Vragen en antwoorden over het voorstel tot herziening van de EU-regeling voor de emissiehandel

Met dank overgenomen van Europese Commissie (EC) i, gepubliceerd op woensdag 15 juli 2015.

Zie ook het persbericht over de transformatie van het Europese energiesysteem - het zomerenergiepakket van de Commissie effent het terrein.

  • Waarom heeft de Commissie vandaag een herziening van de EU ETS-regeling voorgesteld?

De Europese Commissie i heeft een wetgevingsvoorstel gedaan tot herziening van de EU-regeling voor de handel in emissierechten (de "EU ETS-regeling") dat aansluit bij het in oktober 2014 door de leiders van de EU overeengekomen beleidskader voor klimaat en energie 2030. Het voorstel maakt integraal deel uit van de werkzaamheden gericht op de totstandbrenging van een schokbestendige energie-unie met een toekomstgericht klimaatbeleid, dat in februari 2015 is gelanceerd en een politieke topprioriteit voor de Commissie-Juncker is.

Dit is de eerste stap naar de verwezenlijking van de doelstelling van de EU om de binnenlandse uitstoot van broeikasgassen vóór 2030 te verminderen met ten minste 40 %, als onderdeel van haar bijdrage aan de nieuwe, in december in Parijs goed te keuren wereldwijde klimaatovereenkomst. Dit voorstel stuurt op een cruciaal moment een duidelijk signaal naar de internationale gemeenschap, namelijk net als andere belangrijke actoren zoals de G7 i en China hun vastberadenheid ook hebben laten zien.

Het emissiehandelssysteem van de EU is de grootste koolstofmarkt van de wereld. Het voorstel van vandaag is erop gericht ervoor te zorgen dat de EU ETS-regeling — de hoeksteen van het klimaatbeleid van de EU — in het komend decennium de meest efficiënte manier blijft om emissies te verminderen. Daarbij kan worden voortgebouwd op de ervaringen die bedrijven en overheidsinstanties tijdens het eerste decennium van uitvoering hebben opgedaan. De EU ETS-regeling moet andere internationale partners zoals China blijven inspireren om koolstofbeprijzing te gebruiken als een kosteneffectieve manier om geleidelijke maar duurzame ontkoling van hun economieën te bereiken, wat ten goede komt aan toekomstige generaties.

Ambitieuze klimaatactie schept zakelijke mogelijkheden en opent nieuwe markten voor koolstofarme technologieën. Het voorstel van vandaag bevestigt dat klimaatactie en concurrentievermogen hand in hand gaan. De herziene EU ETS-regeling zal innovatie een sterker duwtje in de rug geven en zal het concurrentievermogen van het Europees bedrijfsleven op internationale markten in stand helpen houden. Er zal meer EU ETS-geld worden bestemd voor koolstofarme innovatie — voor de eerste keer ook voor energie-intensieve bedrijven — en voor de modernisering van de energiesystemen in minder kapitaalkrachtige lidstaten. Dit zal de verspreiding van duurzame energie en andere koolstofarme en energie-efficiënte technologieën bevorderen, die, naast ontkoling, belangrijke doelstellingen van de energie-unie zijn.

Tot slot zal een herziene EU ETS-regeling — gebaseerd op de recentelijk overeenkomen marktstabiliteitsreserve — de werking van de interne energiemarkt versterken en op lange termijn betere prijssignalen leveren voor investeringen. Het EU ETS-voorstel van vandaag draagt daarom bij aan een beter werkende Europese elektriciteitsmarkt, die de beste manier is om ervoor te zorgen dat elektriciteit op de meest kosteneffectieve manier aan particuliere consumenten en bedrijven kan worden geleverd.

