EU-scorebord voor justitie 2016: vragen & antwoorden

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op maandag 11 april 2016.

Vragen en antwoorden over het EU-scorebord voor justitie 2016

Wat is het EU-scorebord voor justitie?

Het EU-scorebord voor justitie is een informatie-instrument dat de EU en de lidstaten helpt bij hun streven naar een meer doeltreffende justitie. Daartoe verstrekt het objectieve, betrouwbare en vergelijkbare gegevens over de kwaliteit, onafhankelijkheid en efficiëntie van de rechtsstelsels in alle lidstaten.

Het scorebord draagt bij tot het vaststellen van eventuele tekortkomingen, punten voor verbetering en goede praktijken. Het laat zien in welke richting het functioneren van de nationale rechtsstelsels zich in loop der tijd ontwikkelt. Het bevat niet één enkele algemene rangschikking, maar een overzicht van de wijze waarop de diverse rechtsstelsels functioneren. De basis hiervoor vormen verschillende indicatoren die voor alle lidstaten van belang zijn.

Uit het scorebord spreekt geen voorkeur voor een bepaald soort rechtsstelsel en alle lidstaten worden gelijk behandeld. Snelheid, onafhankelijkheid, betaalbaarheid en gebruiksvriendelijke toegang zijn behoren tot de wezenlijke kenmerken van een doeltreffend rechtsstelsel, ongeacht de vorm ervan of de rechtstraditie waarin het verankerd is.

Waarom zijn nationale rechtsstelsels van belang voor de EU

Doeltreffende rechtsstelsels spelen een cruciale rol bij de handhaving van de rechtsstaat en de fundamentele waarden van de Unie. Ook vormen zij een voorwaarde voor een gunstig investerings- en ondernemingsklimaat. Dat is de reden waarom een grotere doeltreffendheid van nationale rechtsstelsels een van de prioriteiten is van het Europees semester, de jaarlijkse cyclus van economische beleidscoördinatie van de EU. Het EU-scorebord voor justitie helpt lidstaten om deze prioritaire doelstelling te bereiken.

Wat zijn de voornaamste nieuwe elementen van deze vierde editie?

Het scorebord voor justitie 2016 heeft het uitgebreide overzicht van de werking van nationale rechtsstelsels verder ontwikkeld. Er zijn nieuwe kwaliteitsindicatoren geïntroduceerd, bijvoorbeeld voor enquêtes onder gebruikers in lidstaten, de beschikbaarheid van rechtsbijstand en het voorhanden zijn van kwaliteitsnormen. Onafhankelijkheidsindicatoren zijn verbeterd, onder meer met nieuwe Eurobarometer-enquêtes over hoe burgers en ondernemers de onafhankelijkheid van gerechten en rechters inschatten. Er wordt dieper ingegaan op bepaalde gebieden, zoals elektronische communicatie. Ten slotte hebben er meer lidstaten dan voorheen aan het verzamelen van gegevens deelgenomen.

Wat zijn de voornaamste bevindingen in deze vierde editie?

  • De meeste lidstaten proberen actief hun rechtstelsels te verbeteren. De maatregelen variëren van significante hervormingen van het procesrecht tot een ruimer gebruik van ICT binnen het rechtsstelsel en een verdere bevordering van het gebruik van alternatieve methoden van geschillenbeslechting.
  • De duur van litigieuze burgerlijke en handelszaken is afgenomen. Hoewel het aantal aanhangige zaken over het algemeen stabiel is gebleven, valt bovendien in verschillende staten met bijzondere problemen vanwege het grote aantal aanhangige zaken, een verbetering te zien.
  • De rechtsstelsels worden toegankelijker, met name waar het gaat om zaken als de elektronische indiening van geringe vorderingen of de bevordering van alternatieve methoden van geschillenbeslechting (ADR). Er is echter nog ruimte voor verbetering wat betreft de online beschikbaarheid van uitspraken en de elektronische communicatie tussen gerechten en partijen.
  • Er moet nog meer gebeuren om de training in rechterlijke vaardigheden en het gebruik van informatie- en communicatietechnologieën (ICT) voor dossierbeheersystemen te verbeteren.
  • De meeste lidstaten hebben normen voor overeenkomstige aspecten van hun rechtsstelsels, maar wat de inhoud en de toepassing daarvan betreft, zijn er aanzienlijke verschillen. Zo beschikt minder dan de helft van de lidstaten over normen inzake maatregelen om bestaande achterstanden weg te werken en is het aantal lidstaten dat een tijdslimiet voor aanhangige zaken kent, nog geringer.
  • Het scorebord bevat de resultaten van verschillende enquêtes over de perceptie van de rechterlijke onafhankelijkheid. Uit die resultaten komt naar voren dat het steeds dezelfde lidstaten zijn die met bijzondere uitdagingen te maken hebben. In diverse lidstaten waar de respondenten geen hoge dunk hebben van de onafhankelijkheid, worden als reden voor die perceptie vooral de inmenging of druk van regering en politici en de invloed van economische en andere specifieke belangen opgegeven.

