Noordzeelanden werken samen voor meer en goedkopere windparken
Negen landen rond de Noordzee gaan intensief samenwerken om meer windparken op zee te bouwen. Dit is goedkoper en levert een belangrijke bijdrage aan het doel om de CO2-uitstoot op Europees niveau in 2050 met 80-95% terug te dringen.
Nationale regels beter afstemmen
Nederland heeft maandag met Duitsland, België, Luxemburg, Frankrijk, Denemarken, Ierland, Zweden en Noorwegen afgesproken de planning en realisatie van windparken op zee te coördineren. Ook stemmen de landen nationale regels voor netbeheer en verstrekking van subsidies en vergunningen beter op elkaar af. Belanghebbenden zoals maatschappelijke organisaties, kennisinstellingen, natuurorganisaties, netbeheerders en het bedrijfsleven worden hierbij nadrukkelijk vooraf betrokken.
Goedkoper bouwen
Minister Kamp i van Economische Zaken: ‘Door beter samen te werken kunnen we windparken op zee goedkoper bouwen. De komende jaren ontwikkelt Nederland 5 windparken op zee die ieder tot de grootste van Europa en de wereld behoren. Mede daardoor groeit het aandeel hernieuwbare energie in Nederland in 2023 tot 16%. Maar er is nog veel meer ruimte op de Noordzee beschikbaar. We kijken nu samen met andere landen welke plannen we verder kunnen maken richting 2050. We verwachten dat het aandeel windenergie in Europa op deze manier substantieel verder zal groeien.’
1 elektriciteitskabel
De landen hebben afgesproken serieus te bekijken hoe ze grootschalige windparken op zee samen kunnen ontwikkelen en aanleggen. Het is bijvoorbeeld in de toekomst denkbaar dat buurlanden die windparken dicht bij elkaar hebben liggen, deze met 1 gezamenlijke elektriciteitskabel van zee naar land verbinden, in plaats van per land een aparte kabel te leggen.
Marktintegratie
Het doel is daarnaast de nieuwe infrastructuur die door de bouw van windparken op zee ontstaat, te gebruiken als basis voor verdere interconnectie en marktintegratie tussen de Noordzeelanden. Hierdoor kan in de toekomst het ene land een tekort aan hernieuwbare energie beter opvangen met een overschot in het andere land. Ook dit levert goedkopere energie op voor de Europese burger.