Economische en Monetaire Zaken: Wanneer magische projecten pure geldverspilling blijken
Door: Jessey Vrossink
Na drie resoluties behandeld te hebben was het donderdag aan de commissie Economische en Monetaire Zaken om haar resolutie over het vraagstuk van het economisch herstel in Zuid-Europese lidstaten, die 11 Operative Clauses bevatte, toe te lichten en te verdedigen.
Het voorlezen van de resoluties geschiedde door de gedelegeerde van Ierland uit de commissie, waarna de resolutie werd ondersteund door een speech van de gedelegeerde van Luxemburg. Deze speech was duidelijk, waarbij de nadruk absoluut werd gelegd op het behalen van doelen met betrekking tot economische groei. In de Europese Unie zou de nadruk liggen op solidariteit en verbondenheid, waarna geconcludeerd wordt dat de EU Griekenland koste wat het kost zou moeten blijven ondersteunen.
Meerdere informatieve vragen werden vervolgens gesteld en behandeld; waarvoor dienen bijvoorbeeld de informatiecampagnes? “Voor het verschaffen van informatie aan het volk en zo duidelijkheid te bieden”, werd deze vraag simpelweg maar duidelijk beantwoord door de gedelegeerde van Spanje uit de commissie.
Mevrouw Ter Doest kreeg de mogelijkheid een amendement over OC 1 in te dienen betreffende een wijziging naar “Dringt aan op investeringen op bestaande of nieuwe infrastructurele verbeteringen in de problematieke landen, zodat er meer faciliteiten voor hoog- en laagopgeleiden worden gecreëerd.” Gesteld werd dat het verschil tussen hoog- en laagopgeleiden zou duiden op racisme, waardoor grootse verwarring en hilariteit ontstond in de zaal. Na enige tijd discussie hierover gevoerd te hebben werd verduidelijkt door een gedelegeerde van Italië uit de zaal dat het om discriminatie ging.
De gedelegeerde van Nederland uit de commissie zou vervolgens gepoogd moeten hebben dit Amendement te laten verwerpen, maar stemde volledig met dit amendement in en moedigde aan tot het stemmen vóór dit amendement. Gespeculeerd werd dat dit amendement en de reactie hierop van de commissie voorbereid zijn en het tafereel dus een toneelspel zou zijn en de speech voor het amendement werd in de zaal beschreven als “Goed punt, slechte uitleg”. Het amendement werd echter aangenomen met 88 stemmen voor en 57 stemmen tegen.
Dit werd gevolgd door een tegenspeech van een gedelegeerde van het Verenigd Koninkrijk waarbij de nadruk lag op IC D en OC 8 en waarbij verteld werd dat hiermee het aandeel van de belastingafdracht van hoger opgeleiden nog hoger zou worden. Dit zou negatieve gevolgen met zich meebrengen volgens de betreffende gedelegeerde. De gedelegeerde van Duitsland uit de commissie probeerde deze speech te verwerpen.
Na de contrategenspeech werd het open debat geopend, waarna vrijwel iedere delegatie in staat was een kritisch punt in te brengen om de bespreking van de resolutie kracht bij te zetten. Geconstateerd werd dat het versoepelen van de ontslagregeling niet tot extra banen zou leiden. Ook werd gesteld dat de commissie met de besproken resolutie problemen zou proberen op te lossen door de oorzaken van de problemen te versterken; wellicht een grote paradox. Opvallend was dat meerdere gedelegeerden de voorgestelde handelingen en oplossingen als ‘magische projecten’ omschreven en hierbij stelden dat deze projecten pure geldverspilling zouden zijn en onvoldoende effect zouden hebben.
De eindspeech voor de resolutie werd voorgedragen door de gedelegeerde van Italië uit de commissie, waarbij de nadruk kwam te liggen op de te investeren tijd en het creëren van banen.
Na lange discussies, scherpe en minder scherpe punten werd de resolutie van de commissie Economische en Monetaire Zaken met 88 stemmen voor, 97 stemmen tegen en 10 onthoudingen verworpen.