2. Hoe zal de herziening ten goede komen aan de EU-burgers, het bedrijfsleven en de lidstaten?

De voorgestelde herziening biedt vele voordelen voor het milieu en de economie. Zij zal helpen om de klimaatverandering te bestrijden door het tempo van de broeikasgasemissieverminderende inspanningen van de EU te verhogen. Het verminderen van de uitstoot van broeikasgassen vermindert ook de luchtvervuiling, wat goed is voor de gezondheid van burgers. Bovendien zal Europa minder afhankelijk worden van de invoer van fossiele brandstoffen.

Dit voorstel bepleit een sterker, beter functionerend EU-systeem voor de emissiehandel die de EU op weg helpt naar een koolstofarme economie. Het voorstel biedt het bedrijfsleven en de industrie belangrijke mogelijkheden om nieuwe technologieën en markten te ontwikkelen en daarvan te profiteren, het bevordert innovatie en het draagt bij tot het scheppen van nieuwe mogelijkheden voor werkgelegenheid en groei. Het voorstel ondersteunt ook de overgang naar een koolstofarme economie door meer middelen beschikbaar te stellen voor de investeringsbehoeften in de minder kapitaalkrachtige lidstaten.

Tegelijkertijd erkent de Commissie dat er risico’s kunnen zijn voor bedrijven die blootstaan aan de internationale concurrentie, zolang de inspanningen van andere belangrijke economieën op het gebied van klimaatverandering achterblijven bij die van de EU. Daarom bevat het voorstel ook waarborgen voor het internationale concurrentievermogen van de energie-intensieve industrieën van de EU. Bijzondere aandacht wordt besteed aan het verminderen van de administratieve lasten. Het voorstel staat de lidstaten toe kleine emittenten (waaronder kleine en middelgrote ondernemingen met geringe emissies) uit te zonderen van de EU ETS-regeling, mits zij onder gelijkwaardige maatregelen vallen.

3. Hoe zal de herziening van de EU ETS-regeling bijdragen aan de internationale inspanningen op het gebied van klimaat?

Verminderde EU-emissies zullen een belangrijke bijdrage leveren aan de inspanningen op internationaal niveau om de stijging van de gemiddelde mondiale temperatuur te beperken tot minder dan 2 °C ten opzichte van het pre-industriële niveau.

De economiebrede „ten minste 40 %” -doelstelling illustreert de blijvende inzet van de EU om in december in Parijs een ambitieuze mondiale klimaatovereenkomst te sluiten met juridisch bindende toezeggingen van alle partijen. Het voorstel van vandaag zet deze inspanningen voort door de eerste belangrijke stappen te zetten op weg naar de verwezenlijking van deze ambitieuze emissiereductiedoelstelling.

De in Parijs te nemen besluiten zullen naar verwachting leiden tot de mobilisering van klimaatfinanciering en tot de overdracht van technologie en capaciteitsopbouw voor in aanmerking komende partijen, met name die met de minste mogelijkheden. De publieke sector zal een belangrijke rol blijven spelen bij het mobiliseren van middelen voor klimaatfinanciering na 2020. In afwachting van deze besluiten worden lidstaten door het voorstel van vandaag opgeroepen een deel van hun inkomsten uit de ETS-veiling te gebruiken voor de financiering van klimaatmaatregelen in landen buiten de EU, met inbegrip van maatregelen voor de aanpassing aan de effecten van de klimaatverandering. Het is aan de lidstaten om een deel van deze inkomsten uit het emissiehandelssysteem te gebruiken ter ondersteuning van acties tegen klimaatverandering in derde landen, waaronder ontwikkelingslanden.

4. Welke gevolgen zal de herziening van de ETS-regeling hebben voor de totale hoeveelheid emissierechten?

De totale hoeveelheid emissierechten zal vanaf 2021 afnemen met 2,2 % per jaar.

