelveld tussen openbare en particuliere ondernemingen tot stand te brengen.

Overheidsopdrachten - EU-ondernemingen zullen op voet van gelijkheid met Japanse ondernemingen kunnen inschrijven op aanbestedingen in de 48 steden met 300 000 tot 500 000 inwoners die tot de zogeheten "Core Cities" van Japan behoren. De overeenkomst ruimt ook de huidige belemmeringen voor aanbestedingen in de spoorwegsector uit de weg.

Gegevensbescherming

Gegevensbescherming is een grondrecht in de Europese Unie, daarom kan er niet over worden onderhandeld. Privacy is geen handelswaar. Sinds januari 2017 voeren de Europese Unie en Japan een dialoog om de overdracht van persoonsgegevens voor commerciële doeleinden eenvoudiger te maken met behoud van het hoogste niveau van gegevensbescherming. Het doel is om met het zogeheten "wederzijdse adequaatheidsbesluit" een brug te slaan tussen de wetgevingen inzake gegevensbescherming en zo hoge normen van gegevensbescherming in zowel de EU als Japan te waarborgen. Dergelijke adequaatheidsbesluiten kunnen een aanvulling zijn op handelsovereenkomsten en de voordelen ervan vergroten. In een adequaatheidsbesluit, dat door de Commissie wordt genomen, wordt vastgesteld dat een derde land uit hoofde van zijn nationale wetgeving of zijn internationale verbintenissen een niveau van bescherming van persoonsgegevens biedt dat vergelijkbaar is met dat van de Europese Unie (zie ook de meest recente verklaring over dit onderwerp).

Intellectuele-eigendomsrechten (IER) - de overeenkomst bouwt voort op en versterkt de verbintenissen die beide partijen zijn aangegaan in het kader van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) en is in overeenstemming met de voorschriften van de EU. De overeenkomst bevat bepalingen inzake de bescherming van bedrijfsgeheimen, handelsmerken, het auteursrecht en octrooien; daarnaast zijn er gemeenschappelijke minimumvoorschriften voor de bescherming van de gegevens van wettelijke tests voor farmaceutische producten, alsmede civielrechtelijke handhavingsbepalingen in opgenomen.

Duurzame ontwikkeling - de overeenkomst bevat alle kernelementen van de aanpak van de EU op het gebied van duurzame ontwikkeling en is in overeenstemming met andere handelsovereenkomsten die de EU onlangs heeft gesloten. De EU en Japan verbinden zich ertoe de fundamentele arbeidsnormen van de IAO en internationale milieuovereenkomsten toe te passen, met inbegrip van het Raamverdrag van de Verenigde Naties inzake klimaatverandering en de Klimaatovereenkomst van Parijs. De EU en Japan verplichten zich er tevens toe het aantrekken van handel en investeringen niet te gebruiken als argument om hun arbeids- en milieuwetgeving af te zwakken. De partijen verbinden zich tot het behoud en het duurzame beheer van natuurlijke hulpbronnen, en verplichten zich ertoe problemen op het gebied van biodiversiteit, bosbouw en visserij aan te pakken. De EU en Japan komen overeen maatschappelijk verantwoord ondernemen te stimuleren, alsmede andere handels- en investeringspraktijken ter ondersteuning van duurzame ontwikkeling. De overeenkomst voorziet in de oprichting van mechanismen om het maatschappelijk middenveld inzicht te geven in de verbintenissen op het gebied van handel en duurzame ontwikkeling. De overeenkomst bevat eveneens een specifiek, bindend mechanisme voor het beslechten van geschillen op dit gebied, in het kader waarvan onder meer overleg op overheidsniveau kan plaatsvinden en een beroep op een onafhankelijk panel van deskundigen kan worden gedaan.

Corporate governance - voor de eerste keer bevat een EU-handelsovereenkomst een specifiek hoofdstuk over corporate governance. Het is gebaseerd op de beginselen van de G20 en de OESO inzake corporate governance en weerspiegelt de beste praktijken en voorschriften van de EU en Japan op dit gebied. De EU en Japan verbinden zich tot de naleving van een aantal kernbeginselen en hoofddoelstellingen, zoals transparantie en openbaarmaking van informatie over beursgenoteerde ondernemingen; verantwoordingsplicht van leidinggevenden tegenover aandeelhouders; verantwoorde besluitvorming op basis van een objectief en onafhankelijk standpunt; doeltreffende en billijke uitoefening door aandeelhouders van hun rechten, en transparantie en billijkheid bij overnamehandelingen.

Mededinging - de overeenkomst bevat belangrijke beginselen die garanderen dat beide partijen zich ertoe verbinden gedetailleerde mededingingsregels te handhaven en deze regels op transparante en niet-discriminerende wijze toe te passen.

Mechanisme voor de beslechting van geschillen tussen staten - de overeenkomst garandeert dat de daaruit voortvloeiende rechten en verplichtingen volledig worden nagekomen. Zij voorziet in een doeltreffend, efficiënt en transparant mechanisme met een vooraf opgestelde lijst van gekwalificeerde en ervaren panelleden, met het oog op het vermijden en oplossen van geschillen tussen de EU en Japan.

Fraudebestrijding - op basis van een voorstel van de EU zullen de EU en Japan een fraudebestrijdingsclausule in de economische partnerschapsovereenkomst opnemen. De EU stelt een dergelijke clausule als voorwaarde voor de toekenning van tariefpreferenties aan een derde land. Een dergelijke clausule maakt het mogelijk voor de EU om tariefpreferenties in te trekken in geval van fraude en weigering om mee te werken, en garandeert tegelijkertijd dat de legitieme handel geen nadelige gevolgen ondervindt. Het doel is misbruik van de preferentiële tariefbehandeling te voorkomen.

Kleinere ondernemingen - een specifiek hoofdstuk zal kleinere ondernemingen in staat stellen optimaal profijt te trekken van de overeenkomst, met name door meer transparantie. Als informatie slecht toegankelijk is, kan dit met name voor kleinere ondernemingen een handelsbelemmering zijn. Zowel de EU als Japan hebben daarom toegezegd een specifieke website op te zetten met informatie die relevant is voor kleinere ondernemingen die hun markten willen betreden. Ook zullen er speciale contactpunten voor kleine ondernemingen worden geopend, die helpen bij het regelen van de in dit hoofdstuk beschreven kwesties en zich ook bezighouden met onderwerpen uit andere delen van de overeenkomst die voor kleinere ondernemingen relevant zijn.

Meer informatie

Persbericht

Tekst van de overeenkomst

Meer informatie over de economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Japan

Foto's en videobeelden van de onderhandelingen

Thematische informatiebladen en infographics over de economische partnerschapsovereenkomst tussen de EU en Japan

Ervaringen van exporteurs: Europese exporteurs die de Japanse markt betreden

Meer over de handelsbetrekkingen tussen de EU en Japan

MEMO/18/3326

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail