Partij voor de Dieren en verkiezingen Europees Parlement 2014
Bron: DNPP
De Partij voor de Dieren deed in 2014 voor de derde keer mee aan de Europese verkiezingen. In 2004 als 2009 lukte het de partij nog niet om een zetel te behalen in het Europees Parlement, maar in 2014 lukte de Partij voor de Dieren dat wel. Met Anja Hazekamp i als lijsttrekker wist de partij 200.254 stemmen (4,21 procent) binnen te halen; voldoende voor één zetel.
De Partij voor de Dieren sloot zich na de verkiezingen aan bij de fractie van Europees Unitair Links/Noords Groen Links i.
Inhoudsopgave van deze pagina:
De eerste tien kandidaten op de lijst waren:
-
2.Corinne Cornelisse
-
4.Lammert van Raan
-
5.Pablo Moleman
-
6.Luuk van der Veer
-
7.Daniëlle de Man
-
8.Marco van der Wel
-
9.Gerjan Kelder
-
10.Christine Teunissen
Samenvatting van het verkiezingsprogramma:
Uit het verkiezingsprogramma 'Weerwoord aan Brussel' blijkt dat de Partij voor de Dieren kritisch staat tegenover Europa. Toch is de PvdD niet tegen Europese samenwerking: het kan immers zeer nuttig zijn om in Europees verband dierenwelzijn te verbeteren of natuur- en milieuvraagstukken aan te pakken. De besluitvorming in Europa is volgens de partij ondemocratisch en de bestrijding van de eurocrisis is teveel gericht op het herstellen van de oude situatie. Bovendien heeft de EU te weinig oog voor andere crises waar Europa voor staat, zoals op het gebied van voedsel, energie en klimaat.
Gezonde landbouw, duurzaam voedsel
Om voedselverspilling tegen te gaan pleit de Partij voor de Dieren voor een vee-industrie zonder dierenvoer dat gebaseerd is op granen en plantaardige oliën. Daarnaast moet de burger betere voorlichting krijgen over het bewaren van voedsel. Verder wil de PvdD dat duurzaam voedsel een lager btw-tarief krijgt dan producten die gepaard gaan met milieubelasting en dierenleed.
De Partij voor de Dieren wil een EU die zich hardmaakt voor groenten, granen en fruit zonder gif, kunstmest en gentech. Het kwekersrecht moet worden versterkt om de biodiversiteit van gewassen te beschermen.
De huidige vee-industrie moet worden afgeschaft en moet plaatsmaken voor een diervriendelijke en duurzame veehouderij. Dit gebeurt aan de hand van een stappenplan. Lidstaten die zich hier niet aan houden worden strenge sancties opgelegd. Grootschalige veehouderijen zijn verboden. Verder vindt de PvdD dat dieren ruimte moeten hebben om te wroeten: geen 'plofdieren' dus. Als het aan de partij ligt zal ook de visvangst worden beperkt. Om voedselzekerheid te waarbogen moet de EU zich hardmaken voor het herstel van ecosystemen en het beschermen van bestaande natuur.
Meer natuur en grenzen aan diergebruik
Naast het beschermen van bestaande natuur moet er volgens de PvdD ook meer natuur komen. Als het aan de partij ligt zal dit gebeuren met een Deltaplan Biodiversiteit. Met dit plan maakt de EU een einde aan subsidies die schadelijk zijn voor de biodiversiteit en is het verlies aan biodiversiteit per 2015 gestopt. De PvdD pleit daarnaast voor een Europees Natuurnetwerk met voldoende ruimte voor dieren. Ook in de stad moet de EU werken aan vergroening. Dit gebeurt met een norm voor stedelijk groen (48m2 groen per stads- of dorpsbewoner). Daarnaast wil de PvdD dat minstens 25 procent van de Europese zeeën wordt beschermd door deze te bestempelen als zeereservaat. Ten slotte moet de EU zich inzetten voor de bescherming van zeedieren en het inperken van de jacht. Zonder gezonde oceanen en wouden is er geen schone lucht en zonder biodiversiteit hebben mensen geen gezonde bodem om voedsel op te verbouwen. Het is daarom volgens de partij een plicht om te zorgen voor een leefbare aarde, nu en in de toekomst.
De PvdD wenst een verhoging van de drempel voor het uitvoeren van dierproeven. Daarbij dient genetische manipulatie van dieren verboden te worden.
Binnen de draagkracht van de aarde
Volgens de PvdD moet de EU een voortrekkersrol nemen in het maken van afspraken over het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen en opwarming van de aarde. Alleen door een krachtig milieubeleid en het aanpassen van ons consumptiegedrag, kunnen we binnen de draagkracht van de aarde blijven. De partij wil dat de Europese uitstoot van broeikasgassen in 2020 met 40 procent is verminderd ten opzichte van 1990. Verder stelt de partij dat in 2030 het energieverbruik nog maar 50 procent mag zijn van wat het nu is. Vervuilende fossiele brandstoffen mogen, als het aan de PvdD ligt, Europa niet meer binnenkomen. Verder wil de partij een terugdringing van transport over de weg en een stimulering van milieuvriendelijker vervoer. Ook moeten lidstaten één procent van hun bbp ter beschikking stellen voor klimaatmaatregelen in ontwikkelingslanden.
De crisis als kans
De economische crisis, de euro-crisis, de bankencrisis en het ontspoorde consumentisme vormen volgens de Partij voor de Dieren een dringende aanleiding voor een andere aanpak, gericht op een eerlijke en groene economie. De PvdD wil betere instrumenten om de koers van die economie te bepalen. Volgens de partij zou een dashboard van indicatoren dat richting geeft aan een duurzame en solidaire economie uitkomst bieden. Daarnaast moeten banken worden opgedeeld in nutsbanken (betalingsverkeer, spaargeld en lokale kredietverlening) en zakenbanken. Bij toekomstige financiële problemen kunnen publieke functies dan gemakkelijker worden beschermd. Verder mag er op internationaal niveau geen vrijhandel zijn ten koste van milieu, dierenwelzijn, voedselzekerheid, mensenrechten en privacy.
Een rechtvaardig Europa
De PvdD maakt zich hard voor een transparantere EU, die daarnaast geen nieuwe bevoegdheden krijgt. Als hier toch plannen voor zijn mogen de burgers hierover beslissen via een referendum. De PvdD wil dat de lidstaten zeggenschap houden over hun eigen begrotingen. Daarnaast is de partij tegen uitbreiding van de EU en moet de Europese Commissie i kleiner worden. Ook pleit de PvdD voor internationale kieslijsten, waarbij burgers de mogelijkheid hebben om te stemmen op kandidaten uit andere lidstaten.
Privacy en gelijke rechten zijn tevens belangrijke aandachtspunten voor de PvdD. De partij wil bijvoorbeeld de toetreding van arbeidsmigranten uit Roemenië en Bulgarije reguleren, om uitbuiting van arbeidskrachten te voorkomen.