Sinds 2013 is veiling door de lidstaten de belangrijkste manier waarop emissierechten onder de EU ETS-regeling worden verdeeld. Tijdens de lopende handelsperiode (2013-2020) wordt 57 % van de totale hoeveelheid emissierechten geveild en zijn de resterende emissierechten beschikbaar voor kosteloze toewijzing. Het aandeel van de te veilen emissierechten zal na 2020 gelijk blijven. De opbrengsten van veilingen gaan naar de lidstaten die daarmee verschillende acties kunnen financieren, zoals programma’s voor hernieuwbare energie. Behalve voor ondersteuning van internationale klimaatacties in derde landen — waaronder ontwikkelingslanden — kunnen zij ook worden gebruikt voor sociale beleidsmaatregelen die ervoor moeten zorgen dat de omschakeling naar een koolstofarme economie voor het bedrijfsleven, de werknemers en de consumenten "billijk en eerlijk" verloopt.

5. Hoe zal het systeem van kosteloze toewijzing na 2020 worden verbeterd?

Aangezien het totale aantal emissierechten beperkt is en afneemt, moet het systeem van kosteloze toewijzingen worden herzien om de beschikbare emissierechten op de meest doeltreffende en doelmatige manier te kunnen verdelen. De voorgestelde wijzigingen zijn erop gericht de noodzaak van een correctiefactor[1] tot een minimum te beperken en de voorspelbaarheid voor ondernemingen te waarborgen.

De toewijzing van kosteloze emissierechten zal worden gericht op de sectoren die het grootste risico lopen op verplaatsing van de productie naar buiten de EU.

De basisstructuur zal er na 2020 nog zijn, maar individuele elementen zullen overeenkomstig het in oktober 2014 door de EU-leiders bereikte akkoord worden verbeterd:

  • benchmarkwaarden zullen worden bijgewerkt om rekening te houden met de technologische ontwikkelingen in de verschillende sectoren. De huidige waarden worden bepaald op basis van gegevens van de periode 2007-2008 en zouden geen adequate afspiegeling zijn van de stand van de technologie na 2020;
  • productiegegevens — het systeem zal flexibeler worden door beter rekening te houden met de toenames of afnames van de productie en door de hoeveelheid kosteloze toewijzingen daaraan aan te passen. Er zal een specifiek aantal kosteloze emissierechten worden gereserveerd voor nieuwe en groeiende installaties;
  • koolstoflekkage — na 2020 zal men, zoals nu ook het geval is, ervan uitgaan dat het weglekrisico geldt voor alle grote industriële sectoren;
  • indirecte koolstofkosten [2] — de lidstaten worden aangemoedigd gebruik te maken van de opbrengsten van veilingen om compensatie te bieden in overeenstemming met de regels inzake staatssteun.

6. Hoe zal de EU ETS-regeling koolstofarme innovatie ondersteunen?

Er wordt een innovatiefonds opgericht ter ondersteuning van prototypische investeringen in hernieuwbare energie, het afvangen en opslaan van kooldioxide (CCS) en koolstofarme innovatie in de energie-intensieve industrie.

Circa 400 miljoen emissierechten met een gezamenlijke verkoopwaarde van ongeveer 10 miljard euro zullen vanaf 2021 voor dit doel worden gereserveerd. Bovendien worden nog eens 50 miljoen niet-toegewezen emissierechten [3] van 2013-2020 in hun geheel gereserveerd zodat het innovatiefonds vóór 2021 van start kan gaan en onder meer projecten ter ondersteuning van baanbrekende technologieën in de industrie kan omvatten[4].

Het innovatiefonds bouwt voort op het succes van het bestaande programma ter financiële ondersteuning van koolstofarme innovatie met de opbrengst van 300 miljoen emissierechten in de periode 2013-2020 (de zogeheten NER 300).

7. Waartoe dient het moderniseringsfonds?

Het moderniseringsfonds is bedoeld om minder kapitaalkrachtige lidstaten te helpen met de grote investeringen die nodig zijn ter verbetering van energie-efficiëntie en voor de modernisering van de energiesystemen.

