Dubbele Staten-Generaal en Dubbele Tweede Kamer
De procedure tot grondwetsherziening was tussen 1814 en 1849 anders dan tegenwoordig. In de periode 1814-1815 moesten na aanneming van een wet die verklaarde dat de Grondwet moest worden gewijzigd door de Provinciale Staten buitengewone leden worden gekozen. Het aantal leden van de Staten-Generaal verdubbelde daardoor.
Een wetsvoorstel tot herziening van de Grondwet moest in de Dubbele Staten-Generaal met ten minste twee derde van de aanwezige leden worden aangenomen en er moest daarbij een twee derde meerderheid zijn.
Toen er in 1815 een tweekamerstelsel i kwam, wijzigde de procedure enigszins. Net als in de Grondwet van 1814 werd na de eerste lezing (behandeling van de overwegingswet) verdubbeling van het ledental verlangd, maar dat gold alleen voor de Tweede Kamer. Die buitengewone leden werden door Provinciale Staten gekozen. De samenstelling van de door de koning benoemde Eerste Kamer veranderde niet.
In de Dubbele Tweede Kamer was een meerderheid van drie vierde van het aantal aanwezige leden nodig om een herzieningsvoorstel aan te nemen, waarbij ten minste twee derde van de leden present moest zijn. In de Eerste Kamer volstond een normale meerderheid.
Er was een 'Dubbele' Staten-Generaal tussen 8 en 19 augustus 1815
De 'Dubbele' Tweede Kamer bestond tussen 5 augustus en 5 september 1840 en tussen 18 september en 7 oktober 1848.
Inhoudsopgave van deze pagina:
Meer over