Wat is het Europees semester?

De Europese Commissie i heeft een jaarlijkse cyclus van economische beleidscoördinatie opgezet, die het Europees semester wordt genoemd. Elk jaar verricht de Europese Commissie een gedetailleerde analyse van de programma's voor economische en structurele hervormingen van de lidstaten en doet zij hun voor de komende 12-18 maanden.

De cyclus van het Europees semester begint met de vaststelling door de Commissie van haar jaarlijkse groeianalyse, gewoonlijk aan het eind van het jaar. Hierin worden de EU-prioriteiten voor het komende jaar uiteengezet, die groei en werkgelegenheid moeten stimuleren.

De jaarlijkse groeianalyse 2016 benadrukte dat "[d]e versterking van de kwaliteit, onafhankelijkheid en doelmatigheid van het rechtssysteem van lidstaten [...] een noodzakelijke voorwaarde voor een investering- en ondernemingsvriendelijk klimaat [is]. Er moeten snelle procedures komen, de gerechtelijke achterstand moet worden aangepakt, de garanties voor rechterlijke onafhankelijkheid moeten worden versterkt en de kwaliteit van de rechtspraak moet worden verbeterd, onder meer door beter ICT-gebruik in rechtbanken en het hanteren van kwaliteitsnormen."

Hoe draagt het EU-scorebord voor justitie bij tot het Europees Semester?

Het scorebord geeft informatie over de werking van rechtsstelsels en helpt de impact van justitiële hervormingen te beoordelen. Wanneer een rechtsstelsel volgens het scorebord slecht presteert, moeten de redenen daarvoor altijd nader worden geanalyseerd. Deze landspecifieke evaluatie wordt in het kader van het Europees semester uitgevoerd door middel van een bilaterale dialoog met de betrokken autoriteiten en belanghebbenden. Daarbij wordt rekening gehouden met de specifieke kenmerken van het rechtsstelsel en de context van de betrokken lidstaten. Deze evaluatie kan ertoe leiden dat de Commissie de Raad voorstelt landspecifieke aanbevelingen te doen om nationale rechtsstelsels te verbeteren.

Hoe kunnen effectieve rechtsstelsels bijdragen tot groei?

Effectieve rechtsstelsels zijn in de hele bedrijfscyclus van essentieel belang om vertrouwen te scheppen. Als rechtsstelsels garanderen dat rechten worden gehandhaafd, zijn kredietverleners eerder geneigd leningen te verstrekken, worden bedrijven weerhouden van opportunistisch gedrag, nemen de transactiekosten af en zijn innovatieve ondernemingen, die dikwijls steunen op immateriële activa (zoals intellectuele-eigendomsrechten), eerder bereid om te investeren. De positieve impact van nationale rechtsstelsels op de economie blijkt uit de vakliteratuur en onderzoek, van onder andere de Europese Centrale Bank, het Internationaal Monetair Fonds, de OESO, het Economisch Wereldforum en de Wereldbank.

Wat meet het EU-scorebord voor justitie 2016?

Het scorebord maakt gebruik van indicatoren voor de drie voornaamste parameters van een effectief rechtsstelsel: efficiëntie, kwaliteit en onafhankelijkheid.

De indicatoren voor de efficiëntie van procedures hebben betrekking op de lengte van rechterlijke procedures (beslissingstermijn), het afhandelingspercentage (de verhouding tussen het aantal afgehandelde zaken en het aantal nieuwe zaken), en het aantal aanhangige zaken.

Eenvoudige toegang tot de rechter, toereikende middelen, doeltreffende beoordelingsinstrumenten en passende normen dragen in hoge mate bij tot de kwaliteit van rechtsstelsels. Het scorebord maakt gebruik van diverse indicatoren die deze factoren bestrijken, zoals indicatoren voor de elektronische indiening van vorderingen, communicatie tussen gerechten en partijen, opleiding van rechters, financiële middelen, ICT-systemen voor dossierbeheer en normen.

Tenslotte onderzoekt het scorebord hoe burgers en ondernemers tegen de rechterlijke onafhankelijkheid aankijken en biedt het informatie over de wettelijke waarborgen waarover de lidstaten beschikken voor situaties waar deze onafhankelijkheid in gevaar zou kunnen zijn.

Welke methode volgt het EU-scorebord voor justitie?

Het scorebord maakt gebruik van verschillende informatiebronnen. Een groot deel van de kwantitatieve gegevens wordt verstrekt door de Commissie voor efficiëntie in justitie (CEPEJ) van de Raad van Europa, waarmee de Commissie een overeenkomst heeft gesloten om een specifieke jaarlijkse studie uit te voeren. Deze gegevens betreffen de periode 2010-2014 en zijn door de lidstaten verstrekt overeenkomstig de CEPEJ-methodologie. De studie bevat ook gedetailleerde toelichtingen en landspecifieke informatieoverzichten die meer contextuele informatie verschaffen en in samenhang met de grafieken moeten worden gelezen.

De andere gegevensbronnen zijn de groep van contactpersonen inzake de nationale rechtsstelsels, het Europees netwerk van de Raden voor de rechtspraak (ENCJ), het netwerk van voorzitters van de Hoge Rechtscolleges van de EU, de Vereniging van Raden van State en Hoogste Administratieve Rechtscolleges van de Europese Unie (ACA), het Europees Concurrentienetwerk, de Raad van de balies van Europa (CCBE), het Comité voor communicatie, het Europees Waarnemingscentrum voor inbreuken op intellectuele-eigendomsrechten, het samenwerkingsnetwerk voor consumentenbescherming, Eurostat, het Europees netwerk voor justitiële opleiding (EJTN), de Wereldbank en het Economisch Wereldforum. De methode voor het Scorebord voor 2016 is verbeterd doordat de groep van contactpersonen inzake nationale rechtsstelsels er nauwer bij is betrokken.

Waarom ontbreekt een aantal gegevens?

Meer lidstaten dan voorheen hebben meegewerkt aan het verzamelen van gegevens voor het scorebord voor justitie 2016. Het blijft echter een hele opgave voor de lidstaten om gegevens over de voornaamste aspecten van rechtsstelsels met betrekking tot alle lidstaten bijeen te brengen. De oorzaken kunnen uiteenlopen; de statistische capaciteit kan bijvoorbeeld tekortschieten.

Wat is het verband tussen het EU-scorebord voor Justitie en het EU-kader voor de rechtsstaat van de Commissie dat in 2014 is goedgekeurd?

Deze twee instrumenten staan op zichzelf, aangezien het doel ervan verschilt.

Het EU-scorebord voor justitie biedt ieder jaar betrouwbare en vergelijkbare gegevens over de efficiëntie, kwaliteit en onafhankelijkheid van nationale rechtsstelsels, die kunnen worden gebruikt ter ondersteuning van aanbevelingen aan de lidstaten in het kader van het Europees semester.

Het EU-kader voor de rechtsstaat (IP/14/237) biedt de Commissie de mogelijkheid om met de betrokken lidstaat een politieke dialoog aan te gaan om te voorkomen dat een zich ontwikkelende systeemdreiging voor de rechtsstaat verder escaleert.

Wat zijn de volgende stappen?

Met de uitkomsten van het scorebord 2016 wordt rekening gehouden bij de lopende landspecifieke beoordeling in het kader van het Europees semester 2016. Op 26 februari 2016 zijn de landenverslagen van 26 lidstaten gepubliceerd. Deze bevatten de bevindingen over de rechtsstelsels van een aantal lidstaten (BE, BG, HR, ES, HU, IE, IT, LV, MT, PL, PT, RO, SI en SK) (zie IP-16-332 en MEMO-16-334 voor de laatste verslagen over het Europees semester 2016).

De Commissie zal de lidstaten aanmoedigen om rekening te houden met de resultaten van het scorebord bij het gebruik van de Europese structuur- en investeringsfondsen (ESIF) ter ondersteuning van hun justitiële hervormingen.

De Commissie zal de justitiële netwerken blijven aanmoedigen om de effectiviteit van wettelijke waarborgen inzake de rechterlijke onafhankelijkheid diepgaander te evalueren.

Zal het EU-scorebord voor justitie het mechanisme voor samenwerking en toetsing vervangen?

Nee, het EU-scorebord voor justitie en het mechanisme voor samenwerking en toetsing hebben elk een eigen doel en werkingssfeer.

Het mechanisme voor samenwerking en toetsing betreft specifiek Bulgarije en Roemenië. Toen Roemenië en Bulgarije op 1 januari 2007 tot de EU toetraden, was er voor deze landen nog vooruitgang te boeken op het gebied van zowel justitiële hervormingen als de strijd tegen corruptie. Voor Bulgarije kwam daar de strijd tegen de georganiseerde misdaad nog bij. Om de toetreding van beide landen soepel te laten verlopen en tegelijkertijd het functioneren van haar beleid en instellingen te waarborgen, besloot de EU een speciaal "mechanisme voor samenwerking en toetsing" in het leven te roepen, dat beide landen bijstaat bij het verhelpen van deze tekortkomingen.

Het scorebord voor justitie is een vergelijkingsinstrument dat alle lidstaten bestrijkt. Het legt de nadruk op de rechtspraak in zaken op het gebied van burgerlijk, handels- en bestuursrecht. Het laat zien hoe het functioneren van de nationale rechtsstelsels zich in de loop der tijd ontwikkelt. Het is geen bindend mechanisme, maar is veeleer bedoeld om te helpen bepalen welke zaken bijzondere aandacht verdienen.

Meer informatie

IP/16/1286

MEMO/16/1285

 

Contactpersoon voor de pers:

Voor het publiek: Europe Direct per telefoon 00 800 67 89 10 11 of e-mail