Tussen 2021 en 2030 zullen ongeveer 310 miljoen emissierechten (nl. 2 % van het totaal) worden gereserveerd voor de oprichting van het fonds. Alle lidstaten zullen een bijdrage leveren aan het fonds, dat ten goede zal komen aan de 10 lidstaten met een bbp per hoofd van de bevolking van minder dan 60 % van het EU-gemiddelde (in 2013). De landen die in aanmerking komen voor steun zijn: Bulgarije, Estland, Hongarije, Kroatië, Letland, Litouwen, Polen, Roemenië, Slowakije en Tsjechië.

De ETS-richtlijn moet een beheersstructuur voor het moderniseringsfonds oprichten met deelname van lidstaten, de Europese Investeringsbank en de Commissie.

8. Welke gevolgen heeft de herziening van de EU ETS-regeling voor de marktstabiliteitsreserve?

Volgens het recente akkoord over de marktstabiliteitsreserve (MSR) zal het in 2020 mogelijk zijn niet-toegewezen emissierechten over te dragen aan de marktstabiliteitsreserve. Toepassing van deze regel zou kunnen betekenen dat in 2020 ongeveer 550 tot 700 miljoen emissierechten naar de marktstabiliteitsreserve worden overgedragen, zo schatten analisten. De Commissie stelt — na een verzoek van het Parlement en de Raad i om het gebruik van niet-toegewezen emissierechten na 2020 te onderzoeken — voor om 250 miljoen niet-toegewezen emissierechten voor de periode 2013-2020 te gebruiken voor de vorming van een reserve voor nieuwe en groeiende installaties.

9. Is er een openbare raadpleging geweest over dit voorstel?

De lidstaten, vertegenwoordigers van het bedrijfsleven, ngo’s, onderzoeksinstellingen en universiteiten, vakbonden en burgers zijn in diverse fases van de ontwikkeling van dit voorstel betrokken geweest. In 2014 is uitgebreid overleg geweest met de belanghebbenden over diverse technische aspecten van de EU ETS-regeling. De Commissie heeft meer dan 500 bijdragen ontvangen en heeft daarmee rekening gehouden bij het opstellen van dit voorstel.

Naar aanleiding van dit overleg en de analyse van de klimaatdoelstellingen van de EU voor 2030 heeft de Commissie een effectbeoordeling uitgevoerd van de herziening van de EU ETS-regeling, die ook vandaag is gepubliceerd. Zie (documentatie).

10. Wat zijn de volgende stappen?

Het wetgevingsvoorstel is ter goedkeuring bij het Europees Parlement i en de Raad ingediend, en ter advies voorgelegd aan het Economisch en Sociaal Comité i en het Comité van de Regio’s i. De Commissie zal met deze instellingen samenwerken om deze wetgeving erdoor te krijgen. Burgers en belanghebbenden kunnen tijdens de komende acht weken hun mening geven over dit voorstel. Hun bijdragen zullen worden meegenomen in het wetgevende debat en aan het Europees Parlement en de Raad worden voorgelegd.

Wilt u meer weten?

Zie voor meer de aanvullende vragen op de website van DG Clima.

Zie ook de infografiek in de bijlage bij dit persbericht.

[1] De transsectorale correctiefactor vermindert de kosteloze toewijzing in alle sectoren als er meer kosteloze emissierechten worden verdeeld dan er beschikbaar zijn.

[2] Indirecte koolstofkosten worden voornamelijk gevoeld door elektriciteitsintensieve industrieën omdat de koolstofkosten worden doorberekend in de prijs van elektriciteit.

[3] Niet-toegewezen emissierechten zijn die welke aanvankelijk waren bedoeld voor kosteloze toewijzing maar niet zijn toegekend als gevolg van sluitingen of afnemende productie van ondernemingen.

[4]Bijvoorbeeld het afvangen van koolstof en gebruiksdemonstratieprojecten.

MEMO/15/5352

 

Voor het